De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

BAND MET STAAT INTERNE DISCUSSIES OVER JEZUS EINDE ROMEINSE RIJK EVANGELISERING EUROPA Hoofdstuk 2: de grote bloei van de Rijkskerk.

Verwante presentaties


Presentatie over: "BAND MET STAAT INTERNE DISCUSSIES OVER JEZUS EINDE ROMEINSE RIJK EVANGELISERING EUROPA Hoofdstuk 2: de grote bloei van de Rijkskerk."— Transcript van de presentatie:

1 BAND MET STAAT INTERNE DISCUSSIES OVER JEZUS EINDE ROMEINSE RIJK EVANGELISERING EUROPA Hoofdstuk 2: de grote bloei van de Rijkskerk

2 Kerk en staat Vervolgd – getolereerd – bevoorrecht. Julianus de Afvallige (361-363). Theodosius de Grote: 380: Nicea als Staatsgodsdienst:  Christenen met andere mening: vervolgd (bvb. Arianen).  Heidendom verboden.  Christendom als instrument keizers.

3 Negatief Positief Staat moeit zich met Kerk. Kerk wordt machtig en rijk: weg van eenvoud. Bekeringen omwille van foute redenen. Bereiken grote massa en invloed op maatschappij. Zorg voor noodlijdenden. Nadenken: (+) Theologie/theologische scholen. (-) Groeiende verdeeldheid. Verstrengeling Kerk en staat

4 Verhouding Zoon en Vader: Arianisme School van Antiochië (mensheid Jezus) vs. Alexandrië (Godheid Logos). Arius (arianisme):  God zo verheven: geen schepper.  Jezus: tussenschepsel:  Hoogste schepsel, maar toch geschapen.  Niet eeuwig, niet goddelijk. Alexander van Alexandrië: hoe kan verlossing door Christus dan nog goddelijk zijn? Slaat Arius in 320 in de ban. Arius

5 Verhouding Vader en Zoon: Concilie van Nicea Constantijn: godsdienstige eenheid: eerste oecumenisch concilie Nicea (325). Homo-oesios: één in wezen. Geen echte oplossing:  Arianen tekenen uit dwang.  Constantijn en Constantius kiezen later voor Arianisme.  Voorstanders Nicea worden verbannen. Arianisme intern verdeeld:  Leer van Arius zelf.  Extremer: geen enkele gelijkenis V.&Z.  Meer compromis: homoi-oesios: niet van hetzelfde wezen maar gelijkend in wezen.

6 Verdediging van Nicea Concilie Constantinopel Athanasius van Alexandrië (295- 373):  Patriarch van Alexandrië sinds 328.  Hevig verdediger van de formulering van Nicea.  Werd daarom vijf keer in ballingschap gestuurd.  Arianisme is echter verdeeld en Nicea- verdedigers houden vol. Theodosius de Grote:  Nicea: Rijkswet in 380.  Tweede Oecumenisch Concilie in Constantinopel in 381.  Bevestiging Nicea.  Ook Heilige Geest.  Arianisme verboden (enkel buiten R.R.: Germaanse stammen).

7 Jezus: God en mens Heterodox Apollinaris van Laocidea (+ 390).  Menselijkheid slaat enkel op lichaam.  Geest, ziel, natuur: zuiver goddelijk. Nestorius, patriarch van Constantinopel.  Maria: enkel moeder menselijke natuur Jezus. Eutyches, abt van Constantinopel.  Menselijke natuur door goddelijke natuur opgezogen.  = Monofysieten:  Eigen kerken tot vandaag: Egypte, Palestina, Syrië – Nubië, Ethiopië, Armenië.  Koptische Kerk – Jacobitische Kerk. Orthodox Derde Oecumenisch Concilie van Efese in 431. Vierde Oecumenisch Concilie van Chalcedon in 451. In Jezus Christus: 2 naturen in 1 persoon:  Onvermengd en onveranderd (>< Eutyches).  Ongedeeld en ongescheiden (>< Nestorius). Oecumenisch Concilie van Constantinopel in 680: Christus heeft een goddelijke en menselijke wil.

8 Kluizenaars en monniken Christendom: ‘erkend’ – gevaar: te ‘gemakkelijk’ -> ontstaan streng ascetisch leven: ‘onbloedig martelaarschap’. Anachoreten (teruggetrokken) en eremieten (woestijn). Egypte als bakermat van het monnikendom  Antonius (c.250-356):  In onherbergzaam land bij de Rode Zee.  Eremitisch leven of kluizenaarsleven.  Voor zijn leerlingen schreef hij een leefregel.  Leven beschreven door Athanasius van Alexandrië: Grote populariteit. Excessen.

9 Salvador Dali, de verleiding van Antonius, 1946, koninklijk museum Brussel.

10 Symeon de Styliet (+ 459)

11 Ascese en monniken  Leerlingen gaan wonen rond ‘leermeester’ in woestijn: eerste gemeenschappen.  Pachomius (c.292-346):  Aan de Nijl.  Coenobitisch leven of gemeenschapsleven.  Onder het gezag van een abt.  Self-supporting economie.  Schreef een regel die grote invloed zou hebben op andere kloosterregels.

12 Ascese en monniken Cappadocië  Basilius de Grote (330-379):  Milder en evenwichtiger.  Monastiek leven met grote aandacht voor het pastorale en sociale leven van de Kerk. Syrië en Palestina  Hieronymus (c.347-420).  Rufinus van Aquilea (c. 340- 410). (Onderaan: Hieronymus in gebed, door Jheronimus Bosch, c.1482.)

13 Ascese en monniken - Westen  Martinus van Tours (+ 397): Poitiers.  Noord-Afrika: Augustinus (354-430)  Regel.

14 Ascese en monniken  Italië: Benedictus van Nursia (480-547)  Regel:  Gezag bevestigd door de hagiografie door Gregorius de Grote (c.540-604).  Evenwichtigheid en menselijkheid.  Familie onder abt.  ‘Ora et labora’.  Kerstening Europa, christelijke beschaving. (Benedictus door Fra Angelico, c.1440-45.)

15 Systematisering christelijk denken Augustinus van Hippo (354-430) Klassieke opleiding. Zoektocht waarheid. Verwerpt ‘dom’ geloof moeder Monnica. Manicheïsme:  Kwaad: dualisme.  OT: verwerpen. Neo-platonisme:  Kwaad als niet-zijn.

16 Systematisering christelijk denken Augustinus van Hippo (354-430) Milaan: Ambrosius: allegorische exegese. Bekering: terug naar Noord-Afrika:  Bisschop te Hippo.  Monnik.  Theoloog. Zoektocht beschreven in Confessiones.

17 Systematisering christelijk denken Augustinus van Hippo (354-430) Discussie met Donatisten:  Donatisten = Rigoristisch: Alle zondaars uit de Kerk. Sacramenten lapsi zijn niet geldig.  Augustinus:  Zonde: Kerk is gemengd lichaam. Enkel God mag kiezen.  Sacramenten: Altijd geldig, ongeacht staat bedienaar. Enkel Christus.  Keizer wil eenheid.

18 Systematisering christelijk denken Augustinus van Hippo (354-430) Tegen Pelagius:  Oorsprongszondeleer:  Alle mensen delen in de zonde van Adam.  Daarom verdient elke mens alleen maar straf.  Ook baby’s.  Genadeleer:  Redding enkel door God.  Daarom heeft iedereen Christus nodig.  Volledig onverdiend.

19 Systematisering christelijk denken Augustinus van Hippo (354-430) 410: Alarik: val Rome. De ciuitate Dei:  Stad van God onderscheiden van stad van de aarde.  Staat moet zich schikken naar Kerk.  Wordt basis van Middeleeuws denken over superioriteit geestelijk gezag boven wereldlijk gezag.

20 Toename gezag bisschop van Rome Gesticht door Petrus en Paulus. Rijkshoofdstad. Beroep op Rome voor inhoud leer. Mt. 16, 18-19: sleutelmacht.  Primaatschap: hoogste gezag in Kerk. Zwakheid West-Rom. keizer: => Paus machtiger dan keizer: vb. Paus Leo de Grote houdt in 451 Attila tegen, en niet keizer Valentinianus III.

21 Kerkbouw: basilica. Rome, Santa Sabina

22 Situatie rond 200.

23 Situatie rond 300.

24 Bekering Germaanse volkeren: Westgoten. 4 e E.: Westgoten door Wulfila bekeerd:  Tot Arianisme.  Bijbelvertaling in Gotisch. Volksverhuizingen: Germaanse stammen voortgedreven door Hunnen: in R.R. Westgotische generaal Odoacer zet laatste Romeinse keizer Romulus Augustus af : 476: einde W.R.R. Codex Argenteus (6 e E.) Bijbelvertaling Wulfila Odoacer

25 Bekering Franken. 500: Clovis laat zich dopen door Remigius van Reims.  Kiest voor katholicisme.  Als fundament stabiel Rijk.  Verplicht al zijn onderdanen (wat is de waarde van deze bekeringen?).  Grote bloei.

26 Missionerende monniken uit Ierland Ierland: Saint Patrick: nooit deel R.R.: eigensoortig christendom:  Rond kloosters.  Pelgrimerend: missionarissen.  Columba: Schotland en Engeland.  Columbanus: Frankrijk, Zwitserland, Italië.  Willibrordus: bekeert Lage Landen. Willibrordus Saint Patrick

27 Brug tussen Oudheid en Middeleeuwen Paus Gregorius de Grote (590- 605)  Brug Oudheid en ME.  Centrale kerkelijke organisatie.  Gregoriaans gezang en kalender.  Studie en wetenschap. Augustinus van Canterbury (begin 7 de E.):  Door Gregorius naar Engeland gestuurd.  Romeins type christendom. Bonifatius (midden 7 de E.):  Frankische kerk naar Romeins model. Gregorius de Grote Augustinus van Canterbury

28 Eenvormige kerkstructuur in W. Bisschoppen  Missioneren niet meer: resideren en besturen.  Verbonden met politiek: zowel steunpilaren als speelballen rijkspolitiek. Kloosters  Cultuur, wetenschap en onderwijs: bewaren erfenis Oudheid.  Ontginnings- en landbouwmethoden.

29 Opkomst Islam Dood Mohammed (571- 632): gans Arabische wereld Moslim. Jeruzalem, Perzië, Egypte, Noord-Afrikaanse kust Moslim. 711: West-Gotisch rijk in Spanje. 732: Karel Martel: Poitiers: dringt ze terug tot over Pyreneeën. 1453: val Constantinopel: einde O.R.R. Kaäba te Mekka

30 Beeldenstrijd in O. Iconen: vensters op eeuwigheid. 7 de -9 de E.: beeldenstrijd:  Verbod beelden door keizers:  Invloed Islam.  Ex. 20, 4: beeldenverbod.  Monniken en volk gehecht aan iconen.  Bloedige vervolging.  Tussenoplossing: verering mag, aanbidding niet (enkel God).

31 Westers en Oosters Christendom groeien uit elkaar. O. en W.: verschillende tradities:  W.: meer praktisch.  O.: meer liturgie en mystiek. O. en W. vervreemden:  Middel. Zee als barrière na Moslim-innames.  Karel de Grote kroont zich tot keizer.  Machtsbetwisting in Italië.  Groeiende machtsaanspraak paus.  Verplicht priestercelibaat in W.  Invoering ‘filioque’ in W.: H.G. komt voort uit V. en Zoon. 1054: wederzijdse excommunicatie. 1965: Jeruzalem: Paulus VI en Athenagoras. Hagia Sophia Constantinopel


Download ppt "BAND MET STAAT INTERNE DISCUSSIES OVER JEZUS EINDE ROMEINSE RIJK EVANGELISERING EUROPA Hoofdstuk 2: de grote bloei van de Rijkskerk."

Verwante presentaties


Ads door Google