Ulcus Ventriculi en Duodeni

Presentatie over: "Ulcus Ventriculi en Duodeni"— Transcript van de presentatie:

1 Ulcus Ventriculi en Duodeni
F.J.W.ten Kate Delft

2 Definities Een Ulcus is een verstoring van de integriteit van huid of slijmvlies leidend tot een locaal defect veroorzaakt door een actieve ontsteking. In de tractus gastrointestinalis reikt het defect per definitie tot in de submucosa(door de muscularis mucosae) Over het algemeen een geringe genezingstendens Natuurlijk beloop:Genezing zonder interventie tot significante morbiditeit en mortaliteit (bloeding en perforatie)

3 Oorzaken Verstoring van de gastrointestinale protectieve mechanismen
Zuur (HCL) speelt een centrale rol bij het ontstaan van maag/duodenum ulcera Peptic Ulcer disease (PUD)

4

5

6

7

8 Localisatie van ulcera
Prepylorisch: laag normaal / lage zuursecretie bij lage parietale massa. Maag corpus en duodenum: normaal / licht verlaagde zuursecretie. Duodenum: verhoogde zuursecretie, bicarbonaatsecretie in duodenum verlaagd (<1 cm).

9

10

11

12

13

14 Mucosale afweermechanismen tegen bacteriele organismen
Mucineuze barrière Mucine Complementfactoren Epitheliale regeneratie Peristalsis Maagzuur

15

16

17 Helicobacter pylori pathophysiologie
Effect op plasmagastrineconcentratie en zuurproductie. Gastheerreactie op ontsteking. Stof geproduceerd door de bacterie. Beschadiging van de mucosale afweersystemen.

18

19 Helicobacter pylori Chronische Helicobacter pylori-infectie in de maag
cagA- tox- cagA+ tox+ Ernstige gastritis (verhoogd IL-8, neutrofiele infiltratie), “epithelial damage” Ulceratie van de maagmucosa

20 Pathophysiologische afwijkingen bij patiënten met ulcera in het duodenum
Afwijking Gem. frequentie % Nachtelijk zuursecretie 70 Duodenale HCO3 secretie 70 Duodenale zuur “load” 65 Zuursecretie overdag 50 Pentagastrine gestimuleerde MAO 40 Gastrine gevoeligheid Basale gastrinespiegels Maaglediging 30 pH remmer Postprandiale gastrine uitscheiding 25

21

22 NSAID Pathophysiologie
Topische irritatie op het epitheel. Verstoring van de eigenschappen van de slijmlaag van de mucosa. Reductie van de mucosale bloodflow. Interferentie met de herstelmechanismen bij oppervlakkige beschadiging

23

24

25

26

27