2.3 Spieren.

Presentatie over: "2.3 Spieren."— Transcript van de presentatie:

1 2.3 Spieren

2

3 Hartspier = onwillekeurige spier Skeletspier = willekeurige spier Verteringsorgaan = onwillekeurige spier

4 Spieren die een tegengestelde beweging maken noemen we “Antagonisten”

5

6

7 Trainen Kracht & Explosiviteit (Sprinter)
Spieren krijgen dikkere spiervezels  Wit spierweefsel Uithouding (Stayer)  Doorbloeding van spier verbeteren, minder snelle verzuring  Hartspier versterken / grotere longinhoud  Rood spierweefsel --

8 Mogelijke marathonwinnaar?

9 Uithoudingsvermogen <> Kracht
Rood spierweefsel Wit spierweefsel Doorsnede spiervezels

10 Spierpijn 1) Melkzuur (afvalstof) prikkelt zenuwen
2) Microscheurtjes in spiervezels  na herstel spier sterker (maximaal 2 dagen na inspanning spierpijn, anders = overbelasting) Voorkomen spierpijn? Cooling down Spreiden training verschillende spiergroepen in trainingsschema

11

12 Spierscheuring O.a. Zweepslag (in de kuitspier)
Vezels en/of bloedvaten schade  zwelling / bloeduitstorting Vezels herstellen snel, ontstaat wel littekenweefsel Vaak gevolg van kramp Voorkomen spierscheuring? Warming up

13 Achillespees