Schrijven met een strategie

Presentatie over: "Schrijven met een strategie"— Transcript van de presentatie:

1 Schrijven met een strategie
10 manieren om graag en goed te schrijven

2 Heb je elke keer iets dringends te doen als je een tekst moet schrijven?

3 Denk je altijd aan je ongelukkige lagereschooltijd als je iets op papier moet zetten?

4 Zit je aan elke tekst eindeloos te schaven, hoewel het resultaat er niet beter van wordt?

5 Ben je een knipper-en-plakker van het internet (als je tekst maar snel “af” is)?

6 Verander je schrijfstrategie !

7 Wat kun je doen als je schrijven te moeilijk vindt?

8 Probeer in je tekst je persoonlijkheid uit te spelen:
Vraag je af wat je met je tekst wil bereiken en concentreer je op de positieve effecten; Probeer in je tekst je persoonlijkheid uit te spelen: Bedenk enkele opmerkelijke zinnen, vergelijkingen, waar je tevreden van bent; Schrijf eerst de passages uit die je het gemakkelijkst vindt b.v. een verhalend gedeelte;

9 Praat eerst met iemand over het onderwerp Hou vaart in het schrijven
zo help je jezelf aan goede formuleringen; Hou vaart in het schrijven je tekst bijwerken doe je later;

10 Wat kun je doen als je de deadlines niet haalt?

11 Kies het juiste moment voor een schrijfopdracht:
Plan van tevoren hoeveel tijd je nodig hebt, en wanneer je die tijd zult nemen; zorg ervoor dat je niet gestoord wordt; Zoek geen uitstel; denk aan de opluchting die je zult voelen als je tekst klaar is;

12 Doe iets leuks nadat je tekst klaar is;
Verdeel de schrijfopdracht over verschillende momenten als het om een tijdrovende karwei gaat; Doe iets leuks nadat je tekst klaar is; Je kan je tekst b.v. met trots laten lezen door iemand die je werk waardeert

13 Wat kun je doen als je stilvalt?
Schrijf in fasen! inhoud structuur formulering spelling en vorm

14 Inhoud: Vertel wat je te vertellen hebt; zorg ervoor dat de gegevens juist en volledig zijn Schrijf op deze manier een kladversie. Structuur: Herlees je tekst met de ogen van de lezer: Welke vragen komen op? Worden die beantwoord? Begrijpt de lezer alles?

15 Formulering: Spelling en vorm: Zal de lezer alle zinnen begrijpen?
Zijn de overgangen verzorgd? Spelling en vorm: Gebruik een spellingcorrector; Let ook op werkwoordsvormen, leestekens en hoofdletters, gebruik van witregels,