Fenomenologie.

Presentatie over: "Fenomenologie."— Transcript van de presentatie:

1 Fenomenologie

2 Oppervlaktespanning 1 Opspattend water
Bolvormig Oppervlaktespanning: Systeem probeert oppervlak zo klein mogelijk te maken. Oorzaak: Molekulen aan het oppervlak voelen een karacht onbalans.

3 Oppervlaktespanning:
Je moet een kracht uitoefenen om het zeepvlies te vergroten. Deze kracht is evenredig met breedte van zeepvlies. Oppervlaktespanning: Kracht Breedte Verrichte arbeid bij verplaatsing:

4 Druk in een zeepbel

5 Druk in luchtbelletje R p pA Water:  = 0.073 N/m @ kamertemperatuur
R= 1 mm p-pA = 73 Pa R= 1 m p-pA = 73 kPa  0.73 bar

6 Vloeistofstroming We beschouwen ideale vloeistoffen. Deze zijn:
Incompressibel (niet samendrukbaar) Wrijvingsloos (geen viscositeit) Deeltjes volgen stroomlijnen. Stroomlijnen snijden elkaar niet. Bundel stroomlijnen definieert een stroombuis.

7 Continuiteitsvergelijking
Alle massa die een stroombuis ingaat komt er ook weer uit. A1 v1 A2 v2 Massastroom: Stroomsnelheid neemt toe als stroombuis smaller wordt.

8 Laminaire stroming Laminaire stroming alleen bij voldoende lage stroomsnelheid!

9 Vergelijking van Bernoulli
Snelheidsveranderingen vereisen drijvende kracht. Idem dito voor hoogteveranderingen. Pas op: geldt alleen als de vloeistof incompressibel en wrijvingsloos is!

10 Toepassingen van Bernoulli’s vergelijking
Venturi meter (meetinstrument voor stroomsnelheden)

11 Toepassing van Bernoulli’s vergelijking
Stroombuis is versmald! Boven vleugel: Stroombuis smaller Stroomsnelheid groter (continuiteit) Druk lager (Bernoulli) Consequentie: Opwaartse kracht