9§3 Totalitaire ideeën in de praktijk II Fascisme
Fascisme Ontstaan na WO I Oorzaak: angst van (vooral) de ‘bezittende klasse’ voor het communisme veel mensen teleurgesteld door de afloop van WO I
kenmerken van het fascisme: Ongelijkheid is goed, want ongelijkheid is natuurlijk Fascisten zijn voorstander van: Herstel van orde en rust door het gezag van een sterke staat Het leidersprincipe (de leider beslist) De verheerlijking geweld en militarisme (oorlog is goed) De verheerlijking van het eigen volk (nationalisme) De ongelijkheid in welvaart tussen groepen in de samenleving (dus het bezit van de rijken blijft ongemoeid)
Kenmerken van het fascisme fascisme is daarom tegenstander van: communisme en socialisme (want dat predikt gelijkheid) parlementaire democratie (want democratie gaat uit van gelijke politieke rechten) vrouwenemancipatie (vrouwen zijn minderwaardig aan mannen)
Fascisme in Italië 1922-1943 Fascistisch symbool is de ‘fasces’, het symbool van gezag en macht in het Oude Rome. De Fascisten wilden Italië weer zo machtig maken als tijdens het Romeinse Rijk. In 1922 weet Benito Mussolini na ‘de Mars op Rome’ de macht te grijpen. Maakt Italië tot een eenpartijstaat met hemzelf als sterke leider (Il Duce). Tegenstanders werden als vijand van het volk beschouwd en vervolgd.
Nationaal-socialisme (nazisme) in Duitsland Nationaal-socialisme = fascisme + racisme (antisemitisme)
München 1923 geïnspireerd op de machtsovername van Mussolini in Italië probeert Hitler de macht te grijpen. Het mislukt omdat leger en politie trouw blijven aan de democratische regering.
1929: Economische wereldcrisis Na Dawesplan 1924: Duitse economie bloeit: aanhang Nazi’s vermindert. Beurskrach 1929: Amerika stopt leningen aan Duitsland gevolg: grote werkloosheid in Duitsland Democratische regering heeft geen oplossing
Hitlers oplossing Veel Duitsers wanhopig Hitler belooft Duitsers: 1) einde aan werkloosheid 2) terugdraaien schandalig vredesverdrag van Versailles
Gevolg: Hitler wint verkiezingen: januari 1933 Hitler Rijkskanselier
Nazi’s aan de macht (1933-1945) Duitsland ‘gelijkgeschakeld’ De kranten mogen alleen door het propaganda ministerie goedgekeurde berichten schrijven Nazi’s aan de macht (1933-1945) Duitsland ‘gelijkgeschakeld’ Vakbonden en werkgeversorganisaties moeten Gedwongen opgaan in het Deutsche Arbeitsfront 10 mei 1933: verbranding van door de Nazistische Kultuurkamer verboden boeken Onderwijs wordt ‘genazificeerd’ Enige toegestane jeugdbeweging Is de Hitlerjugend Einde van de rechtsstaat: rechters brengen de nazigroet Duitse geestelijken brengen de Nazi-groet Maatschappij ‘gelijkgeschakeld’ (= hele samenleving wordt nazistisch gemaakt), o.a: onderwijs cultuur media rechtspraak vakbonden
Minister van propaganda Goebbels Minister van propaganda Om het volk te ‘hersenspoelen’ maakte Hitler veel gebruik van propaganda (zie 9§4), Vooral met moderne massacommunicatiemiddelen zoals de radio