Download de presentatie
1
Nova Scheikunde VWO hoofdstuk 1
Bindingen Nova Scheikunde VWO hoofdstuk 1
2
Metaalbindingen (deel van de) buitenste elektronen laten los van het atoom. Zwerven in “elektronenzee”. Sterke binding Geleid goed elektriciteit Geleid goed warmte Vervormbaar
3
Covalente binding Ook wel atoombinding
Binding tussen atomen in een molecuul Gedeeld elektronenpaar Covalentie (Hoeveel elektronen tot edelgas) = aantal bindingen
4
Vanderwaalsbinding Binding tussen moleculen Meestal vrij zwak
Afhankelijk van Molecuulmassa Molecuuloppervlak
5
Ionbinding Binding tussen ionen in zouten Sterke binding
Aantrekking tussen + en – deeltjes
6
Wat is (een) zout?
7
Wat is een zout. Verbinding tussen metaalatomen en niet-metaal atomen. Vaste stof bij kamertemperatuur Bros Metalen en niet-metalen in de vorm van ionen.
8
Ionen Positieve ionen Altijd metalen +1 tot +4 1 uitzondering: NH4+
Negatieve ionen (verbinding van) niet-metalen -1 tot -3 Naamgeving: tabel 7 p. 28
9
Verhoudingsformule Geeft de verhouding waarin ionen in een zout voorkomen aan. NaCl CaCl2 Cu2CO3(OH)2
10
Naamgeving Positief ion voorop Meerdere ionsoorten v.e.e element?
ijzer(II) en ijzer(III) (binas 40A) Samengesteld ion meerder keren? Haakjes Verhoudingsformule zo simpel mogelijk
11
Voorbeeld Zout van Fe3+ en SO32-
12
Voorbeeld Zout van Fe3+ en SO32- Fe2(SO3)3 IJzer(III)Nitriet
13
Wat is een zout. Metaal + niet-metaal of niet-metalen Ionbinding Bros
Vast bij T=298K Verhoudingsformule Geleid stroom als vloeibaar
14
Alle stoffen Metalen Moleculaire stoffen Zouten
Atomen van metalen Metaalbinding Metaalrooster Atomen van niet-metalen Atoombinding VanderWaalsbinding Molecuulrooster Covalentie Structuurformules Naamgeving Verbinding van metalen en nietmetalen Ionbinding Ionrooster Verhoudingsformule Naamgeving
15
Water Zeer bijzonder stof Relatief hoog smelt en kookpunt
Vergelijk H2O, H2S, H2Se en H2Te Vaste fase drijft op vloeibare fase Hoge warmtecapaciteit Diamagnetisch Wat is dat?
16
Waar zijn de elektronen?
H2 H2O HF
17
Elektronegativiteit Maat voor hoe hard een atoom aan een bindend elektronenpaar trekt. (Binas 40A) H: EN= O: EN= F: EN=
18
Waar zijn de elektronen?
H2 H2O HF
19
Water
20
Water = dipool δ- δ+
21
Waterstofbruggen Sterke intermoleculaire binding Tussen H-atoom (in NH, OH, HF) en O (in OH of O=) of N (in NH) of F (in FH)
22
Oplosbaarheid Hydrofiel of hydrofoob?
23
Mol
24
Rekenen 𝟔 𝟏𝟐 𝑪 HCl C13H18O2 1 atoom/molecuul u g 144 atomen/moleculen
# atomen/moleculen in 12,00 g X # atomen/moleculen in 36,46 g # atomen/moleculen in 206,3 g
25
1 mol 6,02∙1023
26
Huh? Een paar snoepjes (2!) Een dozijn eieren (12 dus) Een gros appels (144) Een mol moleculen (6,02∙1023) 1 mol deeltjes van 1,00 u weegt precies 1,00 g
27
BiNaS 98 en 99 BiNaS 99 Atoommassa in u of atoommassa in g/mol.
Molecuulmassa in u of molecuulmassa in g/mol
28
Grootheid Hoeveelheid stof: n Eenheid: mol Molaire massa (molmassa): M Eenheid: g/mol
29
Waarom? Hoe weeg ik stoffen af?
30
Berekenen 2 H2 + O2 2 H2O Hoeveel gram water ontstaat er als ik 2,0 gram waterstofgas verbrand?
31
Berekenen 2 H2 + O2 2 H2O 2 moleculen H2 reageert tot 2 moleculen H2O 1 molecuul H2 reageert tot 1 molecuul H2O 1 mol moleculen H2 reageert tot 1 mol moleculen H2O
32
Berekenen 2 H2 + O2 2 H2O 1 mol moleculen H2 reageert tot 1 mol moleculen H2O 1 mol moleculen H2 weegt 2*1,008 = 2,016 g 2,00 g H2 is dus 2,00/2,016 = 0,992 mol H2
33
Berekenen 2 H2 + O2 2 H2O 1 mol moleculen H2 reageert tot 1 mol moleculen H2O 0,992 mol moleculen H2 reageert tot 0,992 mol moleculen H2O
34
Berekenen 2 H2 + O2 2 H2O 1 mol moleculen H2O weegt 2*1, ,00 = 18,02 g 0,992 mol moleculen H2O wegen 0,992 * 18,02 = 17,8 g
35
Eenheden en grootheden
Massa m in g Hoeveelheid stof n in mol Molaire massa (molmassa) in g/mol (g∙mol-1) 𝑛= 𝑚 𝑀 𝑚=𝑛∙𝑀
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.