Arbeidsvreugde voor iedereen

Presentatie over: "Arbeidsvreugde voor iedereen"— Transcript van de presentatie:

1 Arbeidsvreugde voor iedereen
Deze presentatie gaat over arbeidsvreugde. Mijn bron van dit item komt uit het magazine OR informatie en is geschreven door Harry Peer. Hij is trainer-adviseur bij Odyssee. De titel “arbeidsvreugde voor iedereen”spreekt voor zich. Je bent een groot gedeelte van de dag aan het werk. Je wilt, denk ik, dan niets liever dat je het dan ook met plezier doet. 1

2 Programma De zeven bronnen n.a.v. persoonlijke ervaringen
Introductie Arbeidsvreugdestrategie De zeven bronnen n.a.v. persoonlijke ervaringen Bronnen inventariseren Acties benoemen Toepassingsmogelijkheden in de organisatie (individu, team en organisatie)

3 Wat zie, hoor, proef en voel ik?

4 Wat zijn uw ervaringen? VRAAG:
Wat ervaart u als vreugdevol in uw (vrijwilligers-)werk? Wat ervaart u als vreugdeloos in uw werk?

5 Zeven bronnen van arbeidsvreugde
Fysiek welbevinden Collegialiteit Waardering en vertrouwen Goede prestaties Groei Werken met hart en ziel Hogere zingeving Een goed aanknopingspunt is “de Zeven bronnen van arbeidsvreugde” van Kees Kouwenhoven. Zijn boek heeft tot doel de lezer te inspireren meer arbeidsvreugde te scheppen, voor jezelf, het team en de organisatie. 5

6 1. Fysiek welbevinden Deze levensbron vormt het fundament voor arbeidsvreugde. Deze bron stroomt wanneer u goede werkomstandigheden heeft en zich veilig en gezond voelt. Voorbeelden Zo gezond mogelijk Veiligheid (geestelijk en lichamelijk) Comfortabele en aantrekkelijke arbeidsomstandigheden Normale werkdruk en werktijden De 1e bron. De zg. basisbehoeften. 6

7 2. Collegialiteit Deze warmtebron ontstaat uit de verbinding met de mensen die u binnen uw organisatie ontmoet. Goed teamwerk laat deze bron stromen. De voldoening kan uit de samenwerking met zowel collega’s als coördinatoren, bestuursleden, lotgenoten en leden/donateurs voortvloeien. Voorbeelden: voor elkaar inspringen samenwerken afspraken nakomen goede werksfeer elkaar aanspreken, maar ook fouten kunnen maken. De 2e bron. 7

8 3. Waardering en vertrouwen
Deze ruimtebron ontstaat uit de waardering die u ervaart en uit het vertrouwen dat u krijgt om uw eigen ideeën in uw werk kwijt te kunnen. U geeft vorm aan uw behoefte aan autonomie. Waardering krijgen voor uw werk en voor wie u bent, versterkt uw zelfvertrouwen en uw gevoel van eigenwaarde. Voorbeelden: voldoende vrijheid voldoende zelfstandigheid regelvermogen hebben om zelf ideeën naar voren te brengen complimenten geven en ontvangen successen vieren en teleurstellingen verwerken. De 3e bron. Mensen willen ………. 8

9 4. Goede prestaties Deze krachtbron vindt zijn brandstof in de voldoening die ontstaat wanneer u uw talenten hebt kunnen inzetten voor anderen en daaraan plezier beleeft. Voorbeelden: uitdagend werk doen en daar succesvol in zijn nieuwe leden werven een nieuw aanbod ontwikkelen. Het management zou veel meer de relatie moeten zien tussen arbeidsvreugde en goede prestaties. Het gevoel dat u competent bent en succes heeft. Vrijwel iedereen houdt er van goede prestaties te leveren. 9

10 5. Groei Deze energiebron boren mensen aan wanneer ze kun kernkwaliteiten en talenten tot ontplooiing brengen. Ook beleven veel mensen vreugde aan de groei van anderen, die ze ondersteunen en coachen. Voorbeelden: talenten kunnen ontwikkelen in de dagelijkse praktijk het kunnen volgen van je natuurlijke nieuwsgierigheid het aankunnen van steeds meer verantwoordelijkheden anderen zien opbloeien door jouw hulp en inzet. Wanneer deze bron niet beschikbaar is, lopen mensen stuk op de verveling in hun werk. 10

11 6. Werken met hart en ziel Deze inspiratiebron ontspringt uit de mogelijkheid uitdrukking te geven aan wie je bent en vorm te geven aan je authenticiteit. Doen wat je wilt en waar je echt goed in bent. Je diepste verlangens realiseren en bij je creativiteit komen. Voorbeelden: werk doen waar je echt van houdt kiezen voor wat je echt belangrijk vindt je op je ‘plaats’ voelen. De 6e bron 11

12 7. Hogere zingeving Deze lichtbron ontstaat wanneer je werk ertoe doet voor anderen. Dit kunnen leden, patiënten of leerlingen zijn. Het kan gaan om enkele mensen, maar ook om ‘iets dat groter is dan jezelf’: een veilige stad, goede patiëntenzorg, de gemeenschap. Daarmee geeft je werk een diepere betekenis aan wie je bent, wat je kunt, wat je doet (trots en ermee identificeren). Voorbeelden: leden boeken betere resultaten door jouw werk vrijwilligerswerk, bestuursfuncties in stichtingen en verenigingen een beter milieu, mensenrechten, goede zorg. De 7e bron. 12