Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdPetra Meijer Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
Eline Bouwman Kamer 2.57 a.bouwman@hro.nl http//:med.hro.nl/ginka/
2
Presentatie titel Rotterdam, 00 januari 2007 SLC college 3 kwartaal 3 2010/2011 Rotterdam, 14 mei 2008
3
Programma Theoretische verdieping Oefenen in de klas met elkaar
4
THEORETISCHE UITEENZETTING
5
Samenvatten Inhoudelijke samenvatting (beknopte weergave van de inhoud van het gesprek) Gevoelsreflectie (weergave van het onderliggende gevoel) als de inhoud wordt gebruikt om het gevoel te verwoorden.
6
Drie vormen van samenvatten Letterlijk herhalen wat de ander zegt (papegaaien) Samenvatten voor de rode draad Parafraseren (kernachtig in eigen woorden het besprokene weergeven)
7
Het belang van samenvatten Ordening brengen in een gesprek Interesse tonen Rust scheppen Inhoud en gevoel uit elkaar halen Controleren: inzicht krijgen in overeenkomsten en verschillen Exploratie Steun je korte termijn geheugen
8
Aandachtspunten Vat beknopt, maar wel volledig samen Vat regelmatig samen Vat samen in eigen woorden Beperk je tot het gespreksthema Vat in persoonlijke vorm samen Voorkom dat je beoordeelt, waardeert of concludeert Ga na of je samenvatting klopt Laat merken dat je samenvat Nodig de ander ook eens uit om samen te vatten
9
Empathie tonen Is het vermogen om je in te leven in de gevoelens van anderen. Twee niveaus van empathie: 1. hulpverlener gaat in op de gevoelens die de cliënt uit in het gesprek 2. hulpverlener verwoordt de gevoelens van de cliënt expliciet, zonder dat de cliënt deze heeft geuit. Dit MOET vragend!
10
Concretiseren (hfd 6. SEV) Met concretiseren probeer je de ander tot een nadere precisering te brengen van wat hij tot nu toe heeft gezegd. Concretiseren heeft alleen een functie tussen gesprekspartners die in zekere mate met elkaar betrokken zijn (met elkaar te maken hebben).
11
Concretiseren (hfd 6. SEV) Functies van concretiseren: - Nagaan wat met het door jou waargenomen non-verbale gedrag wordt bedoeld - De ander laten merken dat je je voor hem interesseert - Stimuleren tot verdere exploratie of toelichting
12
Concretiseren (hfd 6. SEV) Functies van concretiseren: - Zowel de inhouds- als gevoelskant van een verhaal boven tafel krijgen - Vergroten van validiteit, volledigheid, relevantie en duidelijkheid van een uitspraak of antwoord - Verantwoord tot een waardering, conclusie of diagnose kunnen komen
13
Doorvragen Wat is het probleem? Hoe zwaar weegt het probleem? Wie heeft welk probleem? Wie voelt zich betrokken / verantwoordelijk? Welke factoren spelen een rol bij het veroorzaken / instandhouden van een probleem? Welke factoren kunnen wel/niet beïnvloed worden? Door wie? Wat wordt gezien als oplossing? Wat zijn voor en nadelen van deze oplossing? Is er motivatie (lijdensdruk) en energie? Wat is al gebeurd om het probleem op te lossen? Door wie (intern+instanties), hoe? Welk effect? Wat daaruit geleerd? Spelen er andere problemen? Wat heeft prioriteit?
14
Casus Hoe kom je tot een ideografische theorie/ hypothesen?
15
Definieer Probleem veroorzakende factoren Probleem in stand houdende factoren Gevolg factoren
16
Wie heeft het probleem? Het gehele systeem, ouder(s), kind?
17
Wanneer heb je het over gedragsproblemen? Als moeder aan het eten koken is en even niet oplet, zijn de kinderen op de bank aan het springen en gooien ze met kussens door de kamer. Als de juf de rekenles aankondigt, gooit William zijn boek en schrift van z’n tafeltje en roept: “Ik wil niet rekenen!”. Als André verliest met knikkeren vliegt hij huilend op de winnaar af en begint hem in z’n gezicht te slaan.
18
Gedragsproblemen kunnen zeer vele vormen aannemen Storend gedrag, impulsief gedrag, agressief gedrag, regelovertredend gedrag, uitdagend gedrag, eisend gedrag, dominant gedrag, druk gedrag,… Teruggetrokken gedrag, angst, faalangstig gedrag, depressief gedrag, psychosomatische klachten,… Leeftijdsongepast gedrag, bizar gedrag, stereotiep gedrag, dwangmatig gedrag,...
19
Terminologie Een algemene definitie van gedragsproblemen “... kinderen die zich zichtbaar ongewoon of abnormaal gedragen en dit afgezien van de ernst, de oorzaak of de context van het gestelde ongewone gedrag”
20
Het ontwikkelingsperspectief Hoe oud is het kind? Wat is nog gepast voor zijn/haar leeftijd? Voorbeelden van gepast gedrag nachtelijk huilgedrag bij baby van 6m. koppig gedrag bij 2-jarige woedebuien bij kleuter van 5j. protestgedrag bij puber van 13j.
21
Informant Wie meldt de GP? Soms hebben verschillende informanten een verschillende perceptie van het gedrag van een kind persoonlijkheidsfactoren, bv. overbezorgde ouder depressieve moeder ouder met verleden van mishandeling band met kind is verschillend gedrag van het kind is (echt) verschillend
22
Klinische definitie van gedragsproblemen “... een relatief concept dat aan de orde is als de op dat moment in een bepaalde omgeving heersende normen en geldende regels worden overschreden. De ernst van het probleemgedrag wordt verder bepaald aan de hand van de frequentie, de duur en de omvang alsmede door de mate waarin de betrokkene zichzelf en/of zijn omgeving psychische schade berokkent” (Van der Ploeg)
23
Plenair oefenen Oefenen voor de klas 3 personen per gesprek, 1 pedagoog, 1 schaduwpedagoog, 1 ouder Rest van de klas observeert a.d.h.v. bijlage 2
24
Zelfstandig oefenen in viertallen met: - Actieve luisterhouding - Doorvragen - Vragen stellen - Concretiseren - Samenvatten - Feedback geven a.d.h.v. zelf geschreven casus
25
Huiswerk & zelfstudie Literatuur bestuderen: H6 uit boek Elementaire sociale vaardigheden Maak de vragen op blz. 79 (ESV) Artikel 1 lezen: Lang, G., & Molen, H. T. van der. (1986). [Samenvatting van S. Melters] Parafraseren en Reflecteren uit Psychologische Gespreksvoering. Baarn: Nelissen. Reflectieverslag 3; inclusief verwerking van gekregen feedback van klasgenoten.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.