Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdAdriana de Wit Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
Milieu- en Natuurplanbureau r Milieubalans 2003 VBTB: Heeft het beleid effect? Worden de doelen gehaald? Kan het goedkoper? …..in een Europese context
2
Milieu- en Natuurplanbureau r Opening De Milieubalans wordt voortaan in mei uitgebracht om daarmee het jaarlijkse proces van beleidsverantwoording (VBTB: Van Beleids-begroting tot Beleidsverantwoording) door de Minister van VROM aan de Tweede Kamer beter te ondersteunen. In de VBTB systematiek staan drie vragen centraal; heeft het beleid effect, worden de doelen gehaald en is het beleid kosteneffectief. Deze vragen komen in de Milieubalans 2003 aan de orde. Meer dan 80% van het milieu- en natuurbeleid in Nederland wordt inmiddels door Brussel voorgeschreven. De VBTB-vragen worden daarom in de Milieubalans 2003 beschouwd in de context van i) het ‘Brusselse’ beleid en ii) de Nederlandse omstandigheden in vergelijking met andere EU-lidstaten. In de Milieubalans 2002 werd immers geconstateerd dat Nederland door de hoge dichtheid van bevolking, industrie, vee en transport moeite heeft met het behalen van milieudoelstellingen.
3
Milieu- en Natuurplanbureau r Beleidseffect en doelbereiking
4
Milieu- en Natuurplanbureau r Milieubeleid heeft effect, veel doelen buiten bereik De eerste (kleuren)kolom geeft de trends in het milieu. De groene kleuren geven aan dat de milieudruk afneemt of de milieukwaliteit verbetert. Geel geeft een stabilisatie, rood een verslechtering van het milieu. De trends in het milieu zijn veelal groen gekleurd. Het milieubeleid speelt daarin een cruciale rol; milieubeleid heeft dus effect. De tweede kolom geeft aan in hoeverre met het nu ingezette beleid de beleidsdoelstellingen binnen bereik liggen (veelal doelen in 2010). De ‘V’ tekens geven doelstellingen aan die internationaal verplicht zijn. In deze kolom veel gele en rode kleuren; dat betekent dat met het nu vastgestelde beleid veel doelen niet gehaald gaan worden. De laatste kolom geeft een overzicht van de Rijksbegroting voor milieu (en natuur). Wat opvalt is, dat klimaatbeleid veruit de grootste begrotingspost is geworden. De kosten van het Nederlandse klimaatbeleid, voor zowel de reducties in binnen- als buitenland, worden vooral door de rijksoverheid gedragen. Dit in tegenstelling tot de financiering van de aanpak van andere milieuproblemen.
5
Milieu- en Natuurplanbureau r Energie en Klimaatverandering
6
Milieu- en Natuurplanbureau r Energie en klimaatverandering Het eerste thema dat kort wordt besproken is energie en klimaatverandering. Nederland is mede door de aanwezigheid van veel ‘zware’ industrie een energie-intensief land (zie foto). Binnen de Europese Unie staat Nederland op de 4e plaats wat betreft het totale energiegebruik omgeslagen naar inwoner-aantal.
7
Milieu- en Natuurplanbureau r Klimaatbeleid heeft effect, binnenlands doel binnen bereik
8
Milieu- en Natuurplanbureau r Klimaateffect heeft effect, behalen Kyoto doelstelling in beeld De effecten van klimaatbeleid worden in 4 stappen ontleed (zichtbaar in de ‘view/slide show’ mode): Stap 1) De bovenste lijn geeft de geschatte ontwikkelingen in de totale uitstoot van broeikasgassen in Nederland wanneer er geen klimaatbeleid zou zijn (1990-2010). Stap 2) In de tweede stap wordt zichtbaar welk effect beleid op verschillende deelterreinen heeft: de grootste effecten worden bereikt door energiebesparing en door maatregelen bij de ‘overige broeikasgassen’ zoals methaan uit stortplaatsen en maatregelen voor de reductie van fluorgassen. Stap 3) geeft het effect van het kabinetsvoornemen om de emissies van N 2 O bij de kunstmestfabrieken te reduceren. Wordt dit voornemen geeffectueerd, dan ligt de binnenlandse doelstelling van het klimaatbeleid binnen bereik. Stap 4) geeft indicatief aan dat Nederland druk doende is met het zoeken en contracteren van buitenlandse klimaatprojecten die zoals is afgesproken in het Kyoto protocol mogen meetellen voor de klimaatdoelstellingen van landen. Conclusie: met hele pakket van klimaatbeleid is Nederland op weg naar het halen van de Kyoto doelstelling voor 2010.
9
Milieu- en Natuurplanbureau r Duurzame energie: bedient kleine markt Stimulering groene stroom was niet (kosten-)effectief >200 miljoen/jr bespaard; geen nadelig effect voor milieu
10
Milieu- en Natuurplanbureau r Stimulering groene stroom niet kosteneffectief Een (klein) stukje uit de ‘puzzel’ van het klimaatbeleid is de stimulering van duurzame energie (zie vorige sheet). De Nederlandse overheid stimuleert duurzame energie (groene stroom) in sterke mate. Stap 1) het merendeel van de duurzame energie wordt opgewekt bij afvalverbrandingsinstallaties en de verbranding en vergisting van biomassa. Stap 2) Het Nederlandse beleid richt(te) zich sterk op het stimuleren van de vraag naar groene stroom. Deze vorm van stimulering wijkt sterk af van de ons omringende landen. Door de sterk toegenomen binnenlandse vraag en daarbij achterblijvende binnenlandse productie nam de import van groene stroom zo sterk toe dat een groot deel daarvan zelfs als ‘grijze’ stroom werd verkocht. Buitenlandse producenten ontvingen hiervoor vele tientallen miljoenen subsidie uit Nederland die ze niet investeerden in nieuwe productie-installaties. De nieuwe voorgestelde MEP-regeling zal naar verwachting de import afremmen en de binnenlandse productie van duurzame energie sterker stimuleren. De doelstelling om in 2010 5% van het totale energiegebruik in Nederland duurzaam te laten zijn wordt naar verwachting niet gehaald.
11
Milieu- en Natuurplanbureau r Landbouw in het landelijk gebied
12
Milieu- en Natuurplanbureau r Landbouw en het landelijke gebied Het tweede thema dat wordt besproken is ‘landbouw in het landelijke gebied’. Nederland is in de Europese Unie het land met de hoogste veedichtheid. Dit leidt tot overschot aan mest dat via verschillende routes milieu en natuur negatief beïnvloedt: ammoniak depositie op natuur, stikstof en fosfaat uitspoeling naar het oppervlakte water, nitraatuitspoeling naar het grondwater en emissie van het broeikasgas N 2 O naar de atmosfeer. Landbouw in de Milieubalans 2003 gaat over meer dan alleen vee en mest. Ook wordt ingegaan op ontwikkelingen in landschapsbeheer en nieuwe inkomstenbronnen voor boeren (zie foto)
13
Milieu- en Natuurplanbureau r Nieuwe landbouwactiviteiten: markt- of inkomensaandeel van enkele procenten
14
Milieu- en Natuurplanbureau r Verbrede landbouw: nog beperkte inkomsten Ten opzichte van andere Europese landen halen Nederlandse boeren relatief weinig inkomen uit nieuwe landbouwvormen (zie figuur). Dat komt door de specifieke Nederlandse situatie; grond en arbeid in Nederland zijn duur, nieuwe landbouwactiviteiten moeten veel opbrengen wil een omschakeling lonend zijn.
15
Milieu- en Natuurplanbureau r Gangbare landbouw: Minder bedrijven, grotere bedrijven
16
Milieu- en Natuurplanbureau r De gangbare landbouw Het beeld van de gangbare landbouw is, steeds minder bedrijven en bestaande bedrijven die groter worden (zie figuur).
17
Milieu- en Natuurplanbureau r Door milieubeleid neemt overbelasting mest en bestrijdingsmiddelen af; bereiken doelen moeilijk
18
Milieu- en Natuurplanbureau r Milieubelasting van gangbare landbouw neemt af De milieubelasting van de gangbare landbouw blijft afnemen, al is het bereiken van de doelen vaak moeilijk (o.a. nutriëntenbeleid). De ontwikkeling van de ammoniak emissie lijkt wel op weg naar de Europese verplichte doelstelling voor 2010 (zie figuur) waarbij de grootste onzekerheid ligt in de afname van emissies uit stallen onder invloed van de -nog niet vastgestelde- AMvB Huisvesting.
19
Milieu- en Natuurplanbureau r Invloed EU-milieurichtlijnen wordt groter Nitraatrichtlijn Kaderrichtlijn Water (2000): nu voorgestelde EU- grenswaarden voor waterkwaliteit zijn vaak scherper dan Nederlandse MTR-waarden én verplichtend. Brede toets op effecten KRW gewenst (milieu,sociaal, economisch).
20
Milieu- en Natuurplanbureau r De Europese context van het milieubeleid voor de landbouw De invloed van het Europese milieubeleid op de Nederlandse landbouw is groot. 2003 wordt een belangrijk jaar, met uitspraken van de Europese Commissie over het derogatieverzoek dat Nederland heeft ingediend en van het Europese Hof van Justitie over de Nederlandse implementatie van de nitraatrichtlijn in de vorm van de MINAS systematiek. Nederland heeft zich laten verrassen door de consequenties van de Europese Nitraatrichtlijn voor het Nederland. De Milieubalans vraagt daarom vroegtijdige aandacht voor de consequenties van de nieuwe Europese Kaderrichtlijn Water, zowel op milieu, economisch als sociaal gebied.
21
Milieu- en Natuurplanbureau r Leefomgeving en Verkeer
22
Milieu- en Natuurplanbureau r Leefomgeving en Verkeer Het derde thema dat wordt besproken is Verkeer in de stedelijke leefomgeving. Nederland heeft per oppervlakte eenheid de hoogste dichtheid van personenauto’s in de EU. Per inwoner heeft Nederland een gemiddeld aantal personenauto’s. Verkeer is voor een groot deel verantwoordelijk voor de blootstelling van mensen aan milieurisico’s door luchtverontreiniging, geluid en ongelukken met gevaarlijke stoffen of vliegtuigen.
23
Milieu- en Natuurplanbureau r Verkeersgroei en Europees technologiebeleid EU-regelgeving effectief voor schone en veilige auto, niet voor stille en zuinige auto
24
Milieu- en Natuurplanbureau r Verkeer en technologie De verkeersdrukte is de afgelopen decennia sterk toegenomen. Toch namen de emissies van o.a. stikstofoxiden (NO x ) in absolute zin af, vielen er minder verkeersslachtoffers en bleef de geluidsbelasting door rijkswegen, spoorwegen en luchtvaart vrijwel constant. De CO 2 emissies namen vrijwel evenredig toe met de verkeersdrukte (zie figuur). Effecten van beleid (de ‘smilies’): Europese richtlijnen voor auto’s waren zeer effectief in het terug-dringen van de NO x -emissies en het verbeteren van de verkeers-veiligheid. Diverse studies laten zien dat de introductie van de auto-katalysator ook een kosteneffectieve maatregel is geweest. Het Europese geluidsbeleid is weinig effectief, met name Nederlands beleid (schermen, Zoab e.d.) hadden effect op de geluidsbelasting in de woonomgeving. Nederlands en Europees beleid gericht op zuinigere auto’s (accijnsen en het ACEA convenant van Europese autofabrikanten) hebben slechts een beperkte remmende werking op het groeiende brandstofverbruik (en CO 2 emissies) door verkeer.
25
Milieu- en Natuurplanbureau r Invloed ‘Brussel’ is groot en neemt toe
26
Milieu- en Natuurplanbureau r Meer dan 80% van het milieubeleid komt uit Brussel De invloed van het Europese beleid op Nederland is groot en neemt verder toe. De figuur geeft voor een aantal milieuthema’s op kwalitatieve wijze weer in welke mate Europees beleid invloed heeft op het milieu in Nederland. Op sommige terreinen, zoals chemische stoffen en luchtverontreiniging was de invloed al lang groot. Maar ook op ‘lokale’ terreinen als het gebiedenbeleid en afvalbeheer neemt de invloed van de Europese Unie steeds meer toe.
27
Milieu- en Natuurplanbureau r Conflicten met EU-regelgeving nemen toe
28
Milieu- en Natuurplanbureau r Uitvoering Brussels beleid geeft conflicten De toenemende invloed van EU-beleid roept spanning op. De regelgeving uit ‘Brussel’ sluit niet altijd aan op de beleidscultuur en - instrumenten die lidstaten toepassen. Het aantal handhavingsacties van de Europese Commissie is de laatste jaren sterk toegenomen. Meer dan de helft daarvan wordt opgestart op verzoek van Europese burgers en milieuorganisaties, die hun weg naar Brussel steeds meer weten te vinden. Nederland is binnen de EU geen uitzondering wat betreft conflicten met de Europese regels (zie figuur).
29
Milieu- en Natuurplanbureau r Nederlandse bedrijven hebben baat bij Europese CO 2 emissiehandel
30
Milieu- en Natuurplanbureau r Een voorbeeld van kosteneffectief EU-beleid Europese regelgeving is belangrijk voor een schoner milieu in Nederland (zie Milieubalans 2002). Europees milieubeleid zorgt voor een gelijk economisch speelveld doordat marktpartijen met dezelfde milieu-eisen worden geconfronteerd. Wanneer de mate van implementatie van milieutechnologieën tussen landen sterk verschilt kunnen de milieukosten sterk uiteen gaan lopen. Dit geldt bijvoorbeeld voor energie-efficiency maatregelen; Nederlandse bedrijven zijn binnen de EU relatief energie-efficiënt (zie figuur) en extra maatregelen zijn duur. Nieuwe instrumenten zoals als de voorgenomen Europese CO 2 -emissiehandel voor grote bedrijven bieden de mogelijkheid voor Nederlandse bedrijven om op kosteneffectieve wijze in het buitenland emissie-reducties te realiseren.
31
Milieu- en Natuurplanbureau r “Inzetten op een krachtig internationaal Milieubeleid” (Vaste waarden, nieuwe vormen) Vraagt om een integrale Europese strategie van NL: Wat is Nederlandse belang bij EU-aanpak (milieu, sociaal en economisch) ? Wat is juridische speelruimte? Is een EU-aanpak kosteneffectiever dan nationaal?
32
Milieu- en Natuurplanbureau r Milieubeleid tussen Den Haag en Brussel De nota ‘Vaste waarden, nieuwe vormen’ stelt dat Nederland in moet zetten op een krachtig internationaal milieubeleid. Een goed voornemen gezien de grote positieve invloed van dat Europese (internationale) beleid op het Nederlandse milieu, het grensoverschrijdende karakter van veel milieuproblemen en het gelijke speelveld dat internationale regelgeving creeert. De toenemende invloed van het Europese beleid op Nederland, de kansen en de keerzijden daarvan, vragen ook in toenemende mate om een integrale Europese milieustrategie van Nederland waarbij de buitenlandse en binnenlandse beleidsagenda van Nederland op elkaar zijn afgestemd.
33
Milieu- en Natuurplanbureau r OECD conclusies: It will be neccesary for the Netherlands: i) to improve the cost-effectiveness of its environmental policies iii) reinforce its international environmental co-operation on environmental issues MB2003: Europese milieustrategie van Nederland kan kosten besparen
34
Milieu- en Natuurplanbureau r Europese milieustrategie van Nederland kan kosten besparen De OECD concludeert vandaag (14 april, 2003) dat het Nederlandse beleid kosteneffectiever kan en de internationale samenwerking van Nederland versterkt moet worden. De Milieubalans 2003 combineert deze twee conclusies en stel dat een Europese milieustrategie van Nederland waarbij de buitenlandse en binnenlandse beleidsagenda van Nederland op elkaar zijn afgestemd kosten kan besparen.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.