Download de presentatie
GepubliceerdLeopold van der Linden Laatst gewijzigd meer dan 8 jaar geleden
1
Gespreksvaardigheden en interculturele communicatie
Les 2 Docent: Johan v.d. Sloot
2
Wat gaan we doen? Herhaling vorige week: wat is je bijgebleven
Basis gespreksvaardigheden Leerdoelen Opdrachten voor de volgende keer.
3
Bespreking opdracht 1. Literatuur bespreking
4
Cliëntgerichte benadering. Carl Rogers
Houding Hulpverlener: Empathie Onvoorwaardelijke acceptatie Congruentie 10
5
Rogers: empathie Empathie is “de wil om het te begrijpen”
Empathie is geen “sympathie” (medelijden) Empathie = inlevingsvermogen = Ik begrijp dat dit bij jou enorm veel pijn doet. Stelling: “Mensen hebben een oerdrang tot ontwikkeling”. Empathie -> begrip -> inzicht in blokkades Empathie richt zich op innerlijke ervaringen van de klant. Empathie richt zich op emotionele ervaringen d.m.v. reflecteren van gevoelens. 15
6
Rogers: congruentie Congruentie = echtheid
Problemen zorgt voor geslotenheid van mensen. Mensen gedragen zich alleen volgens de normen van de omgeving/maatschappij. Stelling: hulpverlener congruent -> klant congruent. 10
7
Rogers: Onvoorwaardelijke acceptatie.
Niet gericht op het gedrag van de klant Wel gericht op: gedachten, gevoelens, belevingen. Blokkades ontstaan door schaamtes Acceptatie van schaamtes opent iemands “zijn” Openheid zorgt voor pers. Groei en ontwikkeling 15
8
Basisvaardigheden
9
Je “gereedschapskist”:
Alg. vaardigheden: Concretiseren Samenvatten Selecteren van gespreksthema’s Aandachtgevend gedrag: Non-verbaal gedrag Verbaal volgen Gebruik van stiltes Terugblik Selectieve vaardigheden (HV bepaalt belangrijkheid onderwerp): Vragen stellen Parafraseren van de inhoud Reflecteren van gevoel Regulerende vaardigheden (orde en duidelijkheid bevorderen): Opening van een gesprek afsluiten van een gesprek Terugkoppelen naar begindoelen Situatie verduidelijken Hardop denken Afsluiten van gesprek Nieuwe uitzichten (Nuancerende Vaa) bieden door: Interpreteren Nieuwe informatie Verbanden leggen Confrontatie Positief heretiketteren. 21 vaardigheden
10
Non-verbaal gedrag (1) -aandachtgevend gedrag-
Kenmerk: komt het overeen met de gesproken boodschap? Actie: spiegelen, zeggen wat je ziet. Effect: gezien worden, betrokkenheid van de hulpverlener. Speciale aandacht voor: het non-verbale gedrag van de hulpverlener.
11
Verbaal volgen (2) -aandachtgevend gedrag-
Opmerking moeten aansluiten bij de klant. B.v. doorgaan op wat de klant vertelde. B.v. laatste woord herhalen van de klant. Acties: kleine aanmoedigingen: hm hm, en toen? Hoezo?
12
Gebruik van stiltes (3) -aandachtgevend gedrag-
Kenmerk: Je laat een stilte vallen om mensen zich te laten realiseren wat ze zeggen of om ze de tijd te geven om na te denken/voelen. Stilte door klant omdat hij een reactie van HV verwacht. Niet weten hoe verder te gaan… Actie na de stilte (1): Ik zie dat u even tijd nodig had om na te denken. Waar dacht u over na? Wat kwam er naar voren?
13
Terugblik (4) -aandachtgevend gedrag-
Basishouding: zie Rogers Niet te snel naar oplossing werken -> rust Herkenning van het “verhaal”. Eigen ideeën belangrijk vinden!
14
Aandachtgevend gedrag
15
Vragen stellen (richting bepalend van het gesprek)
Open en gesloten vragen Vragen “dwingen” iemand tot nadenken/ gevoelens in woorden om te zetten. Kenmerk: Gesloten vragen: 1. Kort antwoord 2. Komen voort uit referentiekader HV 3. HV wil zijn eigen mening bevestigd zien. 4. Wel functioneel bij gesprek met jeugdigen. Voorbeeld:
16
Parafraseren (richting bepalend van het gesprek)
Parafraseren = kort, in eigen woorden weergeven. Gericht op inhoudelijke informatie. Doel van HV: 1. acceptatie van de cliënt te laten merken. 2. Verhaal moet scherper worden. 3. Heeft de HV het verhaal begrepen? Effect cliënt: Ha die begrijpt me tenminste.
17
Reflecteren van gevoel (richting bepalend van het gesprek)
Reflecteren = weergeven/spiegelen van het gevoel. HV: hoe voelt de cliënt zich? Functie: 1. Acceptatie van gevoelens 2. Cliënt voelt zich veilig om gevoelens bespreekbaar te maken. 3. Heeft de HV de gevoelens juist ingeschat?
18
Concretiseren (richting bepalend van het gesprek)
Concretiseren = zo nauwkeurig mogelijk over de problemen laten vertellen. Concretiseren = gedetailleerde weergave van het probleem. Functie: 1. Voorkomt eigen interpretatie. 2. algemeen = angstreducerend 3. bevordert/stimuleert praten over probleem in beginsituatie.
19
Samenvatten (richting bepalend van het gesprek)
Selecteren van gespreksthema’s (kapstok)
20
Selectieve luistervaardigheden
22
Terugkoppelen naar begindoelen Regulerende vaardigheden (orde en duidelijkheid bevorderen):
Doelen (en subdoelen!) gesprek effectief te behalen Klant realiseert zich weer het “waarom” van het gesprek Terugvallen op “mandaat”
23
Situatie verduidelijken Regulerende vaardigheden (orde en duidelijkheid bevorderen):
Doel: onduidelijkheden en misverstanden tijdig te onderkennen en te herstellen. Hoe: benoemen/ter sprake stellen. Kenmerk: gesprek over het gesprek Toe te passen bij: Herstellen bij wederzijdse verwachtingen. Zowel inhouds- als procesniveau
24
Hardop denken Regulerende vaardigheden (orde en duidelijkheid bevorderen):
Gedachten van de hulpverlener, INDIEN nuttig voor het gesprek, op een voor de cliënt duidelijke manier verwoord. Functies: Soepeler samenwerking Angstreducerend voor de cliënt Voorbeeldwerking Voorkoming pijnlijke situaties
25
Afsluiten van een gesprek Regulerende vaardigheden (orde en duidelijkheid bevorderen):
Vooraf: beschikbare tijd af te spreken (bevordert ook diepgang van het gesprek) Tijdens:bewaken van tijd en doelen bewaken. Tijdens: tijdig het verstrijken van de tijd aangeven (nog 5 min..) Afsluiting: metagesprek: hoe is het gesprek verlopen? Afsluiting: Klant het gesprek laten samenvatten.
26
Opening van het gesprek
27
Afsluiten van een gesprek Regulerende vaardigheden (orde en duidelijkheid bevorderen):
Vooraf: beschikbare tijd af te spreken (bevordert ook diepgang van het gesprek) Tijdens:bewaken van tijd en doelen bewaken. Tijdens: tijdig het verstrijken van de tijd aangeven (nog 5 min..) Afsluiting: metagesprek: hoe is het gesprek verlopen? Afsluiting: Klant het gesprek laten samenvatten.
28
Regulerende vaardigheden
29
Nuancerende vaardigheden
Nieuwe uitzichten bieden door: Interpreteren Verbanden leggen Confrontatie Positief heretiketteren.
30
Nieuwe uitzichten bieden door: Interpreteren
31
Nieuwe uitzichten bieden door: Eigen voorbeelden
Hv deelt eigen betekenisvolle ervaringen Te gebruiken als: Er is sprake van herkenning Client helpen onder woorden te brengen wat hij moeilijk vindt. Hv vertelt iets over zichzelf.
32
Nieuwe uitzichten bieden door: Verbanden leggen
Interpretatie Hv ordent hardop zijn gedachten. Welke beelden gedachten ontstaan er bij de hv in een gesprek. Informatie geven (koppeling naar theoretische stromingen)
33
Nieuwe uitzichten bieden door: Feedback geven (directheid):
De drie regels voor feedback geven: Benoem de feiten Benoem je gevoel Benoem wat het betekent voor de toekomst. Wanneer feedback geven? Wanneer je iemand op respectvolle wijze wilt vertellen hoe jij het wilt hebben; Wanneer je storingen of onbegrip tussen mensen uit de weg wilt ruimen; Wanneer je iemand wilt helpen door middel van het weergeven van indrukken; Wanneer je iemand zicht wilt geven op zijn gedrag in relatie tot anderen en hem/haar daarvan bewust te laten zijn; Wanneer je iemand zicht wilt geven op zijn functioneren in contacten met anderen;
34
Feedback ontvangen Realiseer je dat iemand iets zegt over zichzelf
Herken welk gedeelte WEL betrekking heeft op jou Ga het gesprek aan over de ontvangen feedback. Positieve feedback en negatieve feedback??? Meer lezen over feedback: zie mijn medsite.
35
Nieuwe uitzichten bieden door: Confrontatie
Tegenover de harde feiten komen te staan. Confronteren is NIET de `harde`waarheid vertellen. Hoe: rustig, veronderstellend,feedback methode Sterke kwaliteiten leren ontdekken.
36
Positief heretiketteren
Een nieuwe en positieve betekenis geven aan de oorspronkelijke als negatief beleefd probleem. Voorbeeld Neg:ik vind het zo waardeloos dat ik alles zo traag doe. Pos: je wilt eerst goed over de dingen nadenken.
37
Casus uit je werk Situatie – mening/gevoel – (voorlopige) conclusie
38
Leerdoelen Formuleer 2-4 leerdoelen.
39
Afronding Thuisopdrachten Maken opdracht 2 Literatuur bestuderen
Volgende keer: Regulerende en Nuancerende vaardigheden (hardop denken – afsluiten van een gesprek – interpretatie – confrontatie – positief heretikketteren)
40
Clientgerichte benadering
HV richt zich op de persoonlijke kant Wat beweegt de klant – waar komt deze vandaan – wat wil die bereiken – wat zit er in de weg – hoe kunnen we het oplossen. Incongruence: beleveningen en gedrag richten zich naar verwachtingen normen van de omgeving. Geinternaliseerd: doen zoals het behoort
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.