Paulus en Israël Romeinen 9-11.

Presentatie over: "Paulus en Israël Romeinen 9-11."— Transcript van de presentatie:

1 Paulus en Israël Romeinen 9-11

2 De Olijfboom!

3 Structuur-Romeinenbrief 1:1-6 rechtvaardiging (bekend) evangelie (geheimenis) verzoening 16: :7 kort groeten uitgebreid 16: : gebed voor Paulus 15: :10-13 verhinderd voorgenomen reis verhinderd 15: :14-17 evangelist voorafgaande bediening priester 15: :18-3:20 mensheid gedrag heiligen 12:1-15:7 3:21-4:25 individueel rechtvaardiging volkeren 9:30-10:21 5:1-8:30 individueel verzoening volkeren 11: :31-39 individueel Gods soevereiniteit volkeren 9:1-29

4 vredessymbool: de olijftak

5 ..en als de eerstelingen heilig zijn, dan het deeg ook, en als de wortel heilig is, dan de takken ook… Romeinen 11:16

6 Eerstelingen – deeg: heilig Stijlfiguren: taal van de emotie

7 20 U moet van de eerstelingen van uw deeg een koek als hefoffer brengen. U moet dat, net als het hefoffer, van de dorsvloer brengen. 21 U moet van de eerstelingen van uw deeg Jahweh een hefoffer geven, al uw generaties door. Numeri 15:20,21

8 Wortel – takken : heilig

9 Ontwikkeling in tijd: Wegwerping  verzoening van de wereld
Aanneming  leven uit de doden Eerstelingen  deeg (het geknede) Wortel  takken

10 שרש = wortel (sjoresj) de Messias: Jesaja 11:1,10; 53:2 Juda: 2 Koningen 19:30; Jesaja 37:31 : Efraïm: Hosea 9:16

11 Psalm 80:9-12 U hebt een wijnstok uit Egypte uitgegraven,
de heidenvolken verdreven en hém geplant. U hebt een plaats voor hem bereid en hem wortel doen schieten, zodat hij heel het land vulde. De bergen zijn met zijn schaduw bedekt geweest, zijn takken waren als machtige ceders. Hij breidde zijn ranken uit tot aan de zee, zijn jonge loten tot aan de rivier.

12 Als nu enige van die takken afgerukt zijn, en u, die een wilde (veld- of ongecultiveerde) olijfboom bent, in hun plaats bent geënt en mede deel hebt gekregen aan de wortel en de vettigheid van de olijfboom Romeinen 11:17

13 Uitgebroken takken = ongelovig Israël

14 Wilde olijf

15 Geënt op de edele olijf

16 wat is hét kenmerk in de toepassing van het gebruik van de vruchten van de olijfboom?

17 De gouden kandelaar - olijfolie

18 Olijf  olie  licht  het woord

19 beroem u dan niet tegenover de takken
beroem u dan niet tegenover de takken. en als u zich beroemt: u draagt de wortel niet, maar de wortel u u = enkelvoud  de natiën als geheel Romeinen 11:18

20 u zult dan zeggen: de takken zijn uitgebroken, opdat ik zou worden geënt (11:19)

21 Ideaal! Door ongeloof zijn zij (mv) uitgebroken en u (ev) staat door het geloof; heb geen hoge dunk van uzelf (ev), maar vrees Romeinen 11:20

22 want als God de natuurlijke takken niet gespaard heeft, dan is het ook mogelijk dat Hij u (ev) niet spaart Romeinen 11:21

23 de mildheid en de strengheid van God

24 en ook zij zullen, als zij niet in het ongeloof blijven, geënt worden, want God is machtig hen opnieuw te enten Romeinen 11:23 : Gods trouw!

25 natuurlijke takken wilde takken 2000 jaar, 2 dagen wilde takken natuurlijke takken
uitbreken inenten uithouwen inenten

26 want als u (ev) uitgehouwen bent uit de olijfboom die van nature wild was, en tegen de natuur in op de tamme (lett: ideale of gecultiveerde) olijfboom geënt bent, hoeveel te meer zullen zij die natuurlijke takken zijn, geënt worden op hun eigen olijfboom Romeinen 11:24

27  Vele volken zullen gaan en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van Jaweh, naar het huis van de God van Jakob; dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen, en zullen wij Zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de Thora uitgaan, en het woord (dabar) van Jahweh uit Jeruzalem. Jesaja 2:2,3