De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Armoede & Sociale Uitsluiting

Verwante presentaties


Presentatie over: "Armoede & Sociale Uitsluiting"— Transcript van de presentatie:

1 Armoede & Sociale Uitsluiting
Wat is armoede? Armoede is complex. Zie je altijd wel alles? Wat willen mensen in armoede? Willen ze eigenlijk wel iets veranderen aan hun situatie? Nele Cox IPSOC-KATHO

2 Inhoud 1 – Definities van armoede: tijdslijn
2 – Huidige definitie van armoede: J. Vranken 3 – De vier dimensies van armoede 4 – Het klovenmodel 5 – De zes perspectieven op armoede

3 Definities van armoede
Relatieve deprivatie: het niet kunnen vervullen van basisbehoeften die in de maatschappij noodzakelijk worden geacht (tov anderen op verschillende vlakken) Armoede itv Leefomstandigheden Sociale klasse (Marx) Huishoudens 19de – 20ste eeuw ‘j 60 ‘j 70 ‘j 80 De capaciteit om te overleven Itv Biologische noden (voedsel, kledij, onderdak) + Sociale en culturele aspecten. Armoede als bijzondere vorm van sociale uitsluiting Relatieve vs absolute armoede: Absolute armoede betekent dat iemand leeft op de rand van het bestaansminimum. Het ontbreekt hem aan voedsel, veilig drinkwater, sanitair, gezondheid, onderwijs, onderdak en informatie. Absolute armoede komt vooral voor in ontwikkelingslanden. Bij relatieve armoede worden de levensomstandigheden van een groep of persoon beoordeeld in verhouding met zijn omgeving. Het is dus feitelijk een index voor inkomensongelijkheid. Relatieve armoede komt overal voor. Sociale en culturele aspecten: eenzaamheid, uitsluiting, fysieke en psychische handicaps – centrale vraag: is een huishouden in staat om maatschappelijk te participeren

4 Armoede als sociale uitsluiting
Typologie van sociale verschillen: RELATIES tussen mensen, groepen of maatschappelijke deelgebieden BREUKLIJNEN als kwalitatief verschil tussen mensen groepen of deelgebieden Hiërarchie ‘j 80 + Sociale en culturele aspecten. Armoede als bijzondere vorm van sociale uitsluiting RELATIE? HAARKLEUR? = SOCIALE ONGELIJKHEID?

5

6 Armoede als sociale uitsluiting
Typologie van sociale verschillen: RELATIES tussen mensen, groepen of maatschappelijke deelgebieden BREUKLIJNEN als kwalitatief verschil tussen mensen groepen of deelgebieden Hiërarchie Micro, meso & macro ‘j 80 + Sociale en culturele aspecten. Armoede als bijzondere vorm van sociale uitsluiting MICRO Breuklijnen in relaties tussen individuen: Sociaal netwerk Sociale ruil MESO Uitsluiting in het maatschappelijk leven Economisch, sociaal en cultureel kapitaal MACRO Breuklijnen op ruimere structuren en processen Bv Toegang arbeidsmarkt,…

7 Definitie binnen theoretisch raamwerk
Achterstand op verschillende terreinen tegelijk: opleiding, huisvesting, welzijn, gezondheid, vrijetijdsbesteding, cultuur, politieke en sociale zeggingskracht “Armoede is een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan. Het scheidt de armen van de algemeen aanvaarde leefpatronen van de samenleving. Deze kloof kunnen ze niet op eigen kracht overbruggen.” (Vranken e.a. 2001) Raken er niet zelf uit agv generatie-armoede, gebrek aan kennis, vaardigheden en een netwerk Definitie binnen theoretisch raamwerk 1 – de vier dimensies van de armoede 2 – Het klovenmodel 3 – de zes perspectieven op armoede Armoede kenmerkt zich door een achterstand of uitsluiting op verschillende terreinen tegelijk, zoals opleiding en vorming, huisvesting, welzijn en gezondheid, vrijetijdsbesteding en cultuur, politieke en sociale zeggingskracht. Meerdere risicofactoren samen bepalen dus of iemand in armoede leeft of terechtkomt. Armoede kan individuele en structureel maatschappelijke oorzaken hebben. Armoede wordt dikwijls van generatie tot generatie doorgegeven. Mensen in armoede geraken in het algemeen niet op eigen houtje uit die cirkel. Armoede is een relatief en gradueel fenomeen; men is arm in vergelijking met de gemiddelde levenswijze en levensstandaard van een samenleving. Dit betekent dat je dingen mist om in een bepaalde maatschappij op een redelijke manier te functioneren.

8 De vier dimensies van armoede
TIJD: reproductie Intergenerationele bestendiging Sociale overerving

9 De vier dimensies van armoede
Hoogte (omvang): hoeveel mensen zitten in de armoede? ! Meten van armoede?

10 De vier dimensies van armoede
Opleiding Onderwijs Arbeid Inkomen Huisvesting Participatie Gezondheid Breedte: Op hoeveel domeinen vinden we uitsluiting, deprivaties of ongelijkheden? (veelvoudige karakter)

11 Voorbeeld Multi-dimensioneel: Subjectieve armoede Financieel gebrek
LT materieel tekort Discomfort woonomgeving Gebrekkige integratie op de arbeidsmarkt Gezondheidsproblemen & handicaps Psychologische moeilijkheden Laag opleidingsniveaus Ontevredenheid met opleiding Risico op vereenzaming Kwetsbaarheid sociaal netwerk Beperktheid sociale participatie KOMT UIT ARTIKEL TvS (meten van armoede) SA: moeite om rond te komen, ongunstige vgl feitelijk en noodzakelijk inkomen, ongunstige vg inkomen vgl met vrienden en kennissen FG aantal niet betaalde rekeningen, onvermogen om te sparen LT: aantal belangrijke zaken die ht hh zich niet kan veroorloven (bv vakantiereis); waargenomen zwaarte van de woonkosten; aantal belangrijke objecten die in het huishouden afwezig zijn Discomfort: aantal dc veroorzakende elementen in de woning en haar omgeving: geluidsoverlast, lekkend dak,… Gebrekkigheid integratie arbmarkt: wg gebrek aan belang van eigen beroep; ongunstige aard huidige baan; ongunstige socio-professionele categorie; … GZH: ongunstige beoordeling eigen gzh, chronische ziekte Psych: Aantal probl zoals slapeloosheid, zelfmoordgedachten Laag opl.niveau

12 De vier dimensies van armoede
Hoogte (omvang): hoeveel mensen zitten in de armoede? TIJD: reproductie Diepte: hoe diep is de kloof tov de rest van de samenleving? Machteloosheid! Rol Overheid, welzijnssector, empowermentbeleid Breedte: Op hoeveel domeinen vinden we uitsluiting, deprivaties of ongelijkheden? (veelvoudige karakter)

13 Het klovenmodel Gevoelskloof Kenniskloof Vaardigheidskloof
Positieve krachtenkloof De structurele kloof

14 De gevoelskloof Gebrek aan eigenwaarde; Gevoel van permanente uitsluiting Paradox: ‘erbij horen’ in onze luxemaatschappij (GSM, auto, merkkledij) hetgeen net zorgt voor een ‘legitimatie van uitsluiting’

15 De kenniskloof Armen vs niet-armen: verschillende culturen
Kennis om op een adequate manier met problemen om te gaan Kennis blijft beperkt tot de buitenkant van de niet-arme Wat je niet weet, kan je ook niet willen leren Mensen in armoede hebben weinig (of andere) kennis over de maatschappij. Dat zorgt ervoor dat mensen in armoede niet altijd krijgen waar zij recht op hebben.

16 De vaardigheidskloof Inadequate gedragspatronen; overlevingsstrategie
Patroon zonder vaardigheden mbt opvoeding, geld, huishouden, administratie & communicatie Oorzaak: kindertijd: je kan niet aanleren wat je zelf nooit hebt geleerd (socialisatie) Mensen in armoede hebben niet de vaardigheden aangeleerd gekregen die van hen verwacht worden in de maatschappij.

17 De structurele kloof Systematische uitsluiting: huisvesting, onderwijs, gezondheidszorg, tewerkstelling en cultuur Cfr structureel schuldmodel Hangt samen met andere kl Participatiekloof: Mensen in armoede hebben het gevoel dat anderen (HV, hier CLB) beslissingen nemen in hun plaats, die eigenlijk genomen zouden moeten worden door henzelf. Daardoor komen zij in een afhankelijke positie ten aanzien van de hulpverlener. Alleen zij zelf kunnen dat probleem oplossen.oven

18 De positieve-krachtenkloof
Meer positieve krachten dan doorsnee middenklassers Grenzeloos solidariteitsgevoel Draagkracht Gaan confrontatie niet uit de weg Humor

19 De zes perspectieven op armoede
Armoede vervult een functie in onze samenleving: Anders zou niemand tweedehandskleren willen dragen of het vuile werk willen opknappen. Wie werk wil, vindt werk. Wie in orde is met zijn papierwerk, komt niet in de problemen. De economische crisis zorgt voor verhoogde werkloosheid zorgt voor armoede. Arme mensen hebben nooit iets anders gekend. Armoede is een stigma. Ziek maakt arm. De organisaties vertrekken vanuit de waarden en normen van de niet-armen, waardoor de arme mensen geen kansen krijgen.

20

21 Micro: Het individueel schuldmodel
“Armoede is het gevolg van een gebrek aan verantwoordelijkheidszin en initiatief van de onderklasse om zelf iets aan haar toestand te doen” (Dalrymple) Wie werk wil, vindt werk. Wie in orde is met zijn papierwerk, komt niet in de problemen Focus op het individu Armoede is het gevolg van luiheid, onwil om te studeren of te werken, alcoholisme, gebrek aan verantwoordelijkheid, doorzettingsvermogen, vaardigheden of aan fatalisme. Aanpak armoede via begeleiding, heropvoeding, controle, negatieve sanctionering, disciplinering of criminalisering De hulpverlening zorgt er zelf voor dat de armen niets doen aan hun situatie door hen veel te veel te bepamperen.

22 Micro: Het individueel ongevalmodel
“Armoede is het gevolg van een ongeval dat een persoon of een gezin kan overkomen.” Ziek maakt arm! Focus op het individu (Cfr: De zogenaamde ‘goede armen’) Armoede is een gevolg van ziekte of ongeval: Voorbeelden: echtscheiding, werkloosheid, ziekte, handicap, arbeidsongeval,.. Gaat dus uit van individuele tekortkomingen, maar de verantwoordelijkheid wordt genuanceerder ingevuld. Aanpak armoede via publieke bijstand, voedselpakketten, zorg, trajectbegeleiding: de goede armen helpen: sociaal corrigerend vanuit caritatieve medemenselijkheid ! De structuren worden niet aangeraakt

23 Macro: Maatschappelijk schuldmodel
Armoede vervult een functie in onze samenleving: Anders zou niemand tweedehandskleren willen dragen of het vuile werk willen opknappen Ingebakken in onze maatschappelijke structuren: de wijze waarop de samenleving en economie georganiseerd is creëert sociale problemen Gevolg van structurele uitsluitingsprocessen, geworteld in de economische structuur en het kapitalisme. Niet de mensen met sociale problemen of de mensen in armoede, maar de maatschappij die steeds opnieuw onwelzijn produceert is het probleem Aanpak van armoede via maatschappelijke verandering en bijsturing van structuren om de reproductie van armoede te voorkomen.

24 Macro: Het Maatschappelijk ongevalmodel
De economische crisis zorgt voor verhoogde werkloosheid zorgt voor armoede Oorzaken van armoede liggen in de samenleving Bv: tijdelijke of conjuncturele ontwikkelingen zoals de economische of financiële crisissen, oorlogen, natuurrampen, snelle technologische verschuivingen of demografische veranderingen Armoede is van voorbijgaande aard Aanpak: Overheid voorziet in een aanbod van algemene voorzieningen en individuen kunnen er gebruik van maken (rampenfonds)

25 Meso: Institutioneel schuldmodel
Arme mensen hebben nooit iets anders gekend De organisaties vertrekken vanuit de waarden en normen van de niet-armen, waardoor de arme mensen geen kansen krijgen Rol van de armoedecultuur: armoede blijft bestaan agv kenmerken van deze cultuur: waarden, normen & overtuigingen Rol van de cultuur in organisaties: de (middenklasse) cultuur in de organisaties zorgen dat drempels te hoog blijven, armen zich niet ‘thuis’ voelen in de organisaties,… Aanpak: Geen integratiegericht beleid, maar in dialoog gaan

26 Meso: Institutioneel ongevalmodel
Armoede is een stigma Armoede is een gevolg van Stereotypering, Stigmatisering & beperkte aandacht voor de minderheidsgroep armen Aanpassingsstrategieën, sociale isolatie, etikettering Aanpak: Beleid opmaken door mensen te laten deelnemen en deelhebben aan hun begeleidingsproces, door krachtgericht groepswerk en het ondersteunen van emancipatieprocessen bij achtergestelde gemeenschappen, leert men de doelgroep om als burger ter participeren in de samenleving Kritiek micro en macro: negeren de vraag waarom personen in armoede een specifieke subcultuur zouden hebben en waarom ze een slechte positie hebben in de sociale hiërarchie  invloed interactie met sociale actoren: ARMOEDE IS EEN STIGMA Doordat armoede in de sl negatief w geëvalueerd, zorgt dit voor een beperking van de kansen voor de persoon in armoede. Het individu in armoede reageert hierop door bepaalde strategieën te hanteren waardoor men met deze negatieve evaluatie leert omgaan. Gevolg: negatief imago  vicieuze cirkel.

27 STUVO Financieel (anoniem) Psycho-sociaal www.katho.be/stuvo


Download ppt "Armoede & Sociale Uitsluiting"

Verwante presentaties


Ads door Google