De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Jaar Chemika Leuven-Vlaams

Verwante presentaties


Presentatie over: "Jaar Chemika Leuven-Vlaams"— Transcript van de presentatie:

1 1961-1970 60 Jaar Chemika Leuven-Vlaams
Natuurlijk is het meest memorabele aan die tijd niet een activiteit van Chemika, of een uitspraak van een prof, maar een opstand van de studenten. De jaren ‘60 werden bepaald door Leuven-Vlaams en diens aanleidingen en gevolgen. Op 15 januari 1968 maakte de Franstalige afdeling haar algemene expansieplannen bekend. Deze plannen omvatten de uitbreiding naar Woluwe en Waver maar ook het behoud van de Franstalige afdeling in Leuven. De aankondiging veroorzaakte hevig oproer van Vlaamse studenten, waardoor de toestand in Leuven zeer gespannen geraakte. De Vlaamse studenten lanceerden slagzinnen als Leuven Vlaams en Walen buiten. Vooral deze laatste slagzin werd door de Franstaligen als kwetsend ervaren. Leuven-Vlaams was niet gewoon een universiteitskwestie, het was het begin van de autonomie van Vlaanderen, de eerste stap richting staatshervormingen. Het was ook de uitbarsting die kwam na jaren van frustraties, een broodnodige revolte om het leven beter te maken, en meer rechten voor de Vlamingen te verkrijgen. Voor de richting Scheikunde was er het specifieke probleem van plaats en tijdstekort. De toenmalige locatie van het departement scheikunde was waar vandaag het Stuk is, en iedere prof moest daar zijn labo’s geven in twee talen, wat uiteraard onmogelijk behouden kon blijven. Er hing die tijd een heel harde sfeer in Leuven. Het initiatief heette Leuven Vlaams, en de strijd ging niet stoppen voor dat dit gerealiseerd was. Ook Chemika was betrokken in deze woelige tijd, en liet het onderwerp niet links liggen. John Verwimp: “Belangrijkst was natuurlijk de 'Leuven Vlaams'-beweging. Op onze faculteit circuleerden er "Walen buiten"-petities. Net als iedereen heb ik die toen getekend. Spijtig genoeg bekoelde daardoor mijn relatie met professor van Tiggelen bij wie ik assistent was. Hij was een vriendelijke, zeer intelligente man. Als Franstalige had hij Nederlands geleerd om ons analytische scheikunde te kunnen geven. Hij kreeg snel lucht van het feit dat ik die petitie getekend had en dat kwam bij hem aan als een mokerslag. Toen ik nog maar pas student was, was ik de enige Belgicist tussen flaminganten. Pas na een tijdje werd ik ook flamingant, toen ik zag hoe arrogant de Brusselaars waren. Uiteindelijk werd de petitie een fameus lange lijst: iedere Vlaming die aan de universiteit werkte, tekende. Toch heb ik nooit wrevel ondervonden tegen mijn persoon: ik gaf zowel aan de Vlamingen als aan de Walen les. Die Walen waren in het algemeen zeer welopgevoede mensen, ze nodigden me af en toe uit om met hen te gaan eten. Nochtans ging het er soms hard aan toe: er werd gevochten, straten werden opengebroken. Maar er zijn overal fanatiekelingen, nietwaar.” Hoewel dat tegenwoordig voor de studenten ondenkbaar is geworden, werd er in deze tijd nog op zaterdag voormiddag les gegeven. Meestal was dit een labo, waardoor vrijdagavond de perfecte uitgaansavond werd. Dit had tijdens de opstanden van ’68 ook praktische gevolgen. Zo waren er vroeger op de Bondgenotenlaan drie door studenten geliefde attracties. Twee cinema zalen; de Rex en de Forum en daartegenover lag het studentenrestaurant de Alma. Nu was het zo dat deze drie gebouwen op ongeveer hetzelfde tijdstip leeg liepen, de film was gedaan en het avondeten was binnengespeeld, allemaal rond 23u. Zo’n massa aan studenten kon niets anders dan rellen opleveren in deze woelige tijden. Iedere vrijdag weer werden de frustraties te erg, en kon er niet anders dan gevochten worden. Er werd geroepen naar elkaar en de straten werden open gebroken, en langzamerhand vermenigvuldigde deze massa zich verder tot op de Grote markt, de Oude markt en de Naamsestraat, tot zo uiteindelijk het hele centrum gevuld was met studenten. Tot dat natuurlijk de flikken kwamen opgerukt vanaf het station, met waterkanonnen in de aanval. Dan was het niet meer Vlamingen tegen Walen, maar studenten gezamenlijk tegen de flikken. Om het met de woorden van Paul Balduck te zeggen: “ Ge waart in dienen tijd geen goede student geweest als ge niet in den bak had gezeten.” Menig student is opgepakt geweest omwille van schoolvorming, en iedereen moest een nachtje doorbrengen op het politiekantoor. De protesten bleven niet enkel op de straat. In mei was er met Onze-Lieve-Heer Hemelvaart een mis in de Sint-Pieterskerk. De studenten werden toen opgeroepen door de KVHV om tijdens deze mis in plaats van geld, papiertjes met daarop:” Geen Leuven Vlaams, geen centen, monseigneur!” in de collectieschalen te leggen. Er werd toen ook een sit-in gehouden in Alma 2. Alle studenten werden uitgenodigd om de nacht van 7 februari ’68 samen door te brengen, terwijl er in Brussel door de regering werd onderhandeld. Dit was de nacht waarop de regering Vanden Boeynants viel en de studenten dus dichter bij hun doel kwamen van een compleet gescheiden universiteit. Uiteraard kunnen zo kort voor de blokperiode de gevolgen voor de studies niet uitblijven. Zo kon er door al het betogen natuurlijk minder tijd besteed worden aan studeren, iets wat toch nodig is voor de gewenste punten te halen. Daar bovenop vielen de lessen na mei stil, en werden zo de laatste delen van sommige vakken niet meer gegeven. Voor de universiteit was het natuurlijk ook moeilijk om alles terug in orde te krijgen na deze veranderingen. De boeken in de bibliotheek werden door middel van een Salomonsoordeel over de twee universiteiten verdeeld, de ene helft bleef in Leuven, de andere ging naar Louvain-la-Neuve. Niet enkel studenten werden geraakt door deze splitsing, vele proffen die hadden gekozen voor de Franse taalrol moesten uiteindelijk met heel hun labo verhuizen, en velen waren hier hard door aangedaan. Gelukkig hebben deze proffen hun frustraties niet uitgewerkt op de Vlaamse studenten tijdens de examens. Zelfs in deze woelige tijden was er niets dat de studententijd iets anders dan geweldig kon maken, want bovenal is er niets dat kan vergeleken worden met de jaren aan de universiteit. De jaren ’60 het begin van de vrijheid voor de jeugd en een periode vol innovaties die ook Chemika heeft bewogen. Chemika en het uitgaansleven Via Paul Balduck, die cultuur praeses is geweest in de jaren 67 tot 68, kwamen we te weten dat in die tijd vooral de door KVHV cultuur georganiseerde activiteiten werden aangeboden aan de chemika leden. Een van zulke activiteiten was een voorstelling waar de leden een initiatie kregen in de wereld van de klassieke muziek door radio presentator Raymond van Dijck. Een andere door KVHV georganiseerde activiteit was een kleinkunst avond met Jules De Corte en Sacha Denisant in de Vlaamse leergangen, waar de kracht van de chanson werd tentoongesteld. Natuurlijk was chemika ook in die tijd verzot op cantussen, en deze werden dan ook vaak georganiseerd. De gewoonlijke locatie van deze cantussen was de 1ste verdieping van het café Ambiorix, of in de zaal van brouwerij Goldor Breda. Toen nog een concurrent van Stella Artois, nu jammerlijk verdwenen uit het Leuvense straatbeeld. Een verhaal dat Paul zich nog kon herinneren van zo’n avond was een betreffende een vicepraeses, Erik Van Schonenberg. Deze man moest tijdens zijn studies zijn legerdienst uitvoeren, en op de cantussen vertelde hij over de flaters die zijn sergeanten begingen. Zo werd hen op een dag les gegeven over de wetenschappen, en de Sergeant zei: “water kookt bij 90°C”. Na lange tijd van verbetering door de student ging de sergeant in zijn boek kijken en zei: “ Ja, u hebt gelijk, water kookt bij 100°C, ik zat met iets van een rechte hoek in mijn hoofd.” Een van de gewoonlijke cantussen is uiteraard de doopcantus. Net als nu moesten de schachten zich verkleden, en gelukkig is daar beeldmateriaal van terug gevonden.   Verklede schachten op de doopcantus in het academiejaar ’66 – ‘67     Ook hebben we nog een poster terug gevonden van een Thé Dansant, oftewel een TD, van het academiejaar ’66-’67. Blijkbaar was Chemika in die tijd ook al een echte koppelaar tussen de studenten. De lessen en proffen Uiteraard is het plezier uit de studententijd niet gelimiteerd tot activiteiten na de lessen. Ook tijdens de lessen werd er wat beleefd, vaak omwille van kleurrijke proffen die zorgen voor leuke anekdotes. Zo was er de gevreesde professor Koch van dierkunde, wiens cursus moest vanbuiten geblokt worden, inclusief opmerkingen en voetnoten. Op het examen kreeg men 10 dieren op sterk water, en moest men de Nederlandse en de Latijnse naam kunnen vertellen, en diegene die biologie studeerden moesten dan nog eens heel de stamboom kennen. Er doet een verhaal de ronde, dat professor Koch een bak had met vogeltjes in. Op het examen haalde hij er een vogeltje uit, toonde enkel de pootjes aan de student en vroeg: “ Welk vogeltje is dit?”. Op het examen van een student toonde hij 3 vogeltjes, maar de student wist er geen een, waarop professor Koch antwoordde: ” Ja, dat is dus een onvoldoende, u mag gaan.” Bij het buiten wandelen van de student vraagt de prof: “ Meneer, wat is uw naam?” waarop de student antwoord: “ah, ziet u dat niet aan mijn pootjes?” Er was ook nog professor Verhulst van het vak scheikunde. Voor zijn examen werd er verwacht van de studenten dat ze een lijst met 600 stoffen vanbuiten kende. Op het examen stond er een tafel waar de prof aan zat, met in een U vorm er voor, de tafels waar de studenten hun examen aan het voorbereiden waren. Niet enkel (bio)chemisten moesten dit vak volgen, ook studenten geneeskunde en landbouwingenieur. Op het examen kreeg men de kans om voor te bereiden, en als men het examen niet wilde afleggen moest men gewoon een blanco blad afgeven, iets wat voornamelijk door de landbouwingenieurs werd gedaan. Iedere keer dat iemand een blanco blad kwam indienen werd hij kwader, tot hij op een bepaald moment riep: “Wat is dat toch met al die boeren!”. De attractie van de 1e kandidatuur waren de lessen plantkunde van prof. A. Louis. De meisjesstudenten namen toen nog plaats vooraan in de aula op de eerste rij banken. Om indruk te maken voerde hij elk jaar hetzelfde toneeltje op tijdens de eerste les: hij ging aan het eind van de lange pupiter staan, fixeerde één van de meisjes en zei na een lange tijd plechtig “Als ik deze juffrouw bekijk dan is het niet omdat ze mooi is maar omdat ze mij verveelt. En dat is heel erg, vooral dat tweede!”. Het meisje zonk dan in de grond van schaamte, maar het was niet haar schuld aangezien Prof. Louis kanunnik was. 60 Jaar Chemika


Download ppt "Jaar Chemika Leuven-Vlaams"

Verwante presentaties


Ads door Google