Download de presentatie
GepubliceerdAnneleen Christiaens Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Concurrentie Biotisch Predator Voedsel Abiotisch
2
Niveaus van de ecologie
1.Individu (bv. Een olifant) 2.Populatie ( kudde olifanten) onderling voortplanten 3.Levensgemeenschap (populatie olifanten met populatie leeuwen) 4.Ecosysteem (levensgemeenschap en a-biotische factoren samen ) 5.Biosfeer (alle ecosystemen aarde samen)
3
Biotoop = uniform gebied, geschikt voor bepaalde organismen bijv
Biotoop = uniform gebied, geschikt voor bepaalde organismen bijv. naaldbos Habitat= de werkelijke ruimte bijv. de waterkant Niche (nis)= functionele plaats in een biotoop/ecosysteem bij. Voedsel, holen graver, roofdier etc.
4
Voorbeeld: de rode eekhoorn
Biotoop = gemengde bossen en naaldbossen Habitat = in en om de bomen Niche = eten van nootvruchten, verstoppen hiervan (zaadverspreiding), voedsel voor roofvogels en vossen. Concurrent voor wilde zwijnen, muizen… ecologie
5
Voedselketen Consument 1e orde Consument 2e orde Consument 3e orde
Producent Autotroof Heterotroof Heterotroof Heterotroof Autotroof = kunnen zelf hun organische stoffen maken (fotosynthese) Heterotroof = andere organismen nodig om aan organische stoffen te komen
6
Voedselnet Consument 1e orde Consument 2e orde Consument 3e orde
Producent
7
KRINGLOOP VAN STOFFEN CONSUMENTEN 2E ORDE CONSUMENTEN 3E ORDE
AFVALETERS PRODUCENTEN REDUCENTEN ANORGANISCHE STOFFEN
10
Energieverlies door: Dissimilatie Uitwerpselen Afgestorven weefsel
13
Geschikt om 7x zoveel personen te voeden….
Dat kost per kilo aan water: Appels: 90 liter Aardappelen: 45 liter Tomaten: 43 liter Rundvlees: liter
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.