Mt20:17-34; 21:1-11 CONFERENTIE AMERONGEN 2008 Op weg naar Jeruzalem - vragen en ontvangen -

Presentatie over: "Mt20:17-34; 21:1-11 CONFERENTIE AMERONGEN 2008 Op weg naar Jeruzalem - vragen en ontvangen -"— Transcript van de presentatie:

1 Mt20:17-34; 21:1-11 CONFERENTIE AMERONGEN 2008 Op weg naar Jeruzalem - vragen en ontvangen -

2 VRAGEN, GEVEN, ONTVANGEN Honderdvoudig ontvangen, eeuwig leven beërven 19:29 … zal Ik u geven 20:4 Is het Mij niet geoorloofd met het mijne te doen wat Ik wil? 20:15 …overgeleverd… zijn leven te geven tot losprijs voor velen 20:17, 34

3 DE VERHEVEN KONING OPKLIMMEN: een voorbeeld in lijden 20:17-19 TROONSBESTIJGING: een les in ootmoed 20:20-28 De Koning ZIEN: ontferming van de Zoon van David 20:29-34 De Koning PRIJZEN: lofprijzing voor de Zoon van David 21:1-11

4 DE VERHEVEN KONING OPKLIMMEN: een voorbeeld in lijden 20:17-19 Geen aanbidding voor de HEER, - maar verraad van de Koning (door de Joden) - …en kruisiging (door de Romeinen)

5 DE VERHEVEN KONING TROONSBESTIJGING: een les in ootmoed 20:20-28 Twaalf tronen van heerlijkheid 19:28 Twee tronen, zonder kruis 20:22 Vragen om een troon is vragen om lijden OOTMOED: - onderwerping aan de wil van de Vader - dienen van velen, ten koste van een hoge prijs

6 DE VERHEVEN KONING De Koning ZIEN: ontferming van de Zoon van David 20:29-34 Vragen om de Koning te zien Genezing van mensen die in zichzelf opgesloten waren Genezing in ontferming, niet in het zoeken van eigen glorie Genezing van anderen, niet om zichzelf te redden

7 DE VERHEVEN KONING De Koning PRIJZEN: lofprijzing voor de Zoon van David 21:1-11 - De HEER heeft ze nodig 21:3 - Zelfopenbaring met majesteit - Zelfopenbaring in zachtmoedigheid - Indrukwekkende majesteit 21:10v.

8 Vragen ter bespreking 1. De Heer vertelde in 20:17-19 niet alles wat gebeuren zou; waarom niet? waarom dit wel? 2. Hoe brengen wij onderdanigheid (20:23), nederigheid (20:25v.), en dienstbaarheid (20:27v.) in de praktijk? 3. Waarom vermeldt Mt dit wonder in 20:29-34, temidden van zoveel grote gebeurtenissen? 4. De Heer Jezus claimt zijn autoriteit in heel Mt21, terwijl Hij nederig en zachtmoedig (20:28, 21:5) de stad Jeruzalem was binnengetreden; wat wil Hij daarmee van Zichzelf laten zien? Wat houdt dat voor ons in?