Cognitieve processen in lezen Paul van den Broek Universiteit Leiden University of Minnesota, USA
Overzicht Wat is begrijpend lezen Problemen begrijpend lezen Begrijpend lezen bij kinderen Overwegingen voor onderwijs
Leesproblemen 1.Basisvaardigheden (letter-identificatie, fonologisch bewustzijn, etc.) 2.Begrijpend lezen, tekst –Wat gebeurt er in het brein wanneer we begrijpend lezen? –Wat kan er daarbij mis gaan? –Wat zijn implicaties voor onderwijs?
De procedure is eigenlijk heel simpel. Eerst groepeer je dingen op basis van hun samenstelling. Natuurlijk kan één stapel soms genoeg zijn, afhankelijk van hoeveel er te doen is. Als je wegens gebrek aan facilteiten ergens anders heen moet gaan dan is dat de volgende stap, zo niet dan ben je er nu klaar voor. Het is beter niet te veel tegelijk te doen. Het is beter te weinig dan te veel te doen.
De was doen… De procedure is eigenlijk heel simpel. Eerst groepeer je dingen op basis van hun samenstelling. Natuurlijk kan één stapel soms genoeg zijn, afhankelijk van hoeveel er te doen is. Als je wegens gebrek aan facilteiten ergens anders heen moet gaan dan is dat de volgende stap, zo niet dan ben je er nu klaar voor. Het is beter niet te veel tegelijk te doen. Het is beter te weinig dan te veel te doen.
Punt 1: Begrijpend lezen is relaties leggen tussen verschillende delen van de tekst tussen tekst en achtergrondinformatie
Cognitieve processen in begrijpend lezen Centraal: de constructie van een coherente mental representatie van text Basis voor leren, toepassing van kennis Causale en referentiele verbanden, e.g.: De vrouw gaf de ober 100 Euro Hij kwam terug om haar het wisselgeld te geven Speciale leesdoelen: andere relaties Relaties leggen tijdens lezen –zeer beperkte aandachtscapaciteit –direct verbanden alleen gelegd wanneer twee tekst/kenniselementen tegelijk ‘actief’ zijn
1. A young knight rode through the forest. 2. The knight was unfamiliar with the country. 3. Suddenly, a dragon appeared. 4. The dragon was kidnapping a beautiful princess. 5. The knight wanted to free her. 6. He wanted to marry her. 7. The knight hurried after the dragon. 8. They fought for life and death, 9. Soon, the night’s armor was completely scorched. 10. At last, the knight killed the dragon. 11. He freed the princess. 12. The princess was very thankful to the knight. 13. She married the knight.
Punt 1: Succesvol lezen Effectief ‘invullen’ van beperkt working memory –Huidige tekst –Direct voorafgaande tekst –Re-activatie voorafgaande tekst –Activatie achtergrond kennis Activatie van te verbinden elementen –Automatisch –Strategisch, bewust Metacognitie strategieen
Punt 2: Problemen begrijpend lezen Constructie van coherente mentale representatie van informatie Lezer doet beroep op cognitieve processen Eye-tracking Kinderen 9, 11, 13 jaar Geidentificeerd als zwak of goed op grond van ‘CITO’ test scores plus evaluatie school
Eye tracking Lezen is niet rechtlijnig en continu, maar in saccades: Inhoudswoorden Functiewoorden (bv. ‘the’, ‘and’, hulpwerkwoorden) Regressies binnen een zin en tussen zinnen Individuele verschillen –goede en zwakke lezers –subgroepen zwakke lezers
Twee subgroepen Twee clusters van zwakke lezers: –Groep 1 ‘buiten’ tekst, activatie achtergrond kennis –Veelal irrelevant, incoherent –Groep 2 ‘binnen’ tekst –veel fixaties binnen zelfde zin –Think aloud: herhalingen/paraphrases Resultaten opvallend consistent in verschillende leeftijdsgroepen Deze groepen waren niet te onderscheiden op grond van standaard, off-line tests Interventies die aansluiten bij specifieke problemen subgroepen
Voorbeeld interventie: vragen tijdens lezen Interventie A: On-line vragen targeted op coherentie: causal vragen Interventie B: gegeneralizeerde vragen targeted op verbanden buiten direct beschikbare informatie te leggen
Punt 3: Ontwikkeling van begripsvaardigheden begint heel vroeg Kleuterjaren 7-jaar longitudinaal onderzoek: 4- en 6-jarigen Relatief onafhankelijk van ontwikkeling basisvaardigheden Begripsvaardigheden in kleuterjaren voorspelt begrijpend lezen 5 jaar later (basisvaardigheden ook, maar apart)
Oude Model Successful Reading Basic knowledge of sounds, letters & word Decoding Comprehension skills Groepen 1, 2 (3) basisschool
Nieuwe model Succesvol Lezen Basiskennis klanken, Letters & woorden Decoderen Begripsvaardigheden Groepen 1, 2 (3) Basisschool
ontwikkeling Werkgeheugen/aandachtscapaciteit Strategieen voor leggen van verbanden Soorten relaties (concrete abstract) Basis taalvaardigheden
Punt 4:Neurologische processen Localizatie functional Magnetic Resonance Imaging (fMRI) Pet en CT scan Proces en interdependencies Electro-Encephalography(EEG) Magnetic Encephalography (MEG)
Magnetoencephalography (MEG) –248-kanaals axiaal gradiometer systeem –Sampling: Hz ( Hz) –Niet invasief –Real-time opname –Uitstekende temporale resolutie –Spatiële resolutie Taak –Tekstbegrip (reading comprehension) Methoden
Tuk the Inuit boy Dit is het verhaal van een jongen, Tuk, die op de noordpool woonde. Hij wilde laten zien dat hij dapper was door op grote dieren te jagen, net als zijn vader, die een goede jager was. Sommige mensen houden niet van het idee van jagen, maar de familie van Tuk is afhankelijk van dieren om te eten en kleding te maken… Vader en zoon bereiden eerste jacht voor Actie: jagen Actie: beer jaagt op Tuk, ontsnapt Probleem: aanval door beer Tuk Planning Actie: Tuk voert plan uit en doodt beer Uitkomst, oplossing Totaal: 118 zinsdelen (clauses)
Conclusies Tijdens lezen, leggen van verbanden en opbouwen van een coherente representatie van de tekst, relevante (en beschikbare) achtergrondkennis –Automatische processen –Strategische processen Vaardigheden voor begrijpend lezen beginnen ontwikkeling voor schooljaren Goed en zwakke lezers verschillen in de processen en strategieen Zwakke lezers met verschillende profielen –Gefocuste interventies Bescheiden begin onderzoek naar neurologische basis van begrijpend lezen –coordinatie talrijke hersengebieden
Overwegingen voor praktijk I 1.Vroegtijdig (voorschools) aandacht voor ontwikkeling begripsvaardigheden –Ontwikkel en oefen verbanden leggen dmv. andere media (TV, voorlezen, sociale interacties) vragen stellen om verbanden te leggen Individueel, samenwerkend leren 2.Leestests moeten begripsvaardigheden als apart onderdeel hebben.
Overwegingen voor praktijk II 1.Begripsmoeilijkheden vinden oorsprong in verschillende deelvaardigheden –Vraagt om specifieke oplossingen (voordeel: kan kleinschalig) –Identificeer deelvaardigheden die problemen veroorzaken. –Basistaal (dyslexia, NT2), achtergrond kennis, strategieen 2.Sommige problemen kunnen alleen gecompenseerd worden, anderen kunnen worden verholpen. 3.Automatisering vaardigheden
Enige referenties van den Broek, P. (April 23, 2010). Using Texts in Science Education: Cognitive Processes and Knowledge Representation. Science, 328, van den Broek, P. (2009). Cognitieve en neurologische processen tijdens begrijpend lezen: Fundamenteel onderzoek en onderwijskundige toepassing. Oratie. Leiden, the Netherlands: Leiden University Press (en op persoonlijke website). Rapp, D. N., van den Broek, P., McMaster, K. L., Kendeou, P., & Espin, C. A. (2007). Higher-order comprehension processes in struggling readers: A perspective for research and intervention. Scientific Studies of Reading, 11,
DANK U!