Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdAnja Boender Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
Bouwen aan Kennis. Bouwen aan “Wat”?
Ton Kallenberg Lector Educatie - Hogeschool Leiden
2
Kennismaatschappij Kennis veroudert snel - “Knowledge keeps no longer than fish” Technische mogelijkheden ontwikkelen Veranderingen in (onderwijs)organisaties “Levensfase-theorie” - aanpassing van ambities op carrieremogelijkheden -> invloed op kennisniveau
3
Voorbeelden “De stad Leiden is in 1574 bevrijd van een belegering door de Spanjaarden” Is dit informatie? Is dit kennis? “Deze winkel is elke dag geopend van tot uur. Op koopavonden is de winkel tot uur geopend. Op zaterdag tot uur”
4
Data - informatie - kennis
Data (of gegevens) zijn symbolische weergaven van ongeorganiseerde getallen, woorden, geluiden, beelden, grootheden, hoeveelheden of feiten. Gegevens zijn statisch en enkelvoudig; gemakkelijk op te slaan en opnieuw te gebruiken. Informatie staat op zichzelf. (Bijna) elke uitspraak over iets of iemand is informatie(f). Informatie kan bestaan uit louter woorden of data en het is eenvoudig over te brengen. Kennis is verbonden aan een individu en bestaat alleen in iemands ‘mind’. Kennis wordt geconstrueerd door een persoonsgebonden proces van samenstellen en verwerken van informatie. Het gaat om betekenisverlening aan informatie
5
Kennis Kennis is een persoonlijk vermogen dat gezien moet worden als het product van de informatie (I), de ervaring (E), de vaardigheid (V) en attitude (A) waarover iemand op een bepaald moment beschikt. K = I * EVA (Weggeman, 1997)
6
Latent - manifest Latente kennis = kennis die ligt te ‘sudderen’ (kennis die je hebt, maar niet gebruikt - b.v. Een leerboek uit het verleden) “een persoonlijke archiefkast” Manifeste kennis = kennis die je continu gebruikt = direct beschikbare kennis
7
Impliciete kennis Tacit knowledge (Polanyi, 1966) - practical knowledge / intelligence (Sternberg, e.a., 1993) Sterk persoonlijk ingekleurd en moeilijk te formaliseren. Subjectieve inzichten (implicit understanding) Herinneringen van gebeurtenissen (episodic knowledge) Intuities en plotselinge invallen (impressionistic knowledge) Handelingstheorieën (Argyris, 1999): espoused theory (‘openlijk aangehangen theorie’) theory in use/action (‘gebruikte theorie’) Verankering in praktische activiteit en in de idealen, waarden en emoties die iemand meeneemt: de zelfkennis van een individu tijdens een activiteit (regulative knowledge) Moeilijk te documenteren, moeilijk te delen.
8
Explicit knowledge Explicit knowledge = gecodificeerde kennis = beschreven in geschreven tekst, plaatjes, beelden, video’s, formules, softwarecodes, e.d. (statable knowledge) Expliciete kennis is vaak formeel van aard en systematisch geordend.
9
Modus 1 en Modus 2 (Gibbons et al, 1995)
Aard van de kennisproductie Modus 1 Modus 2 Probleem oplossen Kennis in de context van een discipline Kennis in de context van toepassing (dit is iets anders dan toegepaste kennis) Kennisbasis Problemen worden opgelost door multidisciplinaire teams Problemen worden gedeeld (Transdisciplinairiteit). Ook niet-experts zijn betrokken Eenheid / diversiteit van organiseren Experts zijn vooral geconcentreerd op universiteiten Heterogeniteit en organisatorische diversiteit Sociale verantwoording en effectiviteit maken deel uit van de onderzoeksopzet Vorm van organiseren Hiërarchisch Heterarchisch Kwaliteitscontrole Kwaliteitscontrole door collegiale toetsing; gebruik van interne en externe criteria gescheiden Nieuwe patronen van kwaliteitscontrole (toegevoegde waarde); minder scheiding tussen interne en externe criteria Kenniscommunicatie Disseminatie via bestaande academische paden (peer review, tijdschriften, conferenties e.d.) Disseminatie door (gezamenlijk) probleemoplossen in de toepassingscontext (gebruik makend van –virtuele- netwerken)
10
Kenniscreatie (Nonaka & Takeuchi, 1995)
Twee dimensies: Kennis groeit van micro tot macroniveau (van individu naar maatschappij) Kennis groeit van tacit knowledge naar explicit knowledge Hierdoor spiraal van kennisontwikkeling
11
Leren Leren door uitwisseling van ervaring, dialoog en observatie
Autonomie van de lerende Leren wordt gedreven door bedoelingen (een mens is een informatie-schepper) - veel meer actief, vooruitziend dan passief, reflectief Leren heeft veranderingen en creatieve chaos nodig Nieuwe kennis ontstaat in warwinkel van tegenstrijdigheden en herhaling - metaforen en analogieen spelen hierin een belangrijke rol (metaforen helpen om verschillende soorten kennis intuitief bijeen te brengen) (analogieën zijn meer gestructureerd en maken duidelijk hoe verschillende ideeën overeenkomen en verschillen) Kennis staat in sterk verband met waarden, betekenissen (“beliefs”) en idealen
12
Bouwen aan kennis
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.