Voor meer informatie zie hartfalen.nl © 2015 Novartis Pharma, oktober 2015, 1015HF HARTFALEN PATHOFYSIOLOGIE HIGHLIGHTS
Bij patiënten met hartfalen leiden structuurveranderingen in de linkerventrikel tot veranderingen in het hartvolume en de wanddikte. Door de afwijkingen in de structuur of functie van het hart ontstaat 1 : Onvoldoende pompfunctie van het hart, gemeten in cardiale output Slechte doorbloeding van organen en weefsels in het lichaam Activering van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS) en het sympatische zenuwstelsel (SZS) Activering van het RAAS-systeem leidt tot 1,2 : Vasoconstrictie Vochtretentie Hartfibrose Hypertrofie Hypertensie Activering van het SZS leidt tot 2 : Vasoconstrictie Toename hartfrequentie en contractiliteit van het myocard Natriumretentie Afgifte van renine Natriuretische peptiden remmen de effecten van het RAAS en SZS in eerste instantie, naarmate het hartfalen langer bestaat worden deze effecten minder. 2-4 Pathofysiologie hartfalen De onderliggende neurohormonale disbalans leidt tot verdere progressie van hartfalen 1. Fauci AS, Braunwald E, Kasper DL, et al, eds. Harrison's Principles of Internal Medicine. 17th ed. New York: McGraw-Hill; Boerrigter G, Costello-Boerrigter L, Burnett JC Jr. Alterations in renal function in heart failure. In: Mann DL, ed. Heart Failure: A Companion to Braunwald's Heart Disease. 2nd ed. St Louis: Saunders; McMurray J, Komajda M, Anker S, Gardner R. Heart failure: epidemiology, pathophysiology and diagnosis. In: Camm AJ, Lüscher TF, Serruys PW, eds. ESC Textbook of Cardiovascular Medicine, 2nd ed. New York: Oxford University Press; Mann DL, Zipes DP, Libby P, Bonow RO, eds. Braunwald’s Heart Disease: A Textbook of Cardiovascular Medicine. 10th ed. Philadelphia: Saunders; 2015.
RAAS = Renine-angiotensine-aldosteronsysteem SZS = Sympatisch zenuwstelsel NP's = Natriuretische peptiden DE SLUIPENDE PROGRESSIE VAN CHRONISCH HARTFALEN HARTSCHADE Het RAAS en SZS raken chronisch overgestimuleerd waardoor het hart nog verder wordt belast 1 Verdere afname van de pompfunctie en verandering in de vorm en structuur van het hart 1 PROGRESSIE VAN HARTFALEN Gunstige compenserende effecten van NP's op het hart worden minder 2-4 Pathofysiologie hartfalen De onderliggende neurohormonale disbalans leidt tot verdere progressie van hartfalen Zelfs als de symptomen van hartfalen gestabiliseerd zijn met de huidige beschikbare geneesmiddelen en het beter lijkt te gaan met de patiënt, is de onderliggende neurohormonale disbalans nog steeds aanwezig met als gevolg verdere progressie van de afwijkingen in de hartstructuur en hartfunctie. 1 Deze aanhoudende hormonale disbalans van de hartfunctie leidt tot verdere achteruitgang 1 1. Fauci AS, Braunwald E, Kasper DL, et al, eds. Harrison's Principles of Internal Medicine. 17th ed. New York: McGraw-Hill; Boerrigter G, Costello- Boerrigter L, Burnett JC Jr. Alterations in renal function in heart failure. In: Mann DL, ed. Heart Failure: A Companion to Braunwald's Heart Disease. 2nd ed. St Louis: Saunders; McMurray J, Komajda M, Anker S, Gardner R. Heart failure: epidemiology, pathophysiology and diagnosis. In: Camm AJ, Lüscher TF, Serruys PW, eds. ESC Textbook of Cardiovascular Medicine, 2nd ed. New York: Oxford University Press; Mann DL, Zipes DP, Libby P, Bonow RO, eds. Braunwald’s Heart Disease: A Textbook of Cardiovascular Medicine. 10th ed. Philadelphia: Saunders; 2015.
HARTFALEN IS EEN PROGRESSIEVE AANDOENING 2 HARTFUNCTIE ZIEKTEPROGRESSIE Ziekenhuisopnames voor episodes van acute decompensatie Chronische achteruitgang Hartfalen is een complexe progressieve aandoening veroorzaakt door een neurohormonale disbalans. Dit leidt tot een steeds verdere achteruitgang van de hartfunctie, die gepaard gaat met acute episodes die resulteren in herhaaldelijke ziekenhuisopnames. Na een acute episode van decompensatie bereikt de hartfunctie niet meer het niveau van voor deze episode. 1 Pathofysiologie hartfalen Onderliggende neurohormonale disbalans leidt tot verdere progressie van hartfalen Figuur bewerkt naar: Gheorghiade M, et al. Am J Cardiol Fauci AS, Braunwald E, Kasper DL, et al, eds. Harrison's Principles of Internal Medicine. 17th ed. New York: McGraw-Hill; Boerrigter G, Costello- Boerrigter L, Burnett JC Jr. Alterations in renal function in heart failure. In: Mann DL, ed. Heart Failure: A Companion to Braunwald's Heart Disease. 2nd ed. St Louis: Saunders; 2011.
BNP = B-type natriuretisch peptide ANP = Atriaal natriuretisch peptide CNP = C-type natriuretisch peptide CZS = Centraal zenuwstelsel NT-proBNP = N-terminaal-proBNP TGF = Transformerende groeifactor VRIJKOMEN VAN DE DRIE BELANGRIJKSTE TYPES NATRIURETISCHE PEPTIDEN (ANP, BNP, CNP) BIJ HARTFALEN 3,4,6 * Natriuretische peptiden hebben een belangrijk therapeutisch doel door hun vermogen om RAAS en SZS te remmen. 2,3 Pathofysiologie hartfalen De onderliggende neurohormonale disbalans leidt tot verdere progressie van hartfalen MYOCARDIALE STRESS CYTOKINES (TGF-Beta) Ventriculaire myocyten Atriale myocyten Endotheelcellen ProBNP NT-proBNPBNP ANP CNP 1. Fauci AS, Braunwald E, Kasper DL, et al, eds. Harrison's Principles of Internal Medicine. 17th ed. New York: McGraw-Hill; Boerrigter G, Costello- Boerrigter L, Burnett JC Jr. Alterations in renal function in heart failure. In: Mann DL, ed. Heart Failure: A Companion to Braunwald's Heart Disease. 2nd ed. St Louis: Saunders; McMurray J, Komajda M, Anker S, Gardner R. Heart failure: epidemiology, pathophysiology and diagnosis. In: Camm AJ, Lüscher TF, Serruys PW, eds. ESC Textbook of Cardiovascular Medicine, 2nd ed. New York: Oxford University Press; Mann DL, Zipes DP, Libby P, Bonow RO, eds. Braunwald’s Heart Disease: A Textbook of Cardiovascular Medicine. 10th ed. Philadelphia: Saunders; Gheorghiade M, De Luca L, Fonarow GC, et al. Pathophysiologic targets in the early phase of acute heart failure syndromes. Am J Cardiol. 2005;96(6A):11G-17G. 6. Goetze JP, Friis-Hansen L, Rehfeld JF, Nilsson B, Svendsen JH. Atrial secretion of B-type natriuretic peptide. Eur Heart J. 2006;27(14): “Angiotensin receptor-neprilysin inhibition with LCZ696: a novel approach for the treatment of heart failure” Drug Discovery Today: Therapeutic Strategies (Heart failure)2012:9(4);e313-e139 7
Pathofysiologie hartfalen De onderliggende neurohormonale disbalans leidt tot verdere progressie van hartfalen BNP = B-type natriuretisch peptide ANP = Atriaal natriuretisch peptide CNP = C-type natriuretisch peptide SZS = Sympatisch zenuwstelsel CZS = Centraal zenuwstelsel NT-proBNP = N-terminaal-proBNP TGF = Transformerende groeifactor THERAPEUTISCHE EFFECTEN VAN DE DRIE BELANGRIJKSTE TYPES NATRIURETISCHE PEPTIDEN BIJ HARTFALEN 3,4,6 * Natriuretische peptiden hebben een belangrijk therapeutisch doel door hun vermogen om RAAS en SZS te remmen. 2,3 ANP, BNP, CNP CZS Hartspier NierenBloed & vaatstelsel Remming van het overgestimuleerde SZS Maladoptieve cardiale hypertrofie Fibrose Natrium excretie Water excretie RAAS-remming Vasodilatatie Vaatvolume Hypertensie Bij hartfalen is er een tekort aan de natriuretische peptiden, en aan hun gunstige effecten. 1. Fauci AS, Braunwald E, Kasper DL, et al, eds. Harrison's Principles of Internal Medicine. 17th ed. New York: McGraw-Hill; Boerrigter G, Costello- Boerrigter L, Burnett JC Jr. Alterations in renal function in heart failure. In: Mann DL, ed. Heart Failure: A Companion to Braunwald's Heart Disease. 2nd ed. St Louis: Saunders; McMurray J, Komajda M, Anker S, Gardner R. Heart failure: epidemiology, pathophysiology and diagnosis. In: Camm AJ, Lüscher TF, Serruys PW, eds. ESC Textbook of Cardiovascular Medicine, 2nd ed. New York: Oxford University Press; Mann DL, Zipes DP, Libby P, Bonow RO, eds. Braunwald’s Heart Disease: A Textbook of Cardiovascular Medicine. 10th ed. Philadelphia: Saunders; Gheorghiade M, De Luca L, Fonarow GC, et al. Pathophysiologic targets in the early phase of acute heart failure syndromes. Am J Cardiol. 2005;96(6A):11G-17G. 6. Goetze JP, Friis-Hansen L, Rehfeld JF, Nilsson B, Svendsen JH. Atrial secretion of B-type natriuretic peptide. Eur Heart J. 2006;27(14):