De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Massa, volume en inhoud..

Verwante presentaties


Presentatie over: "Massa, volume en inhoud.."— Transcript van de presentatie:

1 Massa, volume en inhoud.

2 Massa Elk voorwerp en elke hoeveelheid stof hebben een massa.
De massa (m) is het aantal kilogrammen (kg) van een voorwerp of een stof. Massa is niet hetzelfde als gewicht. De afkorting kilo voor kilogram is fout! Dus kan je beter zeggen: ‘Mijn massa is 45 kilogram.’ ( Het woordje ‘kilo’ betekent gewoon ‘duizend.)

3 BIJVOORBEELD 1 kilogram (kg) = 1000 gram (g) 1 gram (g) = 100 milligram (mg)

4 Wat is een balans? De balans is een weegschaal, waarbij je makkelijk op kan maken welk gewichtje zwaarder/lichter is. Door ze op de schaaltjes van de balans te leggen. Wijst de pijl in het midden van de schaalverdeling dan zijn de gewichten aan beide kanten gelijk. De balans is een kwetsbaar apparaat. Je mag alleen aan de balans komen als de schalen ‘vast’ staan. Je zet ze vast met de voorste knop.

5 Hoe werkt een balans? Als de wijzer van een balans in het midden van een schaalverdeling blijft staan, is de totale massa op de linkerschaal gelijk aan het totale massa op de rechterschaal.

6 Volume & inhoud &

7 Het volume (v ) van een voorwerp geeft de hoeveelheid ruimte aan die dat voorwerp in beslag neemt.
De inhoud van een voorwerp geeft aan hoeveel ruimte er in dat voorwerp zit. Een geschikte eenheid voor kleine formules en inhouden is de kubieke centimeter (cm³). Bij vloeistoffen wordt de dm³ meestal liter (L) genoemd. Het duizendste gedeelte van een liter wordt een millimeter (mL) genoemd. Het duizendste gedeelte van 1 dm³ is 1 cm³

8 Meten met een maatglas (maatcilinder)
Voor het meten van het volume van een vloeistof is een maatglas nodig. Op het maatglas staan aan de zijkant strepen en getallen dat is de schaalverdeling van het maatglas. Als je goed naar de stand van het water in een maatglas kijkt, zie je dat het water bij de rand van het glas een beetje hoger staat dan in het midden. Bij het aflezen van een maatglas moet je daar rekening mee houden.

9 Bij het aflezen van een maatglas geldt: ‘Houd je oog even hoog als het vlakke gedeelte van de vloeistof spiegel & lees af hoe hoog dit vlakke gedeelte staat.’ Ook voor het bepalen van het volume, van een klein voorwerp, zoals een steentje kun je een maatglas gebruiken. Voorbeeld: Als het maatglas wordt gevuld met vloeistof tot bijv. maatstreep 25. Dan heeft de vloeistof een volume: V = 25 mL = 25 cm³.

10 Gemaakt door: Rowan Mirella A2B


Download ppt "Massa, volume en inhoud.."

Verwante presentaties


Ads door Google