Download de presentatie
GepubliceerdMaarten van Veen Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
Bijeenkomst 1: Diagnostiek van een conflict.
Conflicthantering Bijeenkomst 1: Diagnostiek van een conflict.
2
Agenda Doel en opzet van de module
Trio’s, toetsing, beoordelingsformulier. Kennismakingsrondje mbv conflictsituaties 7-I analyse.
3
Doel en opzet module Inleiding, casuïstiek, 7 I-analyse, macht en afhankelijkheid, conflictstijlen, oefenen met andere conflictstijlen. persoonlijke aspecten, projecties, vastloop en verliesschema. Van oud naar nieuw denken/handelen, TA en RET, Agressie. Is agressie agressie? Meerdere vormen van agressie; agressiebevorderende situaties, Spannings/agressie-thermometer. Omgaan met agressie (naar mij / vanuit mij). Bemiddelen. Onderhandelen, voorbereiding, tacktieken, gesprek voeren. Vervolg gesprek voeren, afronding module. herkansing. Binnen en buiten de les feedback in trio’s. Indeling trio’s op basis van conflictstijl volgende week. Trio’s beoordelen elkaar adviserend mbv beoordelingsformulier. Beoordeling op basis van diverse opdrachten per bijeenkomst. Beoordelingsformulier wordt in de les ingevuld en weer ingeleverd.
4
Operationeel: hoe gaan we het bereiken?
Definitie conflict: Er is sprake van een conflict tussen twee partijen (personen of groepen), indien tenminste 1 van beiden zich ergert of gehinderd voelt door de ander. Soorten conflict: Operationeel: hoe gaan we het bereiken? Schaarste-middelen: teveel aan taken of tekort aan bv. personeel, ruimte Visie of waarden: belang wat er voor jou / de ander speelt. Identiteit (mate van erkenning ervaren door jou / de ander), vaak een ‘intern-conflict’. Conflict over (prioriteit) van conflictkwesties.
5
Voorstelrondje: een conflictsituatie
Beschrijf je conflictsituatie Intern / extern conflict? Is het incidenteel / structureel? Is het zakelijk / emotioneel? Hoe hoog zit ‘t? (schaal 0-10) Intern conflict – van binnen niet uitgesproken Extern conflict – uitgesproken conflict
6
Belang van een analyse Vaak spelen meer issues tegelijkertijd.
Partijen hechten verschillende waarde aan de issues. Dus waar ligt ieders prioriteit? (straks discussie) Soms is er sprake van reactie op reactie en is het onduidelijk hoe het conflict ooit is begonnen Sommige aspecten, die dankzij de analyse duidelijk worden, kunnen wel beïnvloed worden, anderen niet (of niet op korte termijn), of niet door deze partijen. Sommige aspecten actueel, anderen een “oude koe” of projecties / vooroordeel etc. Conflicten verlopen procesmatig, standpunten verharden, wanneer is onderhandelen nog een optie? De analyse vormt de basis voor acceptatie of een actieplan. 6
7
De 7 I’s, zie bijlage 1 shl lezen 10 mint
Issues (onderwerpen) Individu (tussen wie gaat het, betrokkenen) Interdependentie (afhankelijkheid, macht) Interactie (communicatiestoornis, toon) Implicaties (duur, impact, escalatie) Institutie (context) Interventie (hoe kom je tot onderhandeling/oplossingen) FLIMPJE KIJKEN
8
1 en 2. Issues en individu Wie ben je? Principes als centrum
Casus: Je hebt met je partner afgesproken om vanavond naar een concert te gaan. Een collega op de groep is ziek. Er wordt door de coördinator een dringend appel op jou gedaan om bij te springen, je krijgt 200% uitbetaald (netto € 60,-). Gesprek in groepje 3: wat staat voor jou centraal + waarom? de relatie met je partner Geld Verantwoordelijkheid naar de groep Relatie met collega's Relatie coördinator i.v.m. bv. je carrière Plezier Mening van anderen (bv. je ouders, belangrijke ander)
9
3. Interdependentie (afhankelijkheid en macht / de relatie tussen partijen in een conflict)
legitimiteitsmacht bv. politie, werkgever,-nemer. deskundigheidsmacht: ervaring, opleiding Referentiemacht: het is gebruikelijk, dat.. , in de wet/ literatuur staat…, elders doen ze het succesvol zo en zo Sanctie en beloningsmacht: bv. promotie, beoordeling, Wel/niet aardig vinden. Persoonlijke macht: charisma, plaats in de organisatie of groep. Wordt macht ook ingezet? Hoe afhankelijk ben je echt? Welke macht heb jij? Hoe is de balans tussen jou <-> ander? Zijn er anderen die ingezet kunnen worden voor meer balans?
10
4 Interactie 4. Voorbeelden van conflicten als gevolg van miscommunicatie. Zou er in jouw situatie ergens miscommunicatie kunnen zijn? Wat zou je daarover tegen de ander kunnen zeggen? 5. Implicaties (duur, impact). Hoe zwaar weegt het conflict? Fasen van escalatie: Win-win: ) pogingen tot samenwerken 2) polarisatie (‘jij bent, ‘t is zo…”) 3) geen woorden maar daden (‘eisen stellen’) Win-Verlies: 4) zorg voor imago+coalitie (niet willen onderdoen, medestanders zoeken) 5) gezichtsaanval / gezichtsverlies 6) dreigingsstrategie (“als jij dat (niet) doet, dan…”) Verlies-verlies: 7) geen positief doel meer, ander willen trotseren, kleineren ) ander versplinteren 9) desnoods ten koste van jezelf.
11
6. Institutie 7 Interventie
6. Institutie (context): school, sfeer, hierarchie, specifiek beleid bv. klachtenregeling, OR, beleidsfunctionarissen? 7. Interventie: wat is al geprobeerd? Hoe heb jij of de ander het initiatief genomen tot een oplossing? Wat kun jij nu doen om tot beweging richting onderhandeling te komen; een stappenplan).
12
conflictdenken = kokerdenken
* * * conflictdenken = kokerdenken Verbindt de 9 punten met een vaste lijn zonder je potlood van het papier te halen. Welke opties heb je nog niet bestudeerd in jouw conflict?
13
Huiswerk incl.Toetsopdracht 1: 7-I analyse.
Maak met behulp van SHL bijlage 1 een analyse van je eigen conflictsituatie. Volgende les meenemen voor vragen en klaar om te mailen (en reageren op) naar 2 medestudenten voor aanvullende vragen/feedback. Daarna inleveren op Lees hoofdstuk 3 Giebels. Maak de volgende testen, plaats inclusief conclusie op Thuis! Voor volgende week, mailen naar maatjes, feedback
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.