Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
College Stijl Periode 4
2
Literatuur Basisboek Taal M. Bovenhoff, W. Zeijl, G. Latjes
Amsterdam, 2009 Pearson Education
3
De alinea Probeer een definitie van een ‘alinea’ te geven.
4
Een alinea is… Een afgebakend stuk informatie (een afgeronde gedachte-eenheid) met een eigen onderwerp en hoofdgedachte. Nieuwe alinea = nieuwe gedachte of nieuw deelonderwerp.
5
Functie alinea’s Overzichtelijke en samenhangende tekst.
Geven deelonderwerpen aan (informatie wordt stapsgewijs aangeboden).
6
Een goede alinea… Bevat een onderwerp Bevat een hoofdgedachte
7
Een goede alinea… Oftewel, een alinea gaat ergens over en daarover wordt iets belangrijks gezegd. (Vaak wordt een deelonderwerp in de eerste zinnen van een tekstgedeelte aangekondigd.)
8
Soorten alinea’s Thematisch = inhoudelijke toevoeging.
Verbindend = structuurordening. Maak opdracht 1 uit het boek, blz. 27.
9
Hoofdstuk 3, oefening 1 Alinea 1 en 2 zijn thematisch, alinea 3 is verbindend. De gedachte-eenheid in alinea 1: het is de vraag of er in een verdachtenverhoor verband bestaat tussen de persoonlijkheid van de rechercheur en zijn gedrag. De gedachte-eenheid in alinea 2: welke factoren zijn bepalend voor het gedrag van rechercheurs – en dus ook voor de uitkomsten van het verhoor?
10
De kernzin Kernzin = belangrijkste, meest informatieve zin (geeft deelonderwerp en hoofdgedachte van de alinea aan). a. Aankondigende kernzin (hoofdgedachte wordt nog niet uitgewerkt). b. Stellende kernzin (hoofdgedachte wordt uitgewerkt).
11
De kernzin Staat vaak aan het begin (eerste of tweede zin) of aan het eind van de alinea. Piramidealinea (begint met kernzin). Trechteralinea (eindigt met kernzin). Maak opdracht 2 t/m 6, vanaf blz. 31.
12
Hoofdstuk 3, oefening 2 (1) Docenten vinden dat huiswerk maken zin heeft. Zonder huiswerk zouden ze nooit door de lesstof heen kunnen komen. Bovendien vinden ze dat leerlingen door het maken van huiswerk zelfstandig leren werken. (2) Tegenover het standpunt van docenten staat dat van de leerlingen. Leerlingen vinden dat ze te weinig vrije tijd hebben. Te weinig tijd om bijvoorbeeld aan sport te doen. Verder hebben ze vaak te weinig tijd voor familie en vrienden. Velen vinden het te ver gaan dat ze niet eens een weekend kunnen kamperen, omdat ze dan met hun huiswerk in de knoei komen.
13
Hoofdstuk 3, oefening 3 Er bestaan verschillende (of: twee) soorten voetbal.
14
Hoofdstuk 3, oefening 4 (1) Volgens een schatting van de Rijksuniversiteit Groningen en het Angstbehandelcentrum IPZO in Nijmegen, hebben zo’n Nederlanders last van een vorm van rijangst (stellende kernzin). Deelonderwerp: beschrijving van het verschijnsel rijangst (2) Rijangst kan zich op verschillende manieren manifesteren (aankondigende kernzin). Deelonderwerp: de manieren waarop rijangst zich kan uiten (symptomen) (3) Er is een aantal mogelijkheden om van rijangst af te komen (aankondigende kernzin) of: Het is niet nodig om de rest van je leven gebukt te gaan onder rijangst. (stellende kernzin).
15
Hoofdstuk 3, oefening 5 (1) Voor veel eindexamenkandidaten is het moeilijk een studiekeuze te maken. Tot op het laatste moment twijfelen ze over de keuze voor een studie. En er zijn zelfs veel schoolverlaters die de keuze één of twee jaar uitstellen. (3) De hoge uitval en lage motivatie zijn vaak gevolgen van een verkeerde studiekeuze. Als een student niet op de juiste plek zit, kun je immers niet verwachten dat hij of zij met overtuiging en op tijd afstudeert. De juiste studiekeuze is dus voor de toekomst van de student van groot belang.
16
Hoofdstuk 3, oefening 6 De zin ‘De verkeersproblemen in Utrecht concentreren zich op de ringweg rond de stad, die dichtslibt, en op de driehoek tussen A1, A27 en A28’ hoort niet in deze alinea thuis. Als we de zevensprong als afgeronde gedachte-eenheid beschouwen, draagt de zin over verkeersproblemen niets bij aan deze gedachte-eenheid; wel bevat hij achtergrondinformatie (die in een eerdere alinea past).
17
Herschreven alinea: Voordat de provincie Utrecht nieuw asfalt aanlegt, zoekt zij via de zevensprong naar andere oplossingen. Dat betekent dat ze achtereenvolgens kijkt naar de ruimtelijke visie, betalen voor of reguleren van mobiliteit, optimaliseren van openbaar vervoer, en benutten of aanpassen van bestaande infrastructuur. Als bijvoorbeeld kilometerheffing geen oplossing biedt en betere fietsvoorzieningen of openbaar vervoer ook niet, komt de aanleg van nieuw asfalt een stap dichter bij. De provincie Utrecht is de eerste die werkt met deze zogeheten zevensprong.
18
Veelgemaakte fouten (kernzin)
Niet altijd aanwezig (moet aanwezig zijn!) Klopt niet altijd met de uitwerking van de alinea. Structuur niet goed zichtbaar Weinig structuurwoorden > zorg er altijd voor dat je verbanden legt tussen zinnen.
19
Signaalwoorden Met signaalwoorden geef je aan wat het verband is tussen zinnen of tussen alinea’s. Signaalwoorden kun je gebruiken om zinnen binnen een alinea te verbinden en om alinea’s met elkaar te verbinden. Zie blz. 36 boek: voorbeelden. Maak opdracht 7, blz. 41.
20
Hoofdstuk 3, oefening 7 1 kortom (concluderend) 2 ook, bovendien (opsommend) 3 doordat (verklarend) 4 evenals (vergelijkend) 5 enerzijds doordat, anderzijds doordat (tegenstellend én verklarend) 6 bijvoorbeeld (illustrerend)
21
Huiswerk Volgende college: dinsdag 29 mei
Hoofdstuk 3, opdracht B maken, blz. 48. Hoofdstuk 4 bestuderen, noteer vragen!
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.