Wetenschappelijke revolutie

Presentatie over: "Wetenschappelijke revolutie"— Transcript van de presentatie:

1 Wetenschappelijke revolutie
Welk woordje weg? bourgeoisie privileges adel boeren burgers bourgeoisie Lodewijk XVI Absoluut vorst Staten Generaal Onderzoek bijgeloof Wetenschappelijke revolutie H2 Pruiken en revoluties §2.2 De Verlichting

2 Wat moet je weten aan het einde van de les?
-Wat het verschil is tussen de wetenschappelijke revolutie en de Verlichting -Waar een idee aan moest voldoen om een verlicht idee te zijn -Welke ideeën verlichte denkers hadden -Wat Jonh Locke van het absolutisme vond -Wat Montesquieu van het absolutisme vond -Wat Voltaire voor een ideeën had -Hoe en waarom Lodewijk XVI de ideeën van de Verlichting wilde tegenhouden H2 Pruiken en revoluties §2.2 De Verlichting

3 In de 17de eeuw was de wetenschap- pelijke revolutie ontstaan
Mensen geloofden dat je door te onderzoeken kon begrijpen hoe de natuur in elkaar zat In de 18de eeuw gingen mensen ook nadenken hoe de maatschappij in elkaar moest zitten H2 Pruiken en revoluties §2.2 De Verlichting

4 Wetenschappelijke revolutie Verlichting
Hoe zit het heelal in elkaar Hoe kun je het beste een land besturen? Hoe werkt de bloedsomloop? Wie moet de macht hebben in een land? Waarom vallen we niet van de aarde? Hebben mensen grondrechten? Heeft de koning alleen recht op de macht? Waar is alles van gemaakt? Wanneer gaat water koken? Hebben mensen recht op veiligheid? Vragen om onderzoeken Vragen om over te denken traditie geloof staat H2 Pruiken en revoluties §2.2 De Verlichting

5 Niemand mag de gezondheid van een ander schaden!
Mensen hebben grondrechten! Tuurlijk niet, hij krijgt de macht van het volk Ja, dat betent dat we zonder de standen kunnen De koning is natuurlijk niet door God aangesteld Of z’n vrijheid afnemen! Of z’n bezit afpakken!! Mensen zijn gelijk en vrij geboren Over het bestuur hadden de verlichte denkers een duidelijke mening H2 Pruiken en revoluties §2.2 De Verlichting

6 Het volk geeft een deel van zijn rechten aan de koning
John Locke -De koning mag geen absolute macht hebben -Hij moet de macht delen met vertegenwoordigers van het volk -Als de koning de macht niet wil delen mag het volk hem afzetten Veiligheid Het volk geeft een deel van zijn rechten aan de koning Rechtelijke macht Sociaal contract Mensen-rechten H2 Pruiken en revoluties §2.2 De Verlichting

7 Gooi ze in de cel en censureer hun boeken!
Montesquieu Gooi ze in de cel en censureer hun boeken! Uitvoerende macht Rechterlijke macht Wetgevende macht macht H2 Pruiken en revoluties §2.2 De Verlichting

8 -Mensen mogen zelf kiezen welke godsdienst ze willen
Voltaire -Mensen mogen zelf kiezen welke godsdienst ze willen -God is de grote horlogemaker -Mensen moeten samen regelen hoe ze het land besturen -Om samen te besturen is goed onderwijs nodig H2 Pruiken en revoluties §2.2 De Verlichting

9 Wat moet je weten aan het einde van de les?
-Wat het verschil is tussen de wetenschappelijke revolutie en de Verlichting -Waar een idee aan moest voldoen om een verlicht idee te zijn -Welke ideeën verlichte denkers hadden -Wat Jonh Locke van het absolutisme vond -Wat Montesquieu van het absolutisme vond -Wat Voltaire voor een ideeën had -Hoe en waarom Lodewijk XVI de ideeën van de Verlichting wilde tegenhouden H2 Pruiken en revoluties §2.2 De Verlichting