Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdSebastiaan Geerts Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Food Valley en landbouw 2000-2030 Gerrit Meester Nijkerk, 1 november 2012
2
Grondgebruik Food Valley in hectares Bron CBS-Statline
3
Aantal landbouwbedrijven met …. in Food Valley Bron CBS-Statline
4
Totale aantallen dieren Bron CBS-Statline
5
Aantallen dieren: koeien en paarden Bron CBS-Statline
6
Aantallen dieren: leghennen Bron CBS-Statline
7
Aantallen dieren: overige Bron CBS-Statline
8
Gemiddeld aantal dieren per bedrijf: koeien en paarden
9
Gemiddeld aantal dieren per bedrijf: vleeskalveren en varkens
10
Gemiddeld aantal dieren per bedrijf: leghennen en vleeskuikens
11
Nederlandse land- en tuinbouw: melk Aantal melkkoeien 1,6 miljoen op 180.000 bedrijven in 1960: 9 per bedrijf 2,5 miljoen op 60.000 bedrijven in 1983: 41 per bedrijf 1,5 miljoen op 20.000 bedrijven in 2010: 75 per bedrijf waarvan 352 bedrijven met 200 en meer dieren Melkproductie 6,7 miljoen ton in 1960 13,2 miljoen ton in 1983 11,9 miljoen ton in 2010 Productie per koe: 4.100 kg in 1960 5.300 kg in 1983 8.100 kg in 2010 Bron: CBS/LEI
12
Nederlandse land- en tuinbouw: varkens Varkens totaal 3 mln op 146.000 bedrijven in 1960: 20 per bedrijf 15 mln op 21.000 bedrijven in 1997: 700 per bedrijf 12 mln op 7.000 bedrijven in 2010: 1.750 per bedrijf Fokvarkens 1,2 mln fokzeugen op 2.950 bedrijven in 2010: 416 per bedrijf waarvan 170 bedrijven met 1.000 en meer dieren Vleesvarkens 6 mln vleesvarkens op 6.000 bedrijven in 2010: 1.000 per bedrijf waarvan 133 bedrijven met 5.000 en meer dieren Bron: CBS/LEI
13
Nederlandse land- en tuinbouw: overige dieren Vleeskuikens 4,5 mln in 1960 45 mln in 2010 op 640 bedrijven: 70.000 per bedrijf waarvan 138 bedrijven met 100.000 en meer dieren Leghennen 38 mln in 1960 op 38.000 bedrijven: 100 per bedrijf 48 mln in 2010 op 1.440 bedrijven: 33.000 per bedrijf waarvan 58 bedrijven met 100.000 en meer dieren Paarden en pony’s 187.000 in 1960 67.000 in 1980 143.000 in 2010 Bron: CBS/LEI
15
Glazen bol (1) Melkveehouderij 13 mln ton afzet en 10.000 liter koeien levert 1,3 miljoen melkkoeien 400 dieren per bedrijf levert nog slechts 3.000 bedrijven Meer robuuste dieren met langere levensduur dus minder grootvee-eenheden per ha Koeien al of niet permanent op stal
16
Glazen bol (2) Verdere daling aantal varkens 5 tot 10 mln dieren mogelijk meer naar niche-markten maximaal 1.000 bedrijven Leghennen en vleeskuikens meer robuuste en diervriendelijke systemen maximaal enkele honderden bedrijven
17
Glazen bol (3) Eveneens verdere concentratie en niche markten in plantaardige teelten (akkerbouw, open grond tuinbouw, glastuinbouw) Geen betekenisvolle verdere ontwikkeling verbrede of multifunctionele landbouw in traditionele zin Wel nieuwe combinatie van (mega-) bedrijven land- en tuinbouw met energiewinning, hergebruik van grondstoffen, enz.
18
Glazen bol (4) Bedrijven (ook “mega”) blijven arbeidsbezetting van ongeveer 2 personen houden dit met uitzondering van glastuinbouw en misschien deel intensieve veehouderij Wel grote “bottle necks” in financiering bedrijven traditionele gezinsbedrijf met eigen vermogen van boeren en gezin als drager van alle risico’s kan niet meer zeker niet bij te verwachten grotere prijsvolatiliteit. andere financieringsvormen en beter risico-management noodzakelijk Grootste uitdaging is “licence-to-produce”
19
Ontwikkeling GLB-uitgaven in constante prijzen van 2007
20
Voorstellen GLB Binnen pijler 1 Afschaffing historisch model bedrijfstoeslagen per 2019 30 % toeslagen onder vergroeningsvoorwaarden Einde quotaregelingen melk en suiker in 2015 Mogelijkheid 10% gelden pijler 1 naar pijler 2 Binnen pijler 2 Versterkte samenhang plattelandsbeleid en ander EU-beleid Milieu, innovatie en klimaatverandering leidende thema’s Meermogelijkheden voor innovatie, risicobeheer, samenwerking (collectieven) Algemeen Is GLB-budget 60 miljard euro per jaar?
21
Pijler 1 betalingen per hectare in 2009 bedrijfstoeslag + slachtpremies + zetmeeltoeslag + overige regelingen Conclusie: grote regionale verschillen Bron: Alterra
22
Groei wereldbevolking
23
Wat kan Nederland en Food Valley doen? “Sustainable intensification” noodzakelijk Hogere opbrengsten per hectare en dier Minder gebruik van productiemiddelen Tegengaan van verliezen in keten Verbetering kwaliteit voeding Bijdrage Nederland vooral via kennisexport Wageningen UR en Food Valley als experimenteergebied?
24
Dank voor uw aandacht gerrit.meester@kpnmail.nl
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.