De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Toegepaste biologie O41 2015-2016 SOORTENKENNIS DEEL 2/3.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Toegepaste biologie O41 2015-2016 SOORTENKENNIS DEEL 2/3."— Transcript van de presentatie:

1 Toegepaste biologie O41 2015-2016 SOORTENKENNIS DEEL 2/3

2 AMERIKAANSE EIK

3 Soortgroep Hoofd-biotoopbossen Uiterlijke kenmerken*De Amerikaanse eik is vrij groot *De bast is enigszins grof *De bast is groen bruin *bladrand is gelobd-gespleten *nervatuur is veernervig Extra foto’s KENMERKEN SOORTNAAM

4 AMERIKAANSE VOGELKERS

5 Soortgroep Hoofd-biotoopbossen Uiterlijke kenmerken*bast is gerafeld/gebladerd *nervatuur is veernervig *bladrand is gezaagd *erg veel bessen Extra foto’s KENMERKEN SOORTNAAM

6 BONT ZANDOOGJE

7 Soortgroep Hoofd-biotoopbossen Uiterlijke kenmerken*bruin gekleurd *gele vlekjes aan buitenkant van vleugels *spanwijdte 3 tot 4 centimeter Extra foto’s KENMERKEN SOORTNAAM

8 BOSANEMOON

9 Soortgroep Hoofd-biotoopbossen Uiterlijke kenmerken10-25 cm hoog. Heeft 3 bladeren en witte bloemen. Bloemen kunnen ook paars-rood zijn. Extra foto’s KENMERKEN BOSANEMOON

10 DAS

11 SoortgroepZoorgdieren Hoofd-biotoopBossen Uiterlijke kenmerkenleeft in een burcht, dat vele generaties meegaat. vooral 's nachts actief en heeft een omnivoor dieet. de bovenzijde is grijs van kleur, de onderzijde en poten zijn zwart. De kop, haren op de oren en de staartpunt zijn wit. Er lopen twee brede evenwijdige strepen over zijn kop De das komt voornamelijk voor in glooiend landschap, bestaande uit loofbossen, afgewisseld met grasvelden. Extra foto’s KENMERKEN DAS

12 BRUIN ZANDOOGJE

13 Soortgroep Hoofd-biotoopbossen Uiterlijke kenmerkenVoorvleugellengte: 21-28 mm. Bij mannetje: bovenkant van voorvleugel bruin met ongekernde zwarte oogvlek in de vleugelpunt. Bij vrouwtje: bovenkant van voorvleugel een opvallend oranje veld met meestal witgekernde zwarte oogvlek. De bovenkant van de achtervleugel is bruin. Extra foto’s KENMERKEN BRUIN ZANDOOGJE

14 CITROENVLINDER

15 Soortgroep Hoofd-biotoopbossen Uiterlijke kenmerkenVoorvleugellengte: 27-30 mm. Kleur: citroengeel. Voorvleugel met puntige vleugelpunt. Aan de achtervleugel bevindt zich halverwege de achterrand een duidelijk puntje. Het vrouwtje is bleekgeel of soms bijna wit. De onderkant van de vleugels is groenachtig van kleur. Extra foto’s KENMERKEN SOORTNAAM

16 BOSANEMOON

17 Soortgroep Hoofd-biotoopbossen Uiterlijke kenmerken10-25 cm hoog. Heeft 3 bladeren en witte bloemen. Bloemen kunnen ook paars-rood zijn. Extra foto’s KENMERKEN BOSANEMOON

18 DAS

19 SoortgroepZoorgdieren Hoofd-biotoopBossen Uiterlijke kenmerkenleeft in een burcht, dat vele generaties meegaat. vooral 's nachts actief en heeft een omnivoor dieet. de bovenzijde is grijs van kleur, de onderzijde en poten zijn zwart. De kop, haren op de oren en de staartpunt zijn wit. Er lopen twee brede evenwijdige strepen over zijn kop De das komt voornamelijk voor in glooiend landschap, bestaande uit loofbossen, afgewisseld met grasvelden. Extra foto’s KENMERKEN DAS

20 BRUIN ZANDOOGJE

21 Soortgroep Hoofd-biotoopbossen Uiterlijke kenmerkenVoorvleugellengte: 21-28 mm. Bij mannetje: bovenkant van voorvleugel bruin met ongekernde zwarte oogvlek in de vleugelpunt. Bij vrouwtje: bovenkant van voorvleugel een opvallend oranje veld met meestal witgekernde zwarte oogvlek. De bovenkant van de achtervleugel is bruin. Extra foto’s KENMERKEN BRUIN ZANDOOGJE

22 CITROENVLINDER

23 Soortgroep Hoofd-biotoopbossen Uiterlijke kenmerkenVoorvleugellengte: 27-30 mm. Kleur: citroengeel. Voorvleugel met puntige vleugelpunt. Aan de achtervleugel bevindt zich halverwege de achterrand een duidelijk puntje. Het vrouwtje is bleekgeel of soms bijna wit. De onderkant van de vleugels is groenachtig van kleur. Extra foto’s KENMERKEN SOORTNAAM

24  HOOFDFOTO EDELHERT

25 SoortgroepZoogdieren, evenhoevigen Hoofd-biotoopBossen in centraal Europa kenmerken‘s Zomers een roodbruine vacht, ‘s winters grijsbruine vacht Witte buikzijde Mannetjes hebben een gewei, vrouwen gewei Geven de voorkeur aan leven aan de rand van het bos Extra foto’s KENMERKEN EDELHERT

26 EEKHOORN

27 SoortgroepZoogdieren, knaagdieren Hoofd-biotoopnaaldbossen met gematigd klimaat Uiterlijke kenmerkenVoornamelijk rood tot bruin getint, gewoonlijk rood-bruin met witte buikzijde Vacht wordt grijsachtiger in de winter en naarmate de leeftijd. Flinke pluimstaart Kraalogen Extra foto’s KENMERKEN SOORTNAAM

28 KONINGSKAARS

29 Soortgroepzaadplanten, bedektzadigen, Helmkruidfamilie Hoofd-biotoopDuingebieden Uiterlijke kenmerken80-200 cm Bladeren en stengel bedekt met wollige beharing Bloemen hebben 5 gele kroonbladeren Bloeit van juli tot de herfst Langwerpige, matig gekartelde bladeren 5 kelkdraden en 5 meeldraden Op duingebieden na, vrij zeldzaam in Nederland Extra foto’s KENMERKEN KONINGSKAARS

30 GELE DOVENNETEL

31 SoortgroepZaadplanten, bedektzadigen, lipbloemenfamilie Hoofd-biotoopBossen met een gematigd klimaat Uiterlijke kenmerken15-60 cm Gele kroonbladeren Bloeit in mei en juni Langwerpige bladeren met gezaagde kartelrand Groeit op vochtige, beschaduwde plaatsen Extra foto’s KENMERKEN GELE DOVENETEL

32 “Nachtegaal”

33 SoortgroepVogels Hoofd-biotoopBossen Uiterlijke kenmerkenDe bovenzijde is egaal bruin, de stuit en bovenzijde van de staart zijn roodbruin. Bekent voor zijn zang, die meestal ‘s nachts te horen is. Extra foto’s KENMERKEN NACHTEGAAL

34 “Moerasrolklaver”

35 SoortgroepPlanten Hoofd-biotoopBossen Uiterlijke kenmerkenDe bloem van de moerasrolklaver is geel. De plant wordt 30-100 cm lang De plant komt voor tussen het gras, aan waterkanten en open gekapte plekken op vochtige tot natte grond. Extra foto’s KENMERKEN MOERASROLKLAVER

36 “Noorse Esdoorn”

37 SoortgroepBomen Hoofd-biotoopBossen Uiterlijke kenmerkenDe noorse esdoorn wordt tot 30 m hoog. De schors is donkergrijs. De bladeren van de noorse esdoorn zijn handvormig samengesteld en veerspletig Extra foto’s KENMERKEN NOORSE ESDOORN

38 “Pimpelmees”

39 SoortgroepVogels Hoofd-biotoopBossen Uiterlijke kenmerkenDe pimpelmees is gemiddeld 12 cm groot. De pimpelmees leeft in gebieden met veel groen, ze zijn vooral in struikgewas, houtwallen en houtsingels te vinden. De pimpelmees is kleiner dan de koolmees Extra foto’s KENMERKEN PIMPELMEES

40 REE

41 SoortgroepEvenhoevigen Hoofd-biotoopBossen Uiterlijke kenmerken Witte spiegel ( dat is het witte deel onder de staart), een zeer korte staart die nauwelijks zichtbaar is. Zomervacht zandgele tot roodbruine vacht en wintervacht. Volwassen dieren hebben geen vlekken. Het mannetje heeft een eenvoudig gewei. Extra foto’s KENMERKEN REE

42  HOOFDFOTO PISSEBED

43 SoortgroepGeleedpotige Hoofd-biotoopBossen Uiterlijke kenmerken-Een pissebed heeft twee uitstekels aan de achterzijde van zijn lijf zitten. -Het lijf van de pissebed bestaat uit platen die de pissebed beschermt tegen vijanden. Extra foto’s KENMERKEN PISSEBED

44 REUZENBALSEMEIN.

45 SoortgroepPlanten Hoofd-biotoopBossen Uiterlijke kenmerken-De bloemen zijn 2-5 cm groot en kunnen de kleur lila, roze, licht geel of wit hebben. -De planten kunnen tot 2,5 m hoog worden. -Ze groeien dichtbij water en langs greppels. Extra foto’s KENMERKEN REUZENBALSEMEIN

46  HOOFDFOTO ROOIEBOS MIER

47 Soortgroepgeleedpotigen Hoofd-biotoopbossen Uiterlijke kenmerkenHij heeft een zwarte achter kant en een rode lijf. Meeste tijd besteden ze met werken en het voeden van de larve. Ze leven in grote kolonies. Er leven 700000 mieren in een kolonie en kunnen 400 keer hun eigen gewicht tillen. Extra foto’s KENMERKEN ROOIEBOS MIER

48  HOOFDFOTO ROEK

49 Soortgroepvogel Hoofd-biotoopAkker weide land Uiterlijke kenmerkenLeeft in kolonies. Is ietsjes groter dan een kraai. heeft een zwarte met blauwige metalen glans. Snavel is zwart en iets naar beneden is gebogen. https://www.youtube.com/watch?v=6wXejgDuxow Extra foto’s KENMERKEN ROEK

50 SPAANSE AAK

51 Soortgroepplanten Hoofd-biotoopHeel Europa zuidwest Azie en noord Afrika Uiterlijke kenmerkenHet zijn meestal struiken en zelden bomen zijn 10 m breed en 10 tot 12 meter hoog. Het is een traag groeiende soort en kan 300 jaar oud worden. Takken zijn olijf groen tot geelbruin en jonge takken zijn licht behaard. Extra foto’s KENMERKEN SOORTNAAM

52 MEREL

53 Soortgroepvogel Hoofd-biotoopHeel Europa Uiterlijke kenmerkenHele lichaam egaal zwart en hebben een oranje spitse snavel. die grote belang heeft in de onderlinge communicatie. Ze wegen 80 tot 110 g Extra foto’s KENMERKEN MEREL


Download ppt "Toegepaste biologie O41 2015-2016 SOORTENKENNIS DEEL 2/3."

Verwante presentaties


Ads door Google