De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Vallen, Uitglijden en Struikelen voorkomen

Verwante presentaties


Presentatie over: "Vallen, Uitglijden en Struikelen voorkomen"— Transcript van de presentatie:

1 Vallen, Uitglijden en Struikelen voorkomen

2 “ vallen, uitglijden en struikelen “ !!!
Kan jij “gaan”? De meeste onder ons zijn ervaren wandelaars. We gaan immers ons hele leven al. En toch, heb je je al eens afgevraagd waarom dat eenvoudige stap voor stap zetten om van plaats naar plaats te gaan zo vaak resulteert in ongevallen met letsels? Per slot van rekening zijn uitglijden, struikelen en vallen belangrijke oorzaken van ongevallen, zowel thuis als op het werk. Ook voor ons zijn de meeste TRI’s en andere belangrijke incidenten die we dit jaar gehad hebben, het gevolg van “ vallen, uitglijden en struikelen “ !!!

3 Wat is uitglijden, struikelen en vallen?
Uitglijden treedt op wanneer er te weinig grip of wrijving aanwezig is tussen schoen en loopoppervlak. Vallen Men valt wanneer men te ver uit evenwicht werd gebracht. Struikelen Struikelen kan optreden wanneer een voet in kontact komt met een object in het loopvlak of wanneer iemand onverwacht met een niveauverschil in de vloer geconfronteerd wordt waardoor hij uit zijn evenwicht wordt gebracht.

4 Wat is uitglijden, struikelen en vallen?
Veroorzaakt door : Vanop gelijkvloers Wanneer je valt op het loopvlak waarop je loopt. Deze manier van vallen komt het meest voor. Uitglijden Struikelen Vanop een hoger gelegen vlak Wanneer je valt naar een lager gelegen deel. Deze ongevallen leiden tot ernstigere letsels. Veroorzaakt door: Ladders Trappen Platforms Laadperrons

5 Uitglijden, struikelen en vallen komt vaak voor.
15% van alle dodelijke ongevallen * is het gevolg van een val, dit is de tweede grootste doodsoorzaak na verkeersongevallen met motorvoertuigen. Veel van deze ongevallen kunnen vermeden worden door het nemen van veiligheidsmaatregelen *arbeidsongevallen en privé-ongevallen

6 Oorzaken van uitglijden.
Lekken van vloeistoffen op of vervuiling van de vloer door water, modder, olie, vet, voedselresten enz. Droge vervuilingen van vloeren door stof, poeders, hout, plastiek, doeken enz. Gepolijste vloeren van marmer, graniet of ceramische tegels. Pas geboende vloeren. Overgangen van één oppervlak naar een ander (van tapijt naar glad oppervlak) Aflopende loopvlakken Loszittende vloerbekleding en matten. Loszittende tegels of vloerplanken die kunnen verschuiven. Natte, modderige of vettige schoenen.

7 Oorzaken van uitglijden.
Hellingen zonder leuningen of antislip oppervlakten. Metalen loopoppervlakken zoals platformen, constructiepanelen of afdekplaten gebruikt op voetpaden of wegen. Metaal kan bij veelvuldig gebruik glad worden. Het wordt nog gevaarlijker wanneer het daarbij nog nat is. Opklimmen en afdalen van mobiele arbeidsmiddelen zoals vorkliften, vrachtwagens, kranen, opliggers, grasmaaiers en ander zwaar materieel. Op- en afklimmen van ladders.

8 Oorzaken van struikelen
Losliggende elektriciteitskabels, telefoonkabels of verlengkabels. Diverse rommel of obstakels in doorgangen. Openstaande laden van burelen. Niet gemarkeerde treden en andere niveauverschillen Tapijten of matten die niet vlak liggen of waarvan de randen zijn opgerold. Verdwenen of losliggende vloertegels. Oneffenheden in loopoppervlakken. Beschadigde traptreden. Niet uniforme of onregelmatige traptreden met variërende diepte, hoogte enz.

9 Oorzaken van struikelen
Belemmerd zicht Onvoldoende verlichting Opgestapeld afval of puin. Verpakkingskoorden, paletten, gereedschap enz. in doorgangen. Objecten die uitsteken ter hoogte van loopoppervlakken. Oneffenheden in loopoppervlakken. Aflopende voetpaden of trottoirs. Struikelgevaren in parkingzones en garages (verkeersdrempels, hellingen voor rolstoelgebruikers enz.)

10 Omstandigheden die een verhoogd risico vormen voor uitglijden, struikelen en vallen.
Risicofactoren: Te veel goederen in één keer willen dragen of dragen van onhandige voorwerpen. Trekken of duwen van zware voorwerpen. Veranderen van hoogte of richting tijdens het wandelen Persoonlijke factoren: Leeftijd Lichaamsbouw, gestalte en gewicht. Fysieke conditie Ziekten Stress en gebrek aan aandacht Gebruik van medicatie, alcohol en drugs Gezichtscherpte Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen Task Factors

11 Omstandigheden die een verhoogd risico vormen voor uitglijden, struikelen en vallen.
Menselijke factoren die het risico op uitglijden, struikelen en vallen verhogen: Te veel in één keer willen dragen of dragen van voorwerpen die verhinderen dat: je ziet waar je loopt je de leuning kan vasthouden je je evenwicht kan behouden Onoplettend rondwandelen : gebruik van GSM, lezen van documenten, praten en niet uitkijken waar je loopt enz. Binnenwegen nemen: niet de aangegeven paden gebruiken. Gehaast zijn. Task Factors

12 Omstandigheden die een verhoogd risico vormen voor uitglijden, struikelen en vallen.
Menselijke factoren die het risico op uitglijden, struikelen en vallen verhogen: Slechte orde en netheid: toelaten dat rommel zich opstapelt en het niet tijdig opkuisen van lekken. Gebruik van niet geschikte poetsmethoden: gebruik van teveel boenwas op vloeren, gebruik van water als reinigingsmiddel bij oliehoudende lekken. Onvoldoende signaleren dat uitglijden, struikel- en valgevaar aanwezig is. Gebruik van niet aan de omstandigheden aangepaste schoenen (versleten of afgedragen schoenen, afgelopen zolen, hoge hakken) Task Factors

13 Veilig beklimmen en afstijgen van voertuigcabines
Houd steeds 3 contactpunten Drie contactpunten: - één hand, twee voeten - twee handen één voet. Spring nooit uit de cabine tijdens het afstijgen. Stap voorzichtig naar beneden met het aangezicht naar de cabine.

14 Veilig gaan Heb aandacht voor de omgeving, kijk waar je loopt en let op voor struikel- en uitglijgevaar. Loop niet maar wandel, neem rustig je tijd. Schrijf, noch lees of werk tijdens het wandelen. Houd steeds de leuning van een trap vast tijdens het oplopen of afdalen van een trap. Neem je tijd en sla geen treden over. Neem een zaklamp mee wanneer je een verduisterde zone dient te betreden. Voor je iets optilt, controleer of de doorgang vrij is en zorg dat je zicht niet wordt belemmerd. Gebruik karretjes – draag nooit voorwerpen waar je onvoldoende zicht op of over hebt.

15 Veilig gaan Draag kleine voorwerpen zo dicht mogelijk tegen je lichaam. Gebruik de lift wanneer je naar een andere verdieping gaat en je twee handen nodig hebt om iets te dragen. Wandel voorzichtig wanneer je van een ene vloerbedekking naar een andere opverstapt. Vertraag en wandel met kleine pasjes wanneer een oppervlak rommelig, oneffen is of schuin op- of afloopt. Draag stevige schoenen met een anti-slipzool.

16 Veilige wandelprocedure.
Wanneer je op een gladde ondergrond dient te lopen : Heb voldoende aandacht voor de ondergrond waarop je je bevindt. Neem voorzichtige kleine stappen. Verzet je voeten zo dat je steeds je evenwicht kunt behouden. Gebruik leuningen of een andere houvast waaraan je je kan vasthouden. Tijdens de winterperiode : Draag geschikt schoeisel voor winterweer zoals laarzen, schoenen met degelijke zolen, overschoenen enz. Vertraag en verhoog uw aandacht voor de omgeving. Wandel over paden die voldoende verlicht zijn. Veeg zoveel mogelijk sneeuw van je schoenen bij het binnenkomen van gebouwen.

17 Struikelen, uiglijden en vallen kunnen voorkomen worden!
Pas je werkomgeving en werkmethoden aan om risico’s te verminderen. Zorg voor goede orde en netheid. Draag aangepast schoeisel Wees voorzichtig bij gebruik van ladders en trappen. Houd je aan veilige wandelprocedures. Pas je werktempo aan. Vuistregels… Wat je laat vallen raap je op. Wat je morst veeg je op . Kijk waar je loopt en loop waar je kijkt.


Download ppt "Vallen, Uitglijden en Struikelen voorkomen"

Verwante presentaties


Ads door Google