De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Aantekening §1 B-nummers.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Aantekening §1 B-nummers."— Transcript van de presentatie:

1 Aantekening §1 B-nummers

2 B 160 Ontwikkelingspeil Met ontwikkelingspeil bedoelen we de mate van ontwikkeling van een land. Vaak bedoelt men dan kennis. Waarom? Heel veel andere zaken (gezondheidszorg, economisch inzicht, techniek etc.) zijn afgeleiden van kennis. Analfabeten: mensen van 15 jaar en ouder die niet kunnen lezen en schrijven. Ontwikkelingspeil is van grote invloed op de inrichting.

3 B 161 Ontwikkelde landen en ontwikkelingslanden
Landen met een laag ontwikkelingspeil noemt men ontwikkelingslanden. Landen met een hoog ontwikkelingspeil noemt men ontwikkelde landen. Er is geen grens tussen die twee. Om te bepalen wat een land is moet je naar een aantal kenmerken kijken.

4 Onderontwikkeling 2 basiskenmerken van onderontwikkeling zijn: inkomen
1e levensbehoeften (voedsel, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg)

5 Onderontwikkeling Daarnaast een aantal overige kenmerken (deze moet je ook kennen): tempo bevolkingsgroei % werkers in de landbouw/ primaire sector % werkers in de industrie/ secundaire sector % werkers in de dienstensector energieverbruik % stedelingen kwaliteit infrastructuur

6 B 163 Basiskenmerk: inkomen
Armoede is een relatief begrip. Je kunt pas zeggen dat je arm bent als je weet wat rijk is. Dus je moet vergelijkingsmateriaal hebben. Daarom een maat / eenheid om dat te vergelijken; de eenheid van inkomen is: BBP: Bruto Binnenlands Product of BNP: Bruto Nationaal Product = allebei hetzelfde; het geld dat alle inwoners van een land gezamenlijk in 1 jaar verdienen gedeeld door het aantal inwoners.

7 B 170 percentage beroepsbevolking in de eerste sector
Eerste sector is landbouw: ook wel primaire sector Veel mensen in Afrika doen aan zelfvoorzienende / zelfverzorgende landbouw. Dus veel mensen zijn daar werkzaam. Want: Weinig machines dus handarbeid Weinig geld voor ontwikkeling in andere sectoren In rijke landen produceren de boeren voor de markt / handel. Zij zijn dus commercieel bezig.

8 Verschil in Landbouw Rijk en Arm
Verschillen in landbouw tussen rijke en arme landen: Rijk: grote bedrijven, meer machines, gebruik kunstmest en chemicaliën, specialisatie Arm: kleine bedrijven, weinig machines, geen kunstmest en chemicaliën, meerdere gewassen door elkaar

9 B 172 percentage beroepsbevolking in de derde sector
Derde sector is diensten: ook wel tertiaire sector Let op: 2 diensten sectoren: tertiair: winst maken (bedrijven) quartair: geen winst maken (overheid) Veel armoede, dus mensen creëren zelf een baan, zij verlenen “diensten” aan anderen voor weinig geld. Dit noemen we vlucht sector. Ook wel informele sector.

10 Verschil dienstensector Rijk en arm
Verschil dienstensector rijk-arm; Rijk: hoge inkomens, hoge opleiding nodig Arm: lage inkomens, (soms) geen opleiding (zelf verzonnen baantjes)

11 B 174 percentage stedelingen
In rijke landen 75-90% van de inwoners in de stad. In minder ontwikkelde gebieden 40 %. Minder stedelingen, toch problemen? Er komen steeds nieuwe mensen naar de stad met de hoop op een betere toekomst. Helaas is die er vaak niet. Dus veel armoede. Mensen bouwen zelf huisjes (slums of bidonvilles) waar de omstandigheden erg slecht zijn.


Download ppt "Aantekening §1 B-nummers."

Verwante presentaties


Ads door Google