Spoedgevallen: acute dyspnoe Marloes Jacobs, HAB 12 september 2012.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
LET OP !!! © 2011 Nederlandse Reanimatie Raad
Advertisements

Exacerbatie Astma Nynke Kuypers, kaderhuisarts i.o.
Workshop ACQ en CCQ Het gebruik in de dagelijkse praktijk
Kanker gerelateerde vermoeidheid
16 – 04 – 2014 Tessa Biesheuvel AFAS stadion Congres traumatologie
Stridor bij kinderen Onderwijsdag
Casus Dhr H Tonisch/clonisch insult doorgemaakt Postictaal op SEH binnen gekomen Niet reagerend op aanspreken Volgens vriendin/ouders afgelopen.
Plasklas.
Step by step Methode om een praktijkvoorval zo te vertellen dat anderen geaktiveerd worden om mee te denken.
DIAGNOSE ‘MASSA IN THORAX’
EHBSO Module voor BSM.
Een mediastinale massa
Klinische stage 2007 Judith Labohm
Apparent Life Threatening Event
toetscasus Fenneken Meulink
Sandra Tamis 1 september 2006
Workshop Medicamenteuze therapie bij COPD
Palliatieve zorg en Hartfalen
Palliatieve sedatie Het opzettelijk verlagen van het bewustzijn
Palliatieve sedatie Het opzettelijk verlagen van het bewustzijn
Delier in de palliatieve fase
Triage: sorteren kun je leren! Rita Nieuwenhuis Pieter Jochems
Inhoud COPD Astma Overeenkomsten en verschillen Wat is COPD
Samenwerkingsafspraken terminaal hartfalen
Fysische diagnostiek van de thorax:
ABCDE systematiek Voor arts assistenten Erwin ten Hoeve, SEH arts KNMG.
Traumatologie Hoe te herkennen en wat te doen?
CASUS KEELPIJN.
Presentatie nieuwe richtlijn
CASUS PATIENT MET DIKKE KNIE
“Tijdig spreken over levenseinde”
Sophie Cohen, Angela van Eekelen Michiel Hageman
Handelen bedrijfsarts bij rugklachten (herzien)
Een 58-jarige vrouw met pijn op de borst
FTO over Hartfalen Karel Brühl 18 juni 2015.
Casus Noah.
Herkenning van het potentieel bedreigde kind
Blow Out Franca Horstink-Wortel
LONGEN.
Is het het hart of zijn het de longen?
A1 – Samenvatting casus 69-jarige man
T.O. Aalders Huisarts i.o. Vumc huisartsopleiding
Man, geboren Voorgeschiedenis Diabetes mellitus type 2 Complicaties: Neuropathie Nefropathie Retinopathie Nevendiagnoses: Hypertensie Hypercholesterolemie.
SPOEDGEVALLEN: Het zieke kind Marloes Jacobs, HAB, september 2014
DE KANTELPROEF.
Asymmetrische motoriek bij pasgeborenen Asymmetrische motoriek bij pasgeborenen Drs. F. Morpurgo Kinderarts ‘s Lands Hospitaal Drs. A. Hoeblal Assistent.
Scrotale pathologie kind
Hartfalen Hospice Wageningen Renkum Adri Jobse huisarts.
Keelpijn en heesheid.
“Kruispunt” Diagnostiek en observaties
Palliatieve sedatie Franca Horstink-Wortel
Noorderpoort PRS Pijn Thorax
Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties
Palliatieve sedatie Geen momentopname maar mogelijke uitkomst in kaderpalliatief zorgtraject. Doel: Lijden verlichten en rust brengen met behulp van middelen.
EHBO Deel 1.
Het benauwde kind Edinburgh november 2017
Pulmonale aandoeningen op de IC op de X-thorax
Ziekten van de lagere luchtwegen
Ziekten van de lagere luchtwegen
KINDERSYNDROMEN JOLIEN DEMUYNCK 1 BaTP C.
Spoed in de huisartsenpraktijk
Koorts en hoesten 8 maart 2011 Barbara De Wilde.
Overzicht verschillende longziekten

Lage luchtweginfecties (LLWI) bij kwetsbare ouderen
URGENTIES IN DE OTORHINOLARYNGOLOGIE
Brugge-Heidehuis 18 november 2017
Ademhaling pathologie
SOEP REGISTRATIE.
Werkvorm 2 voor 12 Judith Teunissen Academie voor Gezondheid
Transcript van de presentatie:

Spoedgevallen: acute dyspnoe Marloes Jacobs, HAB 12 september 2012

Spoedgevallen: ABCDE  Treat first that kills first  Geen diagnose maar toestandsbeeld inschatten (prognose; urgentie)  A – Airway  B – Breathing  C – Circulation  D – Disabilities (neurologisch)  E – Environment/Evaluation  → Communicatie met andere hulpverleners

Casus dyspnoe – eerste benadering  Vrouw, 23 jaar.  Komt zaterdagmiddag op de HAP met ernstige benauwdheid.  Waar kijk je naar en wat doe je?  A: ademweg vrij, CWK recht  B: breathing: spontane ademhaling, dyspnoe +  C: circulatie: pols aanwezig, huidkleur en -temp normaal, cap.refill 1 sec.  D: disabilities: alert  E: environment/evaluation: B-probleem?  Wat doe je nu?

Dyspnoe – tweede benadering: waar kijk je naar en wat doe je?  A – hoorbare ademhaling +. Heesheid -.  B – ademhalingsfrequentie 28/min. Normale thoraxbewegingen +. Secundaire ademhalingsspieren +. Zuurstofsaturatie 89%.  C – polsfrequentie 110/min. Bloeddruk 140/85. Gestuwde halsvenen -.  D – EMV-score 15  E – lichaamstemp 36.8  toestandsbeeld: probleem op A of B gebied.

Dyspnoe – evaluatie 2  B-probleem: wat nu?  Huisartsgeneeskundig: anamnese en lich.ond.

Acute dyspnoe: anamnese – 5 vragen  1belangrijkste klacht?  -> benauwdheid  2wanneer begonnen/beloop?  -> gisteravond na bezoek aan vriendin met kat, steeds kortademiger  3bijkomende klachten?  -> hartkloppingen  4VG, medicatie, allergie?  -> astma, pulmicort en bricanyl, kattenallergie  (5wat is belangrijkste reden voor ongerustheid/hulpvraag?  -> vorige keer opname nodig geweest, bang dat het weer niet gaat.)

Acute dyspnoe: lichamelijk onderzoek  Top tot teen onderzoek (gericht op klacht)  Hier m.n. hart en longen.  Bevindingen:  - symmetrische thoraxbewegingen  - cor S1S2 $  - pulm. SP, verlengd piepend exspirium

Diagnostische en therapeutische overwegingen bij ‘acute dyspnoe’  DD/ exacerbatie astma  Beleid: wat ga je nu doen? Wat later?  Beleid: vernevelen met salbutamol (HAP), thuis salbutamol puffs via voorzetkamer 4-10 puffs, 5x ademhalen per keer.  Start prednison stootkuur 1 dd 30 mg, ged. 10 dg.

Casus acute dyspnoe 2  Wat indien geen exspiratoire maar inspiratoire stridor bij kind van 2 jaar?  A-probleem; pseudocroup  Beleid afhankelijk van de ernst:  - Mild (incidentele blafhoest, geen stridor of intrekkingen in rust): exp.  - Matig ernstig (frequente blafhoest, stridor en intrekkingen in rust, geen agitatie; ): dexamethason 0,15 mg/kg eenmalig p.o. of i.m. of inhalatie. Controle na half uur.  - Ernstig (frequente blafhoest, opvallende inspiratoire en soms ook expiratoire stridor, forse intrekkingen in rust, significante nood en agitatie): naar kinderarts  NB: dreigend respiratoir falen: alle variaties van hoest/stridor/intrekkingen, met daarbij lethargie of verminderd bewustzijn en een grauw uiterlijk -> naar kinderarts.

Oktober – december: pseudocroup Oktober – maart: bronchiolitis  - RSV; incidentie 22/1000 patiënten/jaar (piekincidentie: 2-6 maanden)  - symptomen:  verkoudheid, droge hoest, progressieve dyspnoe, tachypnoe, koorts, kreunen  - auscultatie:  in- en exspiratoire fijne crepitaties beide longen, soms exspiratoir piepen  - meestal binnen 3-7 dagen spontaan herstel  - medicatie niet nodig/werkzaam (evt. proef met β-2-mimetica)  - advies ouders: bij ernstige of progressieve benauwdheid, kortdurende ademstops, onvoldoende drinken (minder dan de helft van de voeding): direct opnieuw contact opnemen met HA.

RS-virus infectie:  Verwijzing naar kinderarts bij:  - slecht drinken  - lethargie of agitatie  - apneuperiodes  - progressieve of ernstige dyspneu (tachypneu, neusvleugelen en/of kreunen, ernstige intrekkingen, cyanose)  - onzekerheid over de diagnose  → per jaar 1% van de kinderen <1 jaar met RSV-bronchiolitis: zh- opname

Casus acute dyspnoe 3  72-jarige man met myocardinfarct in de voorgeschiedenis; toenemende benauwdheid, orthopnoe en oedeem. Ausc.: crepitaties achter.  Probleem op welk niveau?  Acute decompensatio cordis/hartfalen: vaak klam, transpireren, reutelende ademhaling, soms piepen, soms POB.  RR/pols meten! Cor/Pulm. beluisteren  Beleid:  -> rechtop zetten, 2 puffs nitrospray s.l.; furosemide mg i.v., evt. morfine 5 mg i.v.; O2!

Casus acute dyspnoe 4  Wat indien unilaterale ‘voetstappen in de sneeuw’ bij 58-jarige vrouw met status na mastectomie? Pleurawrijven; pleuritis -> insturen

Casus acute dyspnoe 5  Wat indien saturatie 100% bij twintiger na eerste keer gebruik XTC-pil?  Hyperventilatie/paniekaanval -> uitleg

Casus acute dyspnoe 6  Wat indien ernstige dyspnoe bij cachectische terminale man met uitbehandeld longcarcinoom? Dyspnoe in palliatieve zorg: morfine i.m. of per pomp (ophogen met 15% vd bestaande dagdosis). Bij verstikking: midazolam mg s.c., i.m. of langzaam i.v. 5 mg.

Casus acute dyspnoe 7  Wat indien unilaterale pijn op de thorax bij inademing bij jonge pilgebruikende vrouw na vliegreis? Longembolie: verwijzen

Casus acute dyspnoe 8  Wat indien nauwelijks ademgeruis bij 72-jarige man die al 55 jaar rookt?  Emfyseem  Cave niet teveel O2; salbutamol 4-10 puffs via voorzetkamer, 5x ademhalen per keer, evt. ipratropium 2-4 puffs.  Indien beter: start prednison stootkuur 30 mg 1 dd, 10 dg, controle volgende dag.  Indien geen verbetering na 30 min., of uitputting, of eerder opname nodig: verwijzen.

Samenvatting acute dyspnoe  Geen diagnose maar toestandsbeeld vaststellen (ABCDE).  Bedreigde vitale functies direct behandelen.  Nodig in dokterstas:  - saturatiemeter  - nitroglycerine (spray 0,4 mg/dosis)  - salbutamol (aërosol 100 mcg/dosis)  - ipratropium (aërosol 20 mcg/dosis)  - furosemide (3 amp van 40 mg/4 ml)  - midazolam (amp 5 mg/5ml en 15 mg/3 ml)  - morfine (amp 10 mg/1 ml)  - dexamethason (amp 5 mg/1 ml, of tablet 0,5 of 1,5 mg)