De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Jana De Zutter 2Ba Sociologie

Verwante presentaties


Presentatie over: "Jana De Zutter 2Ba Sociologie"— Transcript van de presentatie:

1 Jana De Zutter 2Ba Sociologie
Manufacturing Consent: Changes in Labor Process under Monopoly Capitalism Michael Burawoy Jana De Zutter 2Ba Sociologie

2 Michael Burawoy Participerende observatie
Globalisering: standpunt arbeiders Kapitalisme in Rusland Theoretisch ondersteunde methodes Marxisme

3 Manufacturing Consent
Vergelijking tussen Studie van D. Roy uit 1945 Studie van M. Burawoy uit 1975 Participerende observatie Kwalitatieve beschrijving van het leven in een machinewerkplaats

4 Structuur Management Arbeiders Voormannen / ploegbazen
Gewone arbeiders / machinearbeiders Hulparbeiders Inspecteurs Chauffeurs Planners

5 1945  1975 Verschuiving van het conflict
Management vs. arbeiders  Arbeiders vs. arbeiders Resultaat van twee verschuivingen Vermindering autoriteit ploegbaas/voorman Vermeerdering autoriteit ‘hulparbeiders’

6 Vermindering autoriteit management
Verdeling van meer ploegbaasfuncties over gespecialiseerd personeel (planners) Technische veranderingen  arbeiders handhaven nieuwe autoriteiten; nieuwe evenwichten

7 Hulparbeiders Geen stimulans om machinearbeiders te helpen om productieniveau op peil te houden Doelstellingen stemmen niet overeen met doelstellingen van machinearbeiders Vermindering aantal hulparbeiders  overwerkt / overbelast

8 Making Out – a game workers play
Productieniveau hoog ‘spel’ Doel: individueel bepaald Sociale relaties Extern opgelegde relaties Manipuleren van relaties Verveling tegen gaan

9 Relatie arbeider - hulparbeider
Arbeiders krijgen taak Op zoek naar blauwdrukken Kans op vertraging: geen medewerking van persoon die blauwdrukken beheert Vertrouwen winnen

10 Relatie arbeider - hulparbeider
Ook vertrouwen winnen van chauffeurs Verantwoordelijk voor overbrengen van voorraden Chauffeurs werken niet altijd even goed mee  frustratie onder arbeiders Voormannen inschakelen? Zelf taak van chauffeur uitvoeren?

11 Situatie in 1945 Iedereen kent iedereen
Chauffeurs leverden vóór er om werd gevraagd Indien moest worden gewacht ‘Making out’ Anderen helpen

12 Relatie arbeider - hulparbeider
Eerste afgewerkt stuk: controle door inspecteur – label ‘OK’ Conflict inspecteur – arbeider: kwaliteit – kwantiteit Inspecteur verantwoordelijk

13 Relatie arbeider - hulparbeider
Inspecteur afhankelijk van arbeider: er moet kwalitatief werk worden geleverd Mogelijk conflict: arbeider ‘fraudeert’ met OK-label Bemiddeling voorman

14 ‘Making out’ of niet? Ok-label  ‘Making out’ of niet?
Makkelijke taak: hard werken eventueel reserves aanleggen (meer dan 140% produceren) eventueel frauderen met prikklok Moeilijke taak: rustig werken

15 Belangrijke verandering in 30 jaar
Oudere werknemers benadrukken verbeteringen: machines en gereedschap Roy: 2 soorten opdrachten: ‘gravy’ (losse cijfers) ‘stinkers’ (strakke cijfers) Burawoy: 1 soort opdracht: ‘gravy’

16 Rol van de voorman Bemiddelaar tussen arbeiders en hulparbeiders bij conflicten Nemen de arbeiders in bescherming bij kritiek van bovenaf Zorgen er voor dat de productiecijfers niet te hoog worden

17 Relatie voorman - arbeiders
De voorman is tot op zekere hoogte afhankelijk van de arbeider voor de verwerking van belangrijke opdrachten Gevolg: uitwisselingsrelatie tussen voorman en arbeider (voor wat, hoort wat)

18 Relatie voorman - arbeiders
Double Red Card: een kaart die de verloren tijd van arbeiders wegwerkt zonder de schuld aan de arbeider te geven en dat aan een cijfer van 120%

19 Relatie voorman - arbeiders
Voormannen kozen vaak de kant van de arbeiders als de cijfers strak waren en ’making out ’ niet mogelijk was. Toch waren arbeiders argwanend t.o.v. voormannen. Doorslaggevend voor de populariteit van voormannen was de aard van hun relatie met de planners.

20 Relatie voorman - arbeiders
1945: voormannen konden niet goed overweg met de gemakzucht van de arbeiders wanneer geen ‘making out’ mogelijk was. 1975: voormannen aanvaardden dit gedrag

21 Relatie voorman - arbeiders
Verenigde arbeiders (vakbondsleden) waren minder vijandig t.o.v. voormannen. Ze toonden ook een grotere onafhankelijkheid t.o.v. voormannen

22 De organisatie van de werkvloer
De verschillende relaties tussen de werknemers zijn te manipuleren in functie van het ‘making out’ Sociale relaties tussen arbeiders onderling ook belangrijk Alle gesprekken gaan over ‘making out’ Deze vaststelling is tussen 1945 en 1975 niet veranderd

23 Werkvloercultuur = ‘making out’
Op de werkvloer draait alles rond ‘making out’ Arbeiders die hieraan niet meedoen hebben geen enkele status Enkel d.m.v. ‘making out’ kunnen sociale contacten worden gelegd

24 De verspreiding van het conflict
De organisatie van de fabriek zelf zorgt ervoor dat ‘making out’ mogelijk is ‘Making out’ =basis van werkvloercultuur Maar ‘making out’ zorgt ook voor verschillende conflictpatronen

25 Uitwerking conflictpatronen
Stukloon zorgt enerzijds voor een zekere vrijheid van de arbeider, anderzijds voor competitie. ‘Making out’ zorgt soms voor conflicten tussen arbeiders en hulparbeiders. Arbeiders doen taken van hulparbeiders dan soms zelf. Management toleert dit niet en legt strikte regels op  tevergeefs, want er heerst nog steeds chaos

26 Uitwerking conflictpatronen
Het hoger management erkent het belang van hulparbeiders niet en vermindert hun aantal Vb.: minder inspecteurs om evenveel stukken te controleren  wrevel tussen arbeiders en inspecteurs (hulparbeiders) M.a.w. conflicten tussen arbeiders en management worden conflicten tussen arbeiders en (hulp)arbeiders onderling

27 Uitwerking conflictpatronen
Logica: conflicten met management  grotere samenhorigheid onder de arbeiders Realiteit anders: conflicten met management  wrevel binnen arbeidersgroep  verschuiving van hiërarchische overheersing naar kleinere conflicten

28 Burawoys verklaringen:
Naoorlogse omstandigheden  meer hulparbeiders beschikbaar 1975: arbeiders gunstiger gestemd t.o.v. management 1975: fabriek: deel van een grote corporatie  beter bestand tegen tegenslagen  arbeiders beter behandelen Vorming van vakbonden was in 1945 nog niet zo voltooid als in herinnering aan de slechte tijden van vóór WO II

29 Wat stelt Burawoy dus vast?
De theorie van intensivering van de arbeid en toename van leidinggevende controle door scheiding van ontwerp en uitvoer, wordt door deze veraderingen niet ondersteund Wel: uitbreiding zelforganisatie van arbeiders

30 Het arbeidsproces als een spelletje
Sociologen spreken zichzelf tegen: Enerzijds erkenning van het feit dat ‘making out’ psychologische en sociale voldoening schenkt Anderzijds ondermijnt het spel volgens hen de eensgezindheid en dus ook het management Volgens hen creëren arbeiders dus autonoom een cultuur die zich tegen het management richt Empirisch bewijs voor deze stellingen is erg zwak, wegens ontbreken van een theoretisch kader

31 Relevantie van ‘making out’
Relevantie van een spelelement in het arbeidsproces gaat verder dan alleen maar ‘making out’ Zolang er een spelelement is, berusten arbeiders in hun ondergeschiktheid M.a.w. niet het geldgewin is de drijfveer, maar wel de strijd tegen verveling, vermoeidheid, … of gewoon het plezier van het spel

32 Conclusies: Creatie van een vorm van spel in het arbeidsproces draagt bij tot het verbergen en veiligstellen van surplusarbeid De aanwezigheid van een spel maakt dat we regels aanvaarden  de aanwezigheid van kapitalisme maakt dat we haar opgelegde (beperkte) keuzes aanvaarden

33 Conclusies: Kapitalisme beheerst ons leven als een spel  alternatieven worden afgeschreven als utopie Scheiding van ontwerp en uitvoering loopt gelijk met uitbreiding van keuzes binnen steeds smallere grenzen  die laatste tendens zorgt voor aanvaarding en degradatie van het werk  minder conflicten

34 Conclusies: Betere machines, soepeler cijfers, de mogelijkheid tot frauderen, … zorgen ervoor dat ‘making out’ mogelijk is.


Download ppt "Jana De Zutter 2Ba Sociologie"

Verwante presentaties


Ads door Google