INSPIRATOIRE EXPIRATOIRE

Presentatie over: "INSPIRATOIRE EXPIRATOIRE"— Transcript van de presentatie:

1 INSPIRATOIRE EXPIRATOIRE
DYSPNEE GEMENGDE DYSPNEE INSPIRATOIRE EXPIRATOIRE MET STRIDOR ZONDER STRIDOR

2 INSPIRATOIRE DYSPNEE MET STRIDOR
- STIDOR = … - OORZAKEN: ALGEMEEN: OBSTRUCTIES GELEGEN TUSSEN NEUS EN BIFURCATIE VAN DE TRACHEA

3 INSPIRATOIRE DYSPNEE MET STRIDOR
- OORZAKEN: 1. NEUS - ALLE OORZAKEN VAN NEUSVLOEI EN RHINITIS ZIE HOGER - VERNAUWDE NEUSOPENINGEN 2. NASOFARYNX - VERLENGD ZACHT GEHEMELTE ( HO ) - POLIEPEN ( KAT )

4 INSPIRATOIRE DYSPNEE MET STRIDOR
- OORZAKEN: 3. LARYNX - PARALYSE VAN DE LARYNX - COLLAPS VAN DE LARYNX - COLLAPS VAN DE EPIGLOTTIS - UITWENDIGE DRUK * ( TUMOREN ) * ... * ( MUCOCOELEN )

5 INSPIRATOIRE DYSPNEE MET STRIDOR
- OORZAKEN: 3. TRACHEA - TRACHEACOLLAPS - TRACHEAHYPOPLASIE - ( TRACHEASTENOSE )

6

7 1. FLAP 2. WIG zie video

8

9 EXAMENVRAAG HOE KOMT MEN TOT DE DIAGNOSE VAN LARYNXPARALYSE BIJ DE HOND ? BIJKOMENDE VRAGEN: - VERKLAAR DE AARD VAN DE DYSPNEE - WAAROM CORTICOSTEROÏDEN IN ACUTE FASE ? - WAAROM IN KOELE OMGEVING PLAATSEN ? - OPP. ANESTHESIE VOOR DIAGNOSE: ?

10

11 LARYNXPARALYSE LARYNX BIJ EXPIRATIE NORMALE LARYNX PARALYSE BIJ INSPIRATIE BIJ INPIRATIE

12 P1 V1 P2 V2 P1 + r(V1)2 P2 + r(V2)2 VENTURI-EFFECT
P = DRUK V = SNELHEID r = dichtheid P1 V1 P2 V2 P1 + r(V1)2 P2 + r(V2)2 = ( ENERGIE = CONSTANT) V2 > V P2 < P1

13 ONTSTAAN VAN MUZIKALE RHONCHI IN VERNAUWDE LUCHTWEGEN
INFLAMMATOIRE REACTIE OPEN EN DICHTKLAPPEN TRILLINGEN

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26 COLLAPS VAN DE LARYNX - LARYNXCOLLAPS = LARYNXPARALYSE - COLLAPS = EINDFASE BRACHYCEFALEN- SYNDROOM - BRACHYCEFALENSYNDROOM = INSPIRATOIRE DYSPNEE MET STRIDOR TGV MEERDERE PROBLEMEN: NAUWE NEUSOPENINGEN, VERLENGD GEHEMELTE, TRACHEAHYPOPLASIE,...

27

28

29 COLLAPS VAN DE EPIGLOTTIS
‘REVERSE SNEEZE’ - TUSSEN AANVALLEN DOOR = NORMAAL - GEEN SYNCOPE, GEEN CYANOSE - SOMS BIJ FARYNGITIS OF TONSILLITIS - GERUSTSTELLEN EIGENAAR - EVENTUEEL ANTIBIOTICA ( LINCOMYCINE, CLINDAMYCINE) - SOMS OPERATIEF

30 OPERATIE EPIGLOTTISINKORTING

31 TRACHEAHYPOPLASIE - RASGEBONDEN BIJ MEESTE BRACHYCEF. BIJDRAGE TOT BRACHYCEFALEN SYNDROOM - SOMS OOK BIJ ANDERE RASSEN ZOALS ROTTWEILER EN GOLDEN RETRIEVER * SOMS OVER GANSE LENGTE, SOMS ERGER IN BEPAALDE SEGMENTEN * VOORAL PROBLEMEN VAN CHRONISCHE BRONCHITIS

32

33

34 TRACHEAHYPOPLASIE OBJECTIEVE METING DOORMETER TRACHEA THV BORSTINGANG = T1 DOORMETER BORSTINGANG = B T1/B = of > 0.16

35 TRACHEAHYPOPLASIE OBJECTIEVE METING DOORMETER TRACHEA THV 3DE RIB = T2 DOORMETER DERDE RIB = R T2 = of > 3R NIET VOORTGAAN OP LAATSTE METHODE ALLEEN

36

37

38