Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
past simple en present perfect
All Right 3hv Unit 1 grammar 2.1 past simple en present perfect
2
past simple: vorm regelmatig: ww + -ed onregelmatig: 2e rijtje
bijv. I walked very fast bijv. I saw him yesterday let op: did you walk very fast? did you see him yesterday?
3
past simple: gebruik als iets afgelopen is
er staat bij wanneer (last year, 5 minutes ago, in 1987, when I was a kid etc)
4
present perfect: vorm has/have + voltooid deelwoord:
regelmatig = ww + -ed onregelmatig = 3e rijtje bijv. I have done my homework bijv. She has gone home
5
present perfect: gebruik
het is in het verleden maar er staat NIET bij wanneer: she has gone home het is in het verleden begonnen maar nu nog steeds zo: I have known him for 5 years het is heel kort geleden gebeurd: He has just left Signaalwoorden present perfect: since, for, just, today, yet, never, ever
6
Oefenzinnen; vul de juiste vorm in
I (see) my boyfriend yesterday. He (be) my boyfriend for 5 months now. We (go) to the cinema last night. We (be) in love for a long time! ... you (meet) his parents yet? No, but I (meet) his sister last week. Is he still here? No, he ... just (leave). His sister (go) home too.
Verwante presentaties
