Bijbels omgaan met geld(deel 3)

Presentatie over: "Bijbels omgaan met geld(deel 3)"— Transcript van de presentatie:

1 Bijbels omgaan met geld(deel 3)
… verandering van binnenuit …

2 Geven/Goed doen De tienden doen we de volgende keer
Geld heeft een duistere en een lichte kant (geven/goed doen) Het doel van geld verdienen is om het weg te geven (na aftrek van een redelijk deel voor jezelf) Eenvoudig leven Aan wie of wat weg te geven?

3 Inleiding Spr. 23: 4,5: veel verdienen is niet erg, je hart op rijkdom zetten wèl Spr. 30: 8,9: De Bijbel roept noch tot armoede, noch tot rijkdom op. Beide hebben hun gevaren Bidden om voorspoed De gesloten cirkel van je budget (wees tevreden met wat je hebt, 1 Tim. 6: 8) De lichte kant van geld = investeren in Zijn Koninkrijk Geven is ook jezelf geven (2 Kor. 8: 1-5)

4 Doel van geld verdienen =weggeven!
Afstand doen van al wat je bezit is geen algemeen principe Beheren als een goed rentmeester met als doel: goed doen (zie o.a. Lukas 16). Goed doen: 1 Tim. 6: 18; Hand. 20: 35; 2 Kor. 9: 8; Spr. 11: 24 Geld weggeven is slag in gezicht van mammon Eerlijk geldbeheer is belangrijk (Spr. 20: 23; 12: 22) Geldbeheer na je dood (Spr. 13: 22; 2 Kor. 12: 14b)

5 Eenvoud/wijze van geven
Wees in geen ding bezorgd (Fil. 4: 6) Vrij van begeerte (Hand. 20: 33) Bescheidenheid en matigheid in alle dingen (Titus 1:8) Blijmoedig en met gulle hand geven (2 Kor. 9: 7) Je linkerhand weet niet wat je rechterhand doet (Matth. 6: 3) Geven zonder liefde heeft geen enkele betekenis (1 Kor. 13: 3)

6 Aan wie of wat te geven? De armen (Deut. 15: 7-11; Spr. 19: 17 en 28: 27; Gal. 2: 9, 10; 1 Joh. 3: 17, 18 en Jak. 2: 14 – 17) Jezus identificeert zich met de armen (Matth. 25: 35-41) Niet omzien naar armen werkt belemmerend (Jes. 58: 5-8) Gezinnen en familie: 1 Tim. 5: 8, 16) Weduwen (1 Tim. 5: 3) Evangelisten (1 Kor. 9: 9; 3 Joh. 6,7)

7 Aan wie of wat te geven? Delen met niet-christenen als getuigenis (Matth. 5: 42 en 10: 42) Ondersteunen mag, maar als je niet van een uitkering hoeft te leven, dan liever niet (1 Thess. 4: 11, 12) Je mag om wijs beleid vragen (van individuen en van organisaties)