Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdPatricia Smets Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
De Sociale Draagkracht van Dorpen in Borsele Dr Frans Thissen Universiteit van Amsterdam
2
Vooraf Leefbaarheid, sociale samenhang en informele zorg: Moeilijke begrippen voor betrekkelijk gewone zaken Leefbaarheid: Wat vinden bewoners over hun dorp? Sociale samenhang: Erbij horen, samen iets organiseren Informele zorg: Iets voor elkaar over hebben, lief en leed delen Wie zijn verantwoordelijk voor deze thema’s? Bestuurder, ambtenaar en beroepshalve betrokkenen Bewoners Het functioneren van een multifunctioneel centrum of brede school
3
Multifunctionele centra
4
Oudelande
5
De onderzoeken van 1987 en 1991/92 1987: De zorgzame samenleving voor ouderen Perspectief oudere bewoners Kleine dorpen per saldo minder aantrekkelijk voor ouderen Informele hulp heeft sociale functie en hangt samen met positief oordeel over woonsituatie 1991/92: Knelpunten voor de leefbaarheid Perspectief alle huishoudens In het algemeen is oordeel positief, drie groepen potentiële problemen: 1. Automobiliteit is belangrijke voorwaarde voor de schaalvergroting van het leven 2. Woonfunctie speelt een doorslaggevende rol 3. Relatie burger – lokaal bestuur vraagt aandacht
6
Aanleiding onderzoek 2006 Leefbaarheid Onderzoek in 1991/92: Wat is er sindsdien in de dorpen van de gemeente Borsele gebeurd? Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Wat is de kwaliteit van de dorpen: Hoe staat het met de sociale draagkracht van de dorpen? Wat is de betekenis van de sociale infrastructuur van een dorp voor de lokale informele hulp en voor de zelfredzaamheid van bewoners
7
Verschillen tussen bewoners Autonome dorp Je bent er geboren of opgegroeid, je komt ‘van het dorp’ Je werkt er en je doet er je boodschappen: je woont ‘op het dorp’ Woondorp Je bent er gaan wonen om de mooie woning en aangename woonomgeving Voor je sociale contacten en voorzieningen ben je niet afhankelijk van het dorp
8
Verschillende beoordeling van de leefbaarheid Autonome dorp Oordeel over de voorzieningen in het dorp is belangrijk “We hebben nog een kleine supermarkt en we hebben nog een bakker … Want als je dat niet meer hebt op een dorp … en dat zouden we misschien meer moeten gaan beseffen met z’n allen” Woondorp Oordeel over de eigen woning en de woonomgeving is belangrijk “Eigenlijk hebben we heel doelbewust voor dit dorpje gekozen want het is … de Parel van de Zak. En die Zak sprak ons vreselijk aan … Het landschap trok ons ontzettend”
9
Van het autonome dorp naar het woondorp Autonome dorp In dorp geboren en getogen bewoners (leefpaden) Activiteiten in het eigen dorp (dagpaden) Traditioneel referentiekader: Uitgedragen door bepaalde bewoners en bestuurders Woondorp Bewoners die zich ooit in dorp hebben gevestigd (leefpaden) Activiteiten buiten het dorp waar men woont (dagpaden) Opkomend referentiekader: Uitgedragen door bepaalde bewoners
10
Leefpaden Steeds minder bewoners zijn in het dorp geboren en getogen
11
Dagpaden Steeds meer bewoners zijn voor een deel van de dag buiten het dorp. Onder vrouwen recent veel verandering
12
Automobiliteit In steeds meer huishoudens zijn een of meer auto’s beschikbaar Steeds meer bewoners beschikken zelf over een auto
13
Leefbaarheid in het autonome dorp Ontwikkeling aantal inwoners Ontwikkeling aantal voorzieningen Ontwikkeling Leefbaarheid
14
Leefbaarheid in het woondorp Ontwikkeling Leefbaarheid Ontwikkeling gemeenschaps- initiatieven (voorzieningen) Ontwikkeling woonfunctie dorp binnen de streek
15
Gemeenschapsinitiatieven: Loil Gemeenschapsinitiatieven: zijn voorzieningen als resultaat van de leefbaarheid Voorziening gecreëerd door de dorpssamenleving: initiatieven van bewoners Voorwaarden voor gemeenschapsinitiatieven: Woonsituatie: ruimtelijke kwaliteit Ruimten om elkaar te ontmoeten (binnen en buiten)
16
Lokale informele hulp en de Wmo Hoe groter de lokale betrokkenheid, des te groter de bereidheid hulp te bieden en des te groter de daadwerkelijke hulpverlening Begrensde hulp: voorwaarden voor het geven van langdurige structurele hulp zijn vaak niet meer aanwezig. Het belang van sociale netwerken: signaleren van kwetsbaarheid en het uitwisselen van hulp.
17
Hulp: het belang van sociale netwerken
18
Sociale samenhang in dorpen Autonome gerichtheid Hoofdactiviteit hebben binnen het dorp Gebruik van dorpsvoorzieningen Familie in het dorp hebben Zich vooral dorpsbewoner voelen Lokale betrokkenheid Organiseren en bezoeken dorpsactiviteiten Dorpsraad bezoeken Trots zijn op het dorp Actief zijn in dorpsverenigingen Bereid actie te voeren voor het dorp
19
De sociale draagkracht van dorpen
20
‘Sociale staat van het Platteland’ (SCP) Overgebleven dorpsleven: sociaal kapitaal op het hedendaagse platteland Plattelanders zijn iets meer gericht op hun omgeving dan stedelingen Leefbaarheid op het platteland is beter, mede dankzij de sociale samenhang en de bevolkingssamenstelling Vitaliteit op het platteland is niet echt beter en sociale samenhang is daarvoor niet echt belangrijk
21
MFC / Brede school Toekomstperspectief: 1. Het moet ‘goed wonen’ zijn in het dorp 2. MFC / Brede school: functies moeten resultaat zijn van gemeenschapsinitiatieven (vanuit de dorpsbewoners) 3. MFC / Brede school moet open zijn naar de dorpssamenleving (Third place)
22
Het perspectief van Zeeuwse dorpen Aantal huishoudens neemt nog steeds toe (tot 2030), aantal bewoners neemt eerder af Veranderende bevolkingsopbouw: Ontgroening en Vergrijzing Meer alleenstaanden Grote verschillen per regio, gemeente en dorp Uitdagingen: creëren van kwaliteit op gebied van wonen, werk en voorzieningen Basisonderwijs: ontgroening Regionale samenwerking noodzakelijk Betrokken burgers nodig
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.