De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Vandaag Nabespreking toets Crediteuren/debiteuren

Verwante presentaties


Presentatie over: "Vandaag Nabespreking toets Crediteuren/debiteuren"— Transcript van de presentatie:

1 Vandaag Nabespreking toets Crediteuren/debiteuren
Kosten: hoofdstuk 4 kleding Huiswerk: t/m 4.7

2 Kosten Totale kosten (TK) = totale constante kosten (TCK) en totale variabele kosten (TVK) Constante kosten veranderen niet met toe- of afnemen van de productie/verkoop Variabele kosten veranderen wel met toe of afnemen van de productie/verkoop

3 Constant of variabel??? Lonen Afschrijvingen Materiaal Directie Rente
Huur gebouw/pand

4 Voorbeeld Spijkerbroekenfabriek Verkoopt spijkerbroeken voor € 100
De constante kosten zijn € De variabele kosten zijn € 50 per broek

5 Vergelijking totale kosten
TCK = € TVK = 50q TK = € * 50q Bereken nu totale kosten bij productie van 500, 1000 en 2000 broeken

6 Gemiddelde kosten Gemiddelde kosten: kosten per spijkerbroek
GTK = GCK + GVK GCK = TCK/q GVK = TVK/q Bereken nu de gemiddelde kosten per spijkerbroek bij een productie van 500, 1000 en 2000 broeken.

7 Gemiddelde kosten Aantal broeken Totale Constante kosten Constante kosten per broek Totale Variabele kosten Variabele kosten per broek Gemiddelde kosten per broek 500 200 25.000 50 250 1.000 100 50.000 150 2.000

8 Gemiddelde kosten Dus naarmate je meer broeken maakt, worden de gemiddelde kosten per broek lager. Je kunt immers de gelijkblijvende constante kosten over meer broeken uitsmeren. Bij 2000 broeken zijn de gemiddelde kosten € 100 per broek. Dat is evenveel als de verkoopprijs van € 100. Dus dan speel je quitte

9 Variabele kosten Proportioneel: blijven gelijk. In ons voorbeeld blijven steeds op € 50 per broek Progressief: nemen toe als er meer broeken worden geproduceerd. Nemen bij een bepaalde productieomvang toe tot b.v. € 55 per broek Degressief: nemen af als er meer wordt geproduceerd.

10 Variabele kosten Zie figuur 4.4 op p. 48

11 Quitte spelen Break even punt (bep): geeft aan bij welke afzet/omzet de opbrengsten gelijk zijn aan de kosten. Bep: bij welke afzet/omzet spelen we quitte.

12 Voorbeeld Spijkerbroekenfabriek Verkoopt spijkerbroeken voor € 100
De constante kosten zijn € De variabele kosten zijn € 50 per broek

13 Quitte TO = 100q TK = € 100.000 + 50q BEP ----- TO = TK
BEP q = q 50q = Q = (break even afzet) Break even omzet = …………

14 Quitte Bij BEP geldt: GO = GK


Download ppt "Vandaag Nabespreking toets Crediteuren/debiteuren"

Verwante presentaties


Ads door Google