Download de presentatie
2
De appel valt niet ver van de boom.
Kinderen lijken meestal op hun ouders.
3
a… …b
4
Wie ‘a’ zegt, moet ‘b’ zeggen.
Als je ergens aan begint, moet je het ook afmaken.
7
Een ezel stoot zich geen tweemaal aan dezelfde steen.
Je maakt niet twee keer dezelfde fout.
8
€ 5
9
Voor een appel en ei. Voor zeer weinig geld.
11
Een gat in de lucht springen.
Heel erg blij zijn.
13
Water bij de wijn doen. Toegevingen doen.
15
Het paard achter de wagen spannen.
Een probleem totaal verkeerd aanpakken.
17
Je kunt een huis op hem bouwen.
Hij is te vertrouwen. Op hem kan je rekenen.
19
Na regen komt zonneschijn.
Na een tegenslag, volgt altijd iets goeds.
21
Van een mug een olifant maken.
Heel erg overdrijven.
23
Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.
Als er geen toezicht is, doet men waar men zin in heeft.
25
Als twee honden vechten om een been, loopt de 3de ermee heen.
Als twee mensen ruzie maken, krijgt een derde persoon meestal gelijk.
27
Nu komt de aap uit de mouw.
Nu komen we de waarheid te weten.
29
Onder 1 hoedje spelen. Samenspannen.
31
Heel goed overeenkomen.
4 handen op 1 buik. Heel goed overeenkomen.
33
Als kat en hond leven. Heel veel ruzie maken.
35
Zich als een vis in het water voelen.
Zich helemaal thuis voelen.
36
ROME ROME ROME ROME ROME
37
Alle wegen leiden naar Rome.
Er zijn verschillende manieren om iets te bereiken.
39
Iedere vogel zingt zoals hij gebekt is.
Elke vogel zingt op zijn manier.
41
Beter 1 vogel in de hand, dan 10 in de lucht.
Tevreden zijn met wat je hebt.
42
west oost
43
Thuis voel ik mij het best.
Oost, west, thuis best! Thuis voel ik mij het best.
45
Alle apen, apen alle apen na. Iemand na-apen.
Iemand anders nadoen.
47
Je wordt hier gemakkelijk afgeluisterd.
De muren hebben oren. Je wordt hier gemakkelijk afgeluisterd.
49
Snel op de tenen getrapt zjin.
Snel boos worden.
51
Hij staat er met zijn mond vol tanden.
Hij is sprakeloos. Hij weet niet meer wat hij moet zeggen.
53
Met de neus in de boter vallen.
Onverwachts veel geluk hebben.
55
Het zeer voorzichtig aanpakken.
Op eieren lopen. Het zeer voorzichtig aanpakken.
57
Iets door de vingers zien.
Iets toelaten, terwijl je het wel gezien hebt.
60
Met de deur in huis vallen.
Meteen zeggen waar het om gaat.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.