Inkomen Begrippen + 6 t/m 10 Werkboek 6. 2 Begrippen Arbeidsverdeling Verdeling van het werk in een land.

Presentatie over: "Inkomen Begrippen + 6 t/m 10 Werkboek 6. 2 Begrippen Arbeidsverdeling Verdeling van het werk in een land."— Transcript van de presentatie:

1 Inkomen Begrippen + 6 t/m 10 Werkboek 6

2 2 Begrippen Arbeidsverdeling Verdeling van het werk in een land

3 3 Begrippen Arbeidsproductiviteit Productie in stuks per werknemer in een bepaalde tijd

4 4 Begrippen Directe ruil Goederen tegen goederen ruilen

5 5 Begrippen Ruil in natura Goederen tegen goederen ruilen

6 6 Begrippen Indirecte ruil Goederen tegen geld ruilen

7 7 Begrippen Mechanisering Het werk van mensen vervangen door machines

8 8 Begrippen Loon Inkomen uit de productiefactor arbeid

9 9 Begrippen Rente Inkomen uit de productiefactor Kapitaal

10 10 Begrippen Investeren Kopen van kapitaalgoederen door bedrijven

11 11 Begrippen Huur Inkomen uit verhuren van een pand

12 12 Begrippen Pacht Inkomen door verhuren van grond

13 13 vraag 6a Productieproces dat aanslag is op de natuur Oliewinning Zandwinning

14 14 vraag 6b Overheid zorgt ervoor dat natuur niet gratis gebruikt wordt: een voorbeeld Bedrijven moeten verplicht afvalwater zuiveren

15 15 vraag 6c Overheid zorgt ervoor dat natuur niet gratis gebruikt wordt: gevolg Minder milieuvervuiling

16 16 vraag 7: beloning Arbeid Loon

17 17 vraag 7: beloning Kapitaal Rente; Huur

18 18 vraag 7: beloning Natuur Pacht

19 19 vraag 7: beloning Ondernemerschap Winst

20 20 vraag 8a Vermogen Milli op 1 jan 2000 € 5.000.000 (spaargeld)

21 21 vraag 8b Inkomen in 2000 € 5.000.000 x 5% = € 250.000

22 22 vraag 8c Vermogen Milli op 31 dec 2000 begin € 5.000.000 rente erbij€ 250.000 uitgaven eraf€ 200.000 vermogen 31-12€ 5.050.000

23 23 vraag 8d: Milli geeft 800.000 uit Vermogen Milli op 31 dec 2000 begin € 5.000.000 rente erbij€ 250.000 uitgaven eraf€ 800.000 vermogen 31-12€ 4.650.000;;

24 24 vraag 8d: Milli geeft 800.000 uit vermogen begin 2001 € 4.650.000 Dus in 2001 minder rente

25 25 vraag 9 afzet 400.000 kg x € 0,25 inkoop € 40.000 energie € 2.500;;

26 26 vraag 9a Omzet = afzet x verkoopprijs = 400.000 x 0,25 = € 100.000

27 27 vraag 9b: Toegevoegde waarde of productiewaarde omzet – grondstoffen - hulpkosten = 100.000 – 40.000 – 2.500 = € 57.500

28 28 vraag 9c: verschil omzet – grondstoffen – hulpstoffen verschil (wat er af gaat) is dus grondstoffen en hulpstoffen

29 29 vraag 10a omzet 100.000 grondstoffen 42.500 betaald loon 35.000 betaalde rente 4.000 betaalde huur 1.000 betaalde pacht 3.000 WINST14.500

30 30 vraag 10b omzet 100.000 grond- en hulpstoffen 42.500 toegevoegde waarde57.500

31 31 vraag 10c: waarde inkomens lonen35.000 pacht3.000 huur 1.000 winst14.500 totale inkomens57.500

32 32 vraag 10d totale inkomens57.500 toegevoegde waarde57.500 want totale inkomens = toegevoegde waarde

33 Huiswerk 11 t/m 15 & Kennisvragen (1 t/m 9) blz 13 t/m 15