Download de presentatie
GepubliceerdAgnes Verstraeten Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Hoe ontstaat bevolkingsontwikkeling?
De natuurlijke bevolkingsgroei Geboorten – sterfte = Geboorteoverschot of sterfteoverschot Sociale bevolkingsgroei Immigratie (vestiging) – emigratie (vertrek)= Vestigingsoverschot of vertrekoverschot
2
Bepaal de natuurlijke bevolkingsgroei met behulp van onderstaande grafiek.
= ?? = 63 x = inwoners er bij
3
Het werken met absolute en relatieve getallen.
Het gemiddelde bereken je door het aantal geboorten te delen door het aantal inwoners. Dus: Land A: : = 0,01 geboorte / inw Land B: : = geboorte / inw Land A inw geboorten Land B inw geboorten Absoluut getal - geb cijfer 10 ‰ geb cijfer 7 ‰ Relatief getal Land A: 0,01 geboorte / inw x = 10 ‰ Land B: 0,007 geboorte / inw x = 7 ‰ Het geboortecijfer van land A is dus 10‰ ! Dat wil zeggen dat er in land A in een jaar tijd op een gemiddeld groep van mensen 10 kinderen geboren worden. DAT ZIE JE WEL VOOR JE Land A: : = 0,01 geboorte / inw Land B: : = 0,007 geboorte / inw Nu blijkt dus dat er in land A gemiddeld (per inwoner) meer kinderen geboren worden. Omdat 0,007 kind er raar uitziet werken we bij bevolkingsgegevens met promillen / ‰. We kijken per mensen. Daarom bereken je het geboortecijfer / inw. In welk land worden de meeste kinderen geboren? Wat is hiervoor de belangrijkste verklaring ? In land B is meer dan ! Land B heeft 2x zoveel inwoners! Land A = 0,01 geb/inw en land B 0,007 geb / inw
4
Opdracht 11 uit de bundel Afrika (blz 24)
De relatieve sociale bevolkingsgroei 4‰ - 2‰ = 2 ‰ => 2 x 500 = 1000 absoluut De relatieve nat. bevolkingsgroei is 12‰– 8‰ = 4 ‰ => 4 x 500 = 2000 absoluut 6 ‰ => 6 x 500 = absoluut De relatieve natuurlijk bevolkingsgroei is dus 12‰– 8‰ = 4‰ Absoluut is dat 6000 – 4000 = 2000 ( 1‰ = 500 => 4 x 500 = 2000) Relatief is de immigratie 4 ‰. Absoluut is dat 4 x 500 (=1‰) is dus 2000 Relatief is de emigratie 2 ‰. Absoluut is dat 2 x 500 (=1‰) is dus 1000 Relatief sterftecijfer 4000 : = 0,008 x 1000 = 8‰ Relatief geboortecijfer 6000 : = 0,012 x 1000 = 12 ‰ Opdracht 11 uit de bundel Afrika (blz 24) Bekend van Land X inw geboorten/jr sterfgevallen /jr -4 ‰ immigranten / jr -2 ‰ emigranten / jr Bereken voor Land X. - -Geboortecijfer ..?.. ‰ -Sterftecijfer ..?.. ‰ -Natuurlijke bevolkingsgroei ..?.. -Natuurlijke bevolkingsgroei ..?.. ‰ -Immigratie …?.. -Emigratie ..?.. -Bevolkingsgroei ..?.. -Bevolkingsgroei ..?.. ‰ Absoluut getal Absolute getallen Snap je het niet? Klik in deze balk ! Klik in de dia voor de antwoorden
5
Opdracht 12 uit de bundel Afrika (blz 24) Als je nog een keer klikt krijg je de antwoorden. Maar snap je hoe het moet? Landen Aantal inwoners (afgerond) Geboortecijfer Relatief /Absoluut Sterftecijfer Geboorteoverschot (+) Sterfteoverschot (-) Arm of rijk ? Nederland 11‰ 11 x = 9‰ 9 x = 2‰ 2 x = + Rijk Duitsland …………………. Kenia ………………. Gambia ……………… Ivoorkust ……………. Afghanistan Snap je het niet? Klik in deze balk !
6
Andersom moet je ook kunnen berekenen!
In een land wonen mensen. Er is een relatief geboortecijfer van 12 ‰ en een relatief sterftecijfer van 8‰. 1 ‰ is dan /1000 = ‰ is dan 12 x 1 ‰ dus 12 x = ‰ is dan 8 x 1 ‰ dus 8 x =
7
De sociale bevolkingsgroei
Het vestigings- of immigratiecijfer min het vertrek- of emigratie cijfer = Het positieve migratiesaldo (vestigingsoverschot) of negatieve migratiesaldo (vertrekoverschot)
8
Bij de ontwikkeling van de bevolking werkt men vaak met relatieve getallen. Deze getallen maakt het vergelijk met andere landen mogelijk. In de BA statistiek 53e dr. staan over Nederland voor het jaar 2006 de volgende gegevens (afgerond); Inwoners Geboortecijfer 11 ‰ Sterftecijfer 9 ‰ Vestigingscijfer 7 ‰ Vertrekcijfer 4 ‰ Migratiesaldo 3 ‰ Hoe groot is de bevolkingsgroei in dat jaar geweest? Natuurlijke bevolkingsgroei is 2‰ en het migratiesaldo is 3‰ De totale relatieve groei is dus 5‰ Omrekenen naar de absolute groei : 1 ‰ is /1000 is mensen 5 ‰ is 5 x 1 ‰ dus 5 x =
9
Leeftijdsdiagram of bevolkingspiramide?
Een grafische weergave van de verdeling van de bevolking naar geslacht en leeftijd. De leeftijd is op de verticale as (y-as) is geplaatst , Onderaan de jongeren en bovenaan de ouderen De kleur blauw geeft de mannelijke bevolking aan en rood/roze de vrouwelijke bevolking? Linkje Interpreteer de bevolkingsgrafiek van Nederland Snel groeiende bevolking Stabiele bevolking Krimpende bevolking Bron figuur: Basisboek De Geo, 8e editie, figuur 7.9, bewerkt. De naam leeftijdsdiagram of bevolkingsdiagram verdient de voorkeur boven leeftijdspiramide. De voorstelling kan immers ook een granaatvorm of urnvorm betreffen. De linkerzijde geeft de mannelijke bevolking weer, de rechter de vrouwelijke bevolking. Doorgaans worden de leeftijdsverdelingen van mannen en vrouwen in één grafiek geplaatst, die van de mannen links en die van de vrouwen rechts van de verticale leeftijdsas. In bevolkingen waarin de vruchtbaarheid langdurig boven vervangingsniveau verkeert, heeft een dergelijke grafische voorstelling de vorm van een piramide. In bevolkingen waarin de vruchtbaarheid langdurig gelijk is aan het vervangingsniveau, is de grafische weergave van de leeftijdsverdeling kegelvormig. Bevolkingen die langdurig te maken hebben met een vruchtbaarheid beneden vervangingsniveau, heeft de grafische leeftijdsverdeling de vorm van een ui. Overigens kan de invloed van het saldo van de buitenlandse migratie, mits voldoende groot, dit beeld gedeeltelijk verstoren. Bron: CBS.
10
Demografische druk Vergrijzing
toename van het aandeel ouderen in de samenleving Ontgroening afname van het aandeel jongeren in een samenleving Demografische druk verhouding tussen ‘productieve leeftijdsgroep' en de ‘niet-productieve leeftijdgroep’ Bron grafiek: De Geo, Globalisering, VWO, figuur 3.11, De leeftijdsopbouw van Tsjechie in Bewerkt met grijze en groene lijn en letters A B C Gemiddeld is in Nederland in 2007 de demografische druk 67%. Veel gemeenten in Zeeland en het noorden en noordoosten van Nederland hebben een hoge demografische druk. De gemeente Rozendaal (bij Arnhem) scoort hiervan het hoogst, maar liefst 96%. Steden hebben over het algemeen een laag percentage. De gemeente Groningen heeft met 45% het laagste percentage. Utrecht en Amsterdam volgen Groningen op met beide 47%.
11
Rijk en arm: bevolkingsdichtheid en bevolkingsgroei.
Relatief veel ouderen Relatief veel jongeren
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.