De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Kenmerk 40 Twee Wereldoorlogen Les 1 – Oorzaken WO I

Verwante presentaties


Presentatie over: "Kenmerk 40 Twee Wereldoorlogen Les 1 – Oorzaken WO I"— Transcript van de presentatie:

1 Kenmerk 40 Twee Wereldoorlogen Les 1 – Oorzaken WO I

2 Dieper liggende oorzaken
H7:§ 1: p122-4 1870 1880 1890 1900 1910 1920 1930 1940 1950 1960 Dieper liggende oorzaken Nationalisme Het nationalisme van begin 19e eeuw veranderde tot nationalisme waarbij eigen superioriteit en haat tegen het vreemde, tegen buitenlandse invloeden (politiek en cultureel) steeds meer de overhand nam

3 Dieper liggende oorzaken
1870 1880 1890 1900 1910 1920 1930 1940 1950 1960 Dieper liggende oorzaken Imperialisme (lees: modern imperialisme) Wedloop om koloniën Voor economische redenen Grondstoffen en afzetgebieden Voor sociale redenen aanzien Voor bestuurlijke redenen Strategische gebieden Grote rivaliteit tussen Europese landen, o.a. Duitsland versus Engeland = “Weltpolitik” en “Een plaats onder de zon” (Duitse vlootpolitiek) versus “Britannia rules the waves”

4 Dieper liggende oorzaken
1870 1880 1890 1900 1910 1920 1930 1940 1950 1960 Dieper liggende oorzaken Militarisme Landen (lees: leiders van landen) willen niet meer zoals de Fransen in de Frans-Pruisische oorlog ( ) verrast worden door snellere mobilisatie van de vijand Hierdoor krijgen de Generale Staven meer ruimte – en daarmee ook invloed – alvast plannen te maken voor een eventuele oorlog Oorlog wordt weer gezien als een middel om politieke doeleinden te bereiken Onder de bevolking wordt een krijgshaftige geest gekweekt

5 Dieper liggende oorzaken
1870 1880 1890 1900 1910 1920 1930 1940 1950 1960 Dieper liggende oorzaken Wapenwedloop Engeland versus Duitsland Wie heeft de grootste vloot? Frankrijk versus Duitsland Na 1871 breidde Frankrijk haar leger snel uit; de Duitse reactie bleef niet uit Oostenrijk-Hongarije versus Rusland Eind 19e eeuw was het Russische leger enorm in omvang gegroeid; O-H moest wel reageren om de Russische stoomwals tegen te kunnen houden (Balkan!)

6 Dieper liggende oorzaken
1870 1880 1890 1900 1910 1920 1930 1940 1950 1960 Dieper liggende oorzaken Bondgenootschappen Engeland Was de baas op zee en wilde dit blijven Sloot verdragen met Frankrijk, Rusland en België om haar machtspositie in Europa te verstevigen In 1904 al met Frankrijk: Entente Cordiale 1907 opnieuw samen met Frankrijk én Rusland: Triple Entente Ging verder gewoon haar eigen gang! Duitsland Wilhelm II wil wereldmacht Versterkte haar positie in Europa door een verbond met Oostenrijk-Hongarije (de dubbelmonarchie) aan te gaan Tweebond (1882) Vijf jaar later sloot men met Italië erbij de Driebond – Triple Alliance (1887) Bondgenootschappen leidden tot Onvoorzichtiger gedrag Domino-effect wanneer er een conflict ontstaat

7 Bondgenootschappen

8

9 Dieper liggende oorzaken
1870 1880 1890 1900 1910 1920 1930 1940 1950 1960 Dieper liggende oorzaken Vergissingen politiek leiders Averechtse gevolgen bondgenootschappen Nationalisme en militarisme leidde tot zelfoverschatting Geen idee van de effecten van de inzet van de moderne wapens

10 1870 1880 1890 1900 1910 1920 1930 1940 1950 1960 Directe oorzaak Door moord op Frans Ferdinand ontstond een kettingreactie Oostenrijk-Hongarije → Servië Rusland → Oostenrijk-Hongarije Duitsland → Rusland Frankrijk → Duitsland Duitsland → België Engeland → Duitsland Welk bovenstaand land vormt een uitzondering (en waarom denk je dat)?

11 Von Schliffenplan Duitsland had al ruim voor het uitbreken van de oorlog een tactisch plan voor de aanval op Frankrijk klaarliggen! Probleempje Al vanaf 1838 had België een neutraliteitspact met Engeland gesloten 4 augustus 1914


Download ppt "Kenmerk 40 Twee Wereldoorlogen Les 1 – Oorzaken WO I"

Verwante presentaties


Ads door Google