Basisstof 9: Autotroof en Heterotroof

Presentatie over: "Basisstof 9: Autotroof en Heterotroof"— Transcript van de presentatie:

1 Basisstof 9: Autotroof en Heterotroof
Thema 6: Ecologie Basisstof 9: Autotroof en Heterotroof

2 Energiebronnen Alle organismen hebben energie nodig
Niet alle organismen krijgen hun energie uit dezelfde bronnen. Organismen kunnen energie krijgen uit: - De levenloze natuur - De levende natuur (andere organismen)

3 Autotrofe organismen Hebben geen andere organismen als voedsel nodig.
Kunnen energierijke stoffen maken uit energiearme stoffen. Nemen alleen energiearme stoffen op uit hun milieu. Hebben bladgroen. Doen aan fotosynthese… Planten Sommige bacteriën

4 AUTOTROOF HETEROTROOF
Uitzonderingen Maar hoe zit het dan met…… Vleesetende planten Parasitaire planten AUTOTROOF Vleesetende planten hebben bladgroen en zijn daarvan afhankelijk om energierijke stoffen te maken (suiker) via fotosynthese. Andere organismen hebben ze alleen nodig voor stikstof (vnl. om eiwitten te maken), omdat het te weinig in hun milieu te vinden is. Parasitaire planten hebben geen bladgroen en ‘stelen’ energierijke stoffen van andere organismen, bijv. door hun wortels in de wortels van een andere plant te boren. HETEROTROOF

5 Heterotrofe organismen
Hebben geen bladgroen, dus geen fotosynthese Kunnen geen energierijke stoffen maken uit energiearme stoffen. Nemen energierijke en energiearme stoffen op uit het milieu. Hebben andere organismen nodig voor hun voedsel. Dieren Schimmels (de meeste) Bacteriën

6 Uitzonderlijk… Elysia chlorotica…
Deze zeeslak neemt de bladgroenkorrels op van de algen die hij eet. De bladgroenkorrels zorgen voor camouflage en fotosynthese.

7 Basisstof 10: Energiestromen
Thema 6: Ecologie Basisstof 10: Energiestromen

8 Hoe zat dat ook al weer? Piramides: Van aantallen Van biomassa
Van energie Waar gaat de energie heen?

9 Energiestroom in een ecosysteem
In elke schakel van een voedselketen verdwijnt energie uit de voedselketen: Sommige individuen sterven zonder dat ze opgegeten worden door de volgende schakel. Niet alles wat wordt gegeten, wordt verteerd -> poep En deel van wat wel verteerd wordt, wordt gebruikt als brandstof. Hierbij komt energie vrij. Wat overblijft kan worden gebruikt als bouwstof: Voedsel voor de volgende schakel.

10

11