Download de presentatie
GepubliceerdChristiaan Stefan Smeets Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
Module ‘Kijken naar Kinderen’ AD opleiding ‘Pedagogisch educatief medewerker’ Week 2
Pascal van Schajik
2
Programma Observeren Verschillende soorten observeren
Voorbereiding: Hoofdstuk Petra de Bil Hoofdstuk 1 Mirjam Groen Studiehandleiding (+ peuterestafette) Observeren Verschillende soorten observeren Doelgericht observeren Instructie toetsopdracht 1: ‘Reflectie op de eigen manier van waarnemen’ Afsluiting
3
Terugkoppeling week 1 Waarnemen en observeren… Wat hebben we ook alweer behandeld???
4
Waarnemen en observeren
Zien, ruiken, voelen en proeven Objectief Kennis van ontwikkeling van kinderen Waarnemen en observeren subjectief Stereotypen + vooroordelen geheugen referentiekader
5
Waarneming bij jonge kinderen… Zijn baby’s zich al bewust van de wereld om hen heen?
6
Opdracht: Bewust worden van eigen referentiekader kijk het filmpje
Wat hoor je gebeuren Wat zou je doen? Afleiding
7
kleuren
8
Instructie toetsopdracht 1 Reflectie op de eigen manier van waarnemen
Beschrijf in eigen woorden waarom onze eigen normen/ waarden en referentiekader van invloed zijn op onze waarneming en interpretatie. Zorgen voor een theoretische onderbouwing!!! Je noemt en verklaart hierbij in ieder geval de volgende begrippen: Referentiekader Normen en waarden Vooroordelen Cultuur Taal Automatische processen Vervolgens beantwoordt je ook de vraag: In hoeverre spelen jou eigen (culturele) gewoonten, tradities en denkkaders een rol bij de manier waarop je binnen je praktijkplek waarneemt en interpreteert Zorg voor een kritische zelfreflectie!! Illustreer je antwoord met 2 relevante praktijkvoorbeelden
9
Wat is het verschil tussen waarnemen en observeren?
10
Doelgericht observeren…
Bewust observeren Bewust gebruik maken van je zintuigen Bewust zijn van de invloed van je eigen referentiekader Observeren met een duidelijk omschreven doel
11
Verschillende soorten observaties:
Gedragsobservatie Observeren van het gedrag van mensen Goodfellas
12
Verbale en non- verbale communicatie
Wanneer woord en lichaamstaal elkaar tegen spreken…
14
Dagelijkse observatie Bewust maar minder doelgericht
Geen observatieformulier Voorbeeld: →Studenten hebben steeds vaker hun mobiel op tafel liggen →De trein komt steeds vaker te laat (nog niet getoetst maar wel bewust waargenomen)
15
Systematische observatie Zeer bewust en doelgericht
wie, wat, wanneer, hoe lang… gaat er geobserveerd worden? Nagedacht over vorm en registratie Hoe zou je de vorige voorbeelden (mobieltjes, trein) systematisch kunnen observeren?
16
Wat zijn de voor- nadelen van deze manier van observeren?
Participerende observatie observator neemt deel uit van de situatie Wat zijn de voor- nadelen van deze manier van observeren? Zelfreflectie Helikopterview; objectief naar jezelf kunnen kijken Wat is hierbij het nut van feedback?
17
Observatieopdracht 3 Studenten krijgen de opdracht om een situatie/ casus voor de groep uit te spelen (van ongeveer 10 minuten) Deze studenten bedenken onderling (op de gang) een situatie. Het betreft in ieder geval een ouder gesprek tussen een Pedagogisch educatief medewerkster en de ouders van een kind. De andere studenten observeren de situatie: Wat valt jullie op? Bepaal van te voren waar je op wilt letten! Let hierbij wel op feitelijk waarneembaar gedrag! Afronding: Ervaringen uitwisselen + geven van feedback (tips/ tops)
18
Huiswerkopdracht voor volgende week:
Observeer 2 kinderen van verschillende leeftijden bij het oplossen van een puzzeltje Stem moeilijkheidsgraad af op het kind/ de leeftijd Neem jou observatie + een kopie van de puzzel mee naar les 3
19
Afsluiting: Lezen : Hoofdstuk 3 Petra de BIl +
Neem de observatieopdracht ‘puzzel’ mee! Tot zover de 2e bijeenkomst… tot volgende week!
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.