ECONOMIE EN RUIMTE I THIERRY VANELSLANDER – ACADEMIEJAAR 2007-2008 1 VOORWERP EN METHODE.

Presentatie over: "ECONOMIE EN RUIMTE I THIERRY VANELSLANDER – ACADEMIEJAAR 2007-2008 1 VOORWERP EN METHODE."— Transcript van de presentatie:

1 ECONOMIE EN RUIMTE I THIERRY VANELSLANDER – ACADEMIEJAAR 2007-2008 1 VOORWERP EN METHODE

2 ECONOMIE EN RUIMTE I THIERRY VANELSLANDER – ACADEMIEJAAR 2007-2008 2 HET MATERIËLE VOORWERP 1. Welvaart Prijs Groei Ongelijkheid groei

3 ECONOMIE EN RUIMTE I THIERRY VANELSLANDER – ACADEMIEJAAR 2007-2008 3 Wat produceren? 1853 1997-1998 Nieuwe producten, kwaliteitsverbetering

4 ECONOMIE EN RUIMTE I THIERRY VANELSLANDER – ACADEMIEJAAR 2007-2008 4 Impact op werkgelegenheid

5 ECONOMIE EN RUIMTE I THIERRY VANELSLANDER – ACADEMIEJAAR 2007-2008 5 Hoe produceren?

6 ECONOMIE EN RUIMTE I THIERRY VANELSLANDER – ACADEMIEJAAR 2007-2008 6

7 ECONOMIE EN RUIMTE I THIERRY VANELSLANDER – ACADEMIEJAAR 2007-2008 7 HET FORMELE VOORWERP 2. Economy - economics Keuze Schaarste Kostprijs Opportuniteitskosten

8 ECONOMIE EN RUIMTE I THIERRY VANELSLANDER – ACADEMIEJAAR 2007-2008 8 Productiemogelijkheden - efficiëntie X Y Z A D G H C E F 0 woonwijk sportveld B M onvolledige benutting verkeerde benutting meer productiefactoren productiviteitsverhoging

9 ECONOMIE EN RUIMTE I THIERRY VANELSLANDER – ACADEMIEJAAR 2007-2008 9 Specialisatie en arbeidsverdeling (verschillende niveaus) Ruil en markt  Traditionele systemen  Bevelsystemen  Marktsystemen  Gemende economie

10 ECONOMIE EN RUIMTE I THIERRY VANELSLANDER – ACADEMIEJAAR 2007-2008 10  Producent afschrijving vervangingsinvestering netto-investering Economische agenten: Gewone consumptiegoederen Duurzame consumptiegoederen Lopende inputs Productiefactoren Arbeid Kapitaal Finale goederen/diensten Intermediaire goederen/diensten BTW  Consument sparen, vermogen

11 ECONOMIE EN RUIMTE I THIERRY VANELSLANDER – ACADEMIEJAAR 2007-2008 11 Economische kringloop:

12 ECONOMIE EN RUIMTE I THIERRY VANELSLANDER – ACADEMIEJAAR 2007-2008 12 Overheid (Inkomen - Publieke goederen) Rationaliteit:  Doelstellingen  Beperkingen  Gedragsreacties – incentieven  Evenwicht – marginaal gedrag Reële grootheden

13 ECONOMIE EN RUIMTE I THIERRY VANELSLANDER – ACADEMIEJAAR 2007-2008 13 METHODOLOGIE 3. Positieve >< normatieve economie Meningsverschillen tussen economen:  Beperkte kennis  Intensiteit  Waarden

14 ECONOMIE EN RUIMTE I THIERRY VANELSLANDER – ACADEMIEJAAR 2007-2008 14 Economische modellen:  Variabelen (stroom – voorraad)  Functies  Verklaarde >< verklarende variabele Deductieve >< inductieve redenering

15 ECONOMIE EN RUIMTE I THIERRY VANELSLANDER – ACADEMIEJAAR 2007-2008 15 OEFENINGEN 4. Beschrijf de aard van de opportuniteitskost: voor een stedenbouwkundig ambtenaar die een opleiding stedenbouw volgt; voor de overheid die geld investeert in openbaar vervoer; voor de spoorwegmaatschappij als iemand de trein neemt.

16 ECONOMIE EN RUIMTE I THIERRY VANELSLANDER – ACADEMIEJAAR 2007-2008 16 Een verschuiving van de curve van de productiemogelijkheden kan komen door: werkloosheid; immigratie; inflatie; economische depressie.

17 ECONOMIE EN RUIMTE I THIERRY VANELSLANDER – ACADEMIEJAAR 2007-2008 17 Welke van volgende handelingen wordt economisch gezien als een investering beschouwd: een lening aan een bedrijf; de aankoop van een gezinswagen; het wedden op paardewedrennen; de aankoop van een boekhoudprogramma