Adequaat vaccineren Cursus t.b.v. certificaat ‘adequaat vaccineren’

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Kunnen microben wel nuttig zijn?
Advertisements

Film wordt geladen… (klik op de film om te starten)
GMP and HACCP in restaurants
Hygiënebewustzijn voor medewerkers in de voedselketen
Hygiëne en preventieve gezondheidszorg
B1 Stoffen worden omgezet
Tegen ziekteverwekkers
VERSCHIL TUSSEN VIRUS EN BACTERIE.
Oorlog in je lichaam - 6 vwo
De Bloedsomloop Basisstof 6: Uitscheiding Basisstof 7: Weefselvloeistof en Lymfe Basisstof 8: Antistoffen.
Basisstof 8: Seksueel overdraagbare aandoeningen
Vwo 4 – Hoofdstuk 9 Afweer paragraaf 9. 1 t/m 9
Voedselhygiene.
Afweer.
Afweer.
Gemaakt door: Nikki Simone Iris Ellen Jessica
Basisstof 7: Weefselvloeistof en Lymfe Basisstof 8: Antistoffen
Samen met de website van:
AFWEER/IMMUNITEIT Thema 29 Par. 29.1
Par Vaccineren Inenting tegen allerlei ziekten die gevaarlijk zijn Vaccin bevat: dode of verzwakte ziekteverwekker T-lymfocyten herkennen deze.
AFWEER/IMMUNITEIT Thema 21 Par. 21
Par t/m 29.6 De mens heeft 3 nivo’s van afweer tegen bacteriën, virussen, schimmels, ééncellige parasieten, parasitaire wormen én binnendringende.
Verantwoord gebruik van diergeneesmiddelen
delvotest® proeftoets
Q koorts en laboratorium testen Geitenbedrijven worden via de tankmelk getest op Qkoorts Er kan getest worden op antigeen: de Qkoorts bacterie (Coxiella.
Antibiotica Het woord ‘antibiotica’ is de meervoudsvorm van ‘antibioticum’. Er zijn inmiddels zeer veel antibiotica ontdekt.
§10.3 Ziek Bladzijde 99.
Voorbereiding geboortestage. Onderwerpen: Doel voeding Voedingsbestanddelen Voeding in de praktijk Voeding.
HAVO 5 Boek: Biologie voor jou Deel: HAVO B deel 2
VPH Les 3.
Teken zien er uit als platte spinnetjes van 1 tot 3 millimeter groot Het zijn parasieten; ze leven van bloed Hun beet is meestal pijnloos.
Immuniteit Gezondheid V31. Vaccineren Virulentie  De ziekmakende kracht van een ziekte.
Nieuwe Influenza A (H1N1) Yvonne Guldemond-Hecker Lezing voor Zij-Aktief
(Antibiotica) resistentie Gezondheid V31. Wat als een dier toch ziek wordt? 1.Heeft de afweer(immuniteit) van het dier zijn werk gedaan en wordt een dier.
Casus 1 Hygiëne - infectie.
Afweer tegen ziekte Gezondheid V31.
Thema Leven Dl 2 Les 3 Het Immuunsysteem.
Vragen vooraf naar aanleiding van het huiswerk
(Antibiotica) resistentie Gezondheid V41
Biolgie voor Jou. VMBO-BK.
Toedieningswegen medicatie
Inwendig milieu – zit in bloed en cellen
AFWEER/IMMUNITEIT.
Afweer en afweerreacties
Voedingsstoffen Bouwstoffen
Oorzaak van ziekten en het verweer ertegen
H10 Gezondheid.
Hoofdstuk 3. Werking, dosering en vergoeding
Basisstof 3: Immuniteit / vaccinatie
Afweer tegen ziekte Gezondheid V31.
De bloedsomloop Hoofdstuk 3.
INJECTEREN.
Basisstof 3: Immuniteit / vaccinatie
Samen met de website van:
Antibiotica Gezondheidzorg V4.2
Infectie en ontsteking
Voeding Kenmerken van voeding.
Geneesmiddelen bij infectieziekten
Kalverziekte.
Toedieningswegen medicatie
Bloed en afweer Bloed = weefsel: Cellen en tussencelstof (= plasma)
INJECTEREN.
Afweer tegen ziekte Gezondheid V31.
CVID….. Wat is dat eigenlijk?
Transcript van de presentatie:

Adequaat vaccineren Cursus t.b.v. certificaat ‘adequaat vaccineren’ Derk ter Braak, PTC+ 2014

Indeling cursus Achtergronden Principes van infectie, afweer en vaccinatie Wat kan er allemaal fout gaan Terugkoppeling opdrachten en Verantwoord gebruik

Achtergronden Inleiding: waarom een cursus vaccineren? Regels uit de wet: vaccineren is des dierenarts

Achtergronden Is afgifte vaccins verantwoord? ja, mits: toediening gebeurt met voldoende kennis van/oog voor - gezondheid van de dieren - welzijn van de dieren - voedselveiligheid

Vraagje: Als ik aan alle voorwaarden heb voldaan Wat is waar? Als ik aan alle voorwaarden heb voldaan mag ik vaccineren tegen A. Parvo en E. coli B. Streptococcen en Vlekziekte

Achtergronden Welke vaccins: Influenza (griep) Vlekziekte Porcine reproductive and respiratory syndrome (Prrs/ abortus blauw) Atrofische rhinitis (snuffelziekte)

Achtergronden Welke vaccins (vervolg) Escherichia coli (geboortediarree) Clostridium perfringens (rode diarree) Mycoplasma hyopneumoniae (biggengriep) Actinobacillus pleuropneumoniae (App, eenzijdige longontsteking) Parvovirus Rotavirus

Achtergronden Welke vaccins niet: waar landelijk bestrijdingsprogramma voor geldt (bijv. Ziekte van Aujeszky), en zogenaamde autovaccins/stalvaccins (streptococcen, staphylococcen)

Indeling cursus Achtergronden Principes van infectie, afweer en vaccinatie Wat kan er allemaal fout gaan? Terugkoppeling opdrachten en Verantwoord gebruik

Wat U vooraf moet weten: Wat is een infectie? Wat is afweer? Wat is vaccinatie?

Wat is een infectie? besmetting van een dier met ziektekiemen, gevolgd door vermeerdering van deze kiemen reactie/afweer van het dier

bekende ziektekiemen Virussen: Parvo-virus, PRRS-virus (abortus blauw), circovirus (wegkwijnziekte), griepvirus, varkenspestvirus Bacteriën: coli, vlekziekte bacterie, streptococcen, staphylococcen Wormen: spoelwormen protozoen: coccidiose

Wat kunnen de gevolgen zijn van een besmetting? 1. GEEN vermeerdering in dier: kiem wordt uitgescheiden/opgeruimd: dier is niet vatbaar voorbeeld: mazelen veroorzaakt bij mensen wel ziekte en bij varkens niet

Wat kunnen de gevolgen zijn van een besmetting? 2. WEL vermeerdering in dier: + afweer: Varken blijft gezond - afweer: Varken wordt ziek Varken gaat dood

Leidt besmetting tot ziekte? Hoeveelheid kiemen Hoeveelheid afweer

Wat gebeurt er bij een besmetting? Kiem verandert cellen van het lichaam met als gevolg - vernietiging van cellen of - ontregeling van bepaalde processen dit leidt tot ziekteverschijnselen

Hoe snel treden verschijnselen op? Afhankelijk van Plaats van vermenigvuldiging Snelheid van vermenigvuldiging Duur tot optreden ziekteverschijnselen = incubatietijd

Hoe duidelijk treden verschijnselen op? Afhankelijk van Aard van de aandoening Type varken Leeftijd Voedingsstoestand Klimaat Stress, enz

Soorten verschijnselen Bij plaatselijke infecties treden verschijnselen op die horen bij de plaats van aantasting, zoals bij smeerpokken

Soorten verschijnselen Bij algemene/gegeneraliseerde infecties dringt de kiem verder het lichaam in door diverse lagen heen: 1. Kiem op huid/slijmlaag van mond, neus, darmen dringt er door heen

Algemene infectie: 2. komt in afvoerend vocht van huid/slijmlaag (lymfe) 3. kiem komt in bloed (en via bloed in andere organen)

Wat is een infectie? besmetting van een dier met ziektekiemen, gevolgd door vermeerdering van deze kiemen reactie/afweer van het dier

Wat is afweer? Afweer: resultaat van alle verdedigingssystemen van het dier

Verdedigingslinies A- specifieke linie, bestaande uit 2 delen

A-specifieke linie (1e deel) Alle drempels die het lichaam biedt: huid, slijmvlies, maagzuur, trilharen in luchtwegen

Waar zitten de trilharen?

1e verdedigingslinie longen trilharen

Hoe werken trilharen? De haartjes maken een slagbeweging waarmee ze (stof) deeltjes kunnen verwijderen

A- specifieke linie (2e deel) Algemene verdedigingslinie die bestaat uit cellen: - die kiemen kunnen vernietigen, - die kiemen kunnen binden en deze naar elders vervoeren waar ze vernietigd worden

Specifieke linie (2 delen) 1. Specifieke cellen die leiden tot vorming van antilichamen (AL) of antistoffen (de zgn. Humorale afweer) 2. Specifieke cellen die leiden tot afbraak van cellen waar kiemen in/aan zitten (de zgn. Celgebonden afweer)

Wat wordt met specifiek bedoeld? specifiek afweer tegen specifieke antigenen wat zijn antigenen? Onderdelen van de kiem die in staat zijn om specifieke stoffen aan te laten maken: de antilichamen of antistoffen

Vraagje: De afweer tegen ziektekiemen (immuniteit) berust op: Wat is waar? De afweer tegen ziektekiemen (immuniteit) berust op: A. de aanwezigheid van antistoffen B. de aanwezigheid van afweercellen C. zowel A. als B. is juist

Overzicht afweer Aspec. afweer spec. afweer 0 6 12 1 3 5 uren dagen

Opbouw antilichamen: Kiem die in aanraking komt met specifieke afweer kan cellen aanzetten tot antilichaamproductie.

Opbouw antilichamen: Kiem die in aanraking komt met specifieke afweer kan cellen aanzetten tot antilichaamproductie.

Opbouw antilichamen: Eerste kennismaking leidt tot kleine toename in antilichamen Tweede kennismaking met dezelfde kiem leidt tot grote toename in antilichamen (booster)

1e en 2e kennismaking Aantal anti- lichamen 1e contact 2e contact 0 10 20 30 40 50 60 70 (tijd in dagen)

Wat doen antilichamen dan?

Vraagje: A.Tegen iedere kiem die het varken Wat is waar? Vraagje: A.Tegen iedere kiem die het varken binnenkomt worden antistoffen gemaakt B.Antistoffen kunnen beschouwd worden als een soort ‘gevechtseenheden met speciale missie’ C.elke big wordt met genoeg antistoffen geboren

Conclusies Afweer is nodig om te kunnen overleven Afweer wordt voor elke soort kiemen apart opgebouwd. Afweer is een leerproces.

Wat U vooraf moet weten: Wat is een infectie? Wat is afweer? Wat is vaccinatie?

Vaccineren Vaccineren = het nabootsen van een infectie zonder dat het dier daar klinische verschijnselen van krijgt en met opbouw van een ‘geheugen’

Vraagje: A. Vaccineren is de manier om ziektevrij te worden Wat is waar? A. Vaccineren is de manier om ziektevrij te worden B. In tegenstelling tot antibiotica leiden vaccins nooit tot bijwerkingen. C. De manier waarop vaccins bereid worden varieert van vaccin tot vaccin

Wat is het doel van vaccineren? Ziekte (klinische verschijnselen) voorkomen, bijv. e. coli Ziekte deels voorkomen, waardoor groei beter blijft, bijv. Mycoplasma

Wat is het doel van vaccineren? (vervolg) besmetting van biggen in de baarmoeder voorkomen, bijv. Parvo Uitscheiding kiemen verminderen en zo de kiem uit varkensstapel weren - ziekte van Aujeszky

Hoe doe je dat? Bij voorkeur: Door de entstof te brengen op de plaats waar hij werkzaam moet zijn. Vaccins toedienen via Neus Voer Injectie (nek)

Soorten vaccins ‘levende’ vaccins ‘dode’ vaccins ‘subunit’ vaccins ‘toxoid’ vaccins

Bekendste voorbeeld: PRRS (Abortus blauw) ‘levende’ vaccins Productie: Zwakkere varianten van de kiem met eenzelfde afweeropwekkend vermogen hebben zich op cellen in een laboratorium vermenigvuldigd Bekendste voorbeeld: PRRS (Abortus blauw)

‘levende’ vaccins - + Bootst de natuur het beste na Wekt zeer goede immuniteit op Goedkoop en efficiënt Verzwakte kiem is niet stabiel Cellen schoon? Kort tevoren aanmaken

Parvo, Influenza (griep), vlekziekte, Mycoplasma E. coli, PRRS ‘dode’ vaccins groei van kiemen op cellen in labortorium, daarna afdoden kiem voorbeelden: Parvo, Influenza (griep), vlekziekte, Mycoplasma E. coli, PRRS

‘dode’ vaccins + - Veiliger Duurder Minder efficiënt (hulpstoffen nodig)

‘Subunit’ vaccins stukje belangrijke informatie uit de kiem dat de afweer stimuleert is geisoleerd en vermenigvuldigd Bekendste voorbeeld: e. coli

‘Subunit’ vaccins + - Veiliger Goedkoper Efficiënter meer techniek nodig voor ontwikkeling niet alle afweerstimulerende deeltjes in vaccin -

‘toxoid’ vaccins gifstof uit kiem gehaald en tot vaccin opgewerkt Bekendste voorbeelden: snuffelziekte, APP (eenzijdige longontsteking), e.coli

‘toxoid’ vaccins + - Veel van ziekteverwekkende stof in vaccin Bijwerkingen, er wordt gifstof ingespoten -

Hulpstoffen voor ‘dode’ vaccins Hulpstof (adjuvans) zorgt voor een betere afweer van het dier door 1. de kiem beter aan afweercellen aan te bieden 2. de gastheer te helpen bij de opbouw van de afweer

Effect adjuvans op hoeveelheid antilichamen Aantal anti- lichamen met adjuvans zonder adjuvans 0 10 20 30 40 50 60 70 (tijd in dagen)

Vraagje: Wat is waar? A. Levende vaccins zijn altijd beter dan dode vaccins maar i.v.m. export niet toegelaten B. de meeste vaccins moeten in de spier gespoten worden C. Subunit vaccins zijn voorbeelden van levende vaccins

Vraagje: Wat is waar? A. Een zware beer krijgt net zoveel entstof als een jonge gelt B. Als ik teveel vaccin opgezogen heb, spuit ik dat in de gootsteen weg C. Als ik mezelf gevaccineerd heb maak ik alleen de wond schoon. Als varkens- houder loop ik niet zo snel iets op.

Indeling cursus Achtergronden Principes van infectie, afweer en vaccinatie Wat kan er allemaal fout gaan Terugkoppeling opdrachten en Verantwoord gebruik

Indeling cursus Achtergronden Principes van infectie, afweer en vaccinatie Wat kan er allemaal fout gaan Terugkoppeling opdrachten en Verantwoord gebruik

Wat kan er zoal fout gaan? U heeft Uzelf gevaccineerd Varken vertoont allergische reactie Wijze van toedienen Hoeveelheid toegediend vaccin Moment van toedienen van vaccin 1 maal of vaker toedienen

Wat kan er zoal fout gaan? Tijd tussen 2 toedieningen Gebruik kromme/botte/vieze naalden Verontreiniging vaccins Mengen van 2 vaccins in 1 spuit verkeerde dier(en) geënt kwaliteit vaccin?

‘Vaccinatie’ mens Effect van antigeen op mens Effect van adjuvans op mens Effect van injectie op mens

Varken vertoont allergische reactie Rode vlekken, rillen, hijgen, neervallen varken is overgevoelig voor gebruikte (oplos)middelen in vaccin behandeling: rust, evt apart leggen NB: wervels geraakt: ook dit beeld!

Wijze van toedienen Aanmaken (indien nodig) net voor toediening schone naald op spuit zetten zoveel als nodig in spuit doen plaats zorgvuldig bepalen meeste vaccins moeten in spier gespoten worden

Wijze van toedienen

Wijze van toedienen FOUT GOED

Wijze van toedienen Goede injectie heeft inktvlek veroorzaakt FOUT

Wijze van toedienen Lengte van de naald 1,5 inch (3.8 cm) zeugen 1 inch (2.5 cm) vleesvarkens 5/8 inch (1.6 cm) biggen

Hoeveelheid toegediend vaccin Meestal: 2 ml tekst volgen van bijsluiter hoeveelheid is NIET afhankelijk van gewicht van het varken

Moment van vaccinatie Vuistregels: 1.stel samen met dierenarts schema op 2.vaccineer minimaal 2-3 weken voordat varken bescherming nodig heeft 3.vaccineren in late dracht leidt tot veel antilichamen in biest en biedt bescherming aan biggen in kraamstal

1 of 2 x vaccineren? Aantal anti- lichamen 1e contact 2e contact 0 10 20 30 40 50 60 70 (tijd in dagen)

Gebruikte naalden kromme punten veroorzaken weefselschade Welzijn wordt geschaad

Gebruikte naalden vieze naalden kunnen ontstekingen veroorzaken (spuitabces)

Verontreiniging vaccins Gebruik schone naald bij vullen spuit Vul de injectiespuit niet verder dan nodig Denk eraan: vaccin is geen kiemdodend middel! Flesje waar met gebruikte naald in geprikt is moet meteen weggegooid worden

Mengen van 2 vaccins in 1 spuit Indien geregistreerd: geen probleem Indien NIET geregistreerd: NIET combineren! Reden: adjuvans van het ene vaccin kan de kiem van het andere vaccin afbreken!

Verkeerde dier(en) Zieke dieren NOOIT enten zonder overleg met dierenarts niet ‘experimenteren’ met andere leeftijdsgroep Fabrikant garandeert werking alleen als bijsluiter gevolgd is

Kan het ook aan het varken liggen? Ja ! dier met verminderde afweer aangeboren door toediening antibiotica of corticosteroiden door aanwezigheid van ziekte- kiemen die afweer dier verminderen bij dracht en lactatie door stress

Kwaliteit vaccin samenstelling wordt gegarandeerd door fabrikant (bij geregistreerd produkt) mits: GEBRUIK VOLGENS BIJSLUITER

Kan het ook aan het varken liggen (2)? dier in incubatiefase jong dier met nog afweer van zeug

Moment van vaccinatie Maternale immuniteit Aantal AL beschermd Immuniteit door vaccinatie Niet beschermd Leeftijd

Verantwoordelijkheden Afgebroken naalden Afvoer aangebroken flesjes Opvolgen wachttijden Opslag Melden ongewenste bijwerkingen

Verantwoordelijkheden kromme naalden rechtbuigen afgebroken naalden Zwak punt

Verantwoordelijkheden afvoer aangebroken flesjes wachttijden (indien aanwezig)

Verantwoorde opslag Volgens aanwijzing verpakking/bijsluiter Juiste temperatuur in het donker alleen schone naald in fles steken naald uit fles halen!

Dus niet zo!

verantwoordelijkheden Verantwoordelijkheid leidt tot verplichtingen meldt als er iets fout gaat met mens en dier aan uw dierenarts of bij bureau bijwerkingen: 0317-465730 www.brd.agro.nl

Veel succes !

Praktijkervaringen ? Meerdere vaccins op 1 dag toedienen? Vlekziekte: 2 x niet genoeg Goede adjuvantia: andere schema's bv parvo-vlekz-coli Groepvaccinatie en dekkingsgraad Drinkwatervaccinatie en ijzergehalte Algemene stimulator bv IBR neusenting Aujeszky: vroeger levend: zieke zeugen en abortus Dood: koortsreacties Markervaccins gE negatief Nationaal bestrijdingsprogramma's / wettelijke regelingen AL functies: complement fixatie en activatie / neutralisatie / agglutinatie