Download de presentatie
GepubliceerdElias Wouters Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
EVALUEREN in de derde graad fysica
19 maart 2008 Stuurgroep fysica
2
Werkten mee Carpels Anne Coene Bart Debusschere Marc
Decruyenaere Sofie Diels Tamara Pauwels Karel Schoonackers Marc
3
Programma 1 Evaluatiekader 2 Voorbeelden van slecht evalueren
3 Discussie forum 4 Evaluatie labo 5 Doevragen, Peerevaluation, Videovragen 6 Vragenbank
4
Kader Het doel van een evaluatie is informatie verzamelen omtrent het bereiken van de leerplandoelstellingen. Met die informatie moet de leerkracht kunnen remediëren, delibereren of een oriënteringsadvies geven.
5
Kader De vragen dienen gespreid te zijn over alle kennisinhouden,vaardigheden en oefeningen die je onderwezen hebt. Niet alleen identieke (reproductieve) vragen, maar ook nieuwe (productieve) en complexere maar herkenbare vragen dienen aan bod te komen. Het is handig om een verzameling vragen per onderwerp, per leereenheid of per hoofdstuk aan te leggen en hieruit een keuze te maken. Het is evident dat je in de les (of toets) 'typevragen' leert aanpakken zodat de beoordelingswijze en de foutenweging op het examen niet zouden verrassen.
6
Kader Een correctiemodel of antwoordmodel is noodzakelijk. Dit correctiemodel geeft de belangrijkheid van de antwoordelementen en van de fouten aan. Op die manier kan je objectief verbeteren. Een 'horizontale' correctie analyseert de fouten per vraag gelijktijdig en is aan te bevelen.
7
Beoordelingscriteria
Een examen moet gedifferentieerd zijn om de minimale competentie te kunnen bepalen.
8
Beoordelingscriteria
Een examen bevat liefst ¾ kernvragen en ten hoogste ¼ differentieervragen. Kernvragen handelen over ‘voortgangsleerstof’ naar een volgend jaar of naar het hoger onderwijs. De helft van de leerlingen moet deze vragen aankunnen, bij een normale instroom.
9
Beoordelingscriteria
Een examen moet aanvaardbaar zijn voor alle betrokkenen om betwistingen te voorkomen.
10
Beoordelingscriteria
Een examen is een leerinstrument en door een (leer)inzage kunnen de resultaten snel gemotiveerd worden.
11
Een goed examen Verdeling van denkactiviteit over: Reproductie
Identificatie Productie Creatief- en kritisch inzicht
12
Een goed examen Verdeling van vaardigheden: Verbanden aantonen
Uit waarnemingen en resultaten van experimenten besluiten kunnen trekken én kunnen verklaren Kunnen omgaan met informatie (tabel, tekst, grafiek, schema)
13
Een goed examen Voldoende variatie (onbegrensde, begrensde, open vragen) Eenduidige vragen Hanteer herkenbare vragen Gebruik werkwoorden die duidelijk aangeven wat de leerlingen moeten doen Geef duidelijke antwoordinstructies
14
Een goed examen Geef veel (voldoende) vragen, maar hou rekening met de tijd om ze op te lossen. Zorg bij oefeningen voor een realistisch antwoord (een gevaar bij wijzigen van gegevens in vraagstukken) Bij meerkeuzevragen hou je rekening met een aantal vuistregels Zorg ervoor dat de opdracht voldoende afgebakend is
15
Een goed examen Hou rekening met de beschikbare tijd, want de moeilijkheidsgraad wordt ook hierdoor bepaald Splits samengestelde vragen op in deelvragen en nummer de deelvragen
16
Een goed examen Vermijd (teveel) kettingvragen: stel dus ‘onafhankelijke’ vragen; een goed antwoord op een vraag mag geen voorwaarde zijn om andere vragen op te lossen, tenzij men voorziet bij de correctie rekening te houden met een eventuele beginfout. Aanbeveling: overmaat aan korte antwoordvragen en enkele lange antwoordvragen, afhankelijk van het niveau.
17
Layout Goed leesbare tekst Overzichtelijk Net Correcte taal gebruiken
Afkortingen vermijden Voldoende antwoordruimte voorzien als de leerlingen op het vragenblad zelf werken
18
Normering 'Evenredige' verdeling van de punten over de verschillende leerstofdelen Cijfers moeten gemotiveerd zijn Onderscheid maken bij de beoordeling tussen zware elementaire fouten en kleine fouten of aanvaardbare missers Een vooraf opgemaakt correctiemodel en een beoordelingsprocedure is handig en bevordert de objectiviteit én de betrouwbaarheid van de beoordeling
19
Normering Vermijd ongunstige herleiding van laag naar hoog
Noteer behaalde punten én het puntenmaximum per vraag Een noodzakelijke correlatie is nodig tussen de eigen manier van lesgeven enerzijds en de vorm waarin men gaat meten en evalueren: de leersituatie en de wijze van lesgeven (gebruik van hulpmiddelen) moet aansluiten met de wijze van evalueren
20
Examen als geheel Verdeling korte en lange antwoordvragen
Verdeling van vaardigheden Verdeling over de te toetsen leerstof Moeilijkheidsgraad: verhouding tot het niveau van de leerlingen Evenredige puntenverdeling in het geheel, maar ook per vraag
21
Examen als geheel Worden de leerplandoelstellingen voldoende getoetst en de beoogde eindtermen Aantal vragen en de moeilijkheidsgraad in functie van de beschikbare tijd Essentie binnen de studierichting
22
Voldaan aan de criteria?
1 Meerkeuzevragen met 1 juist antwoord 2 Juist of fout vragen met verklaring 3 Reproductievragen 4 Vragen met grafieken 5 Rekenvragen 6 Inzichtvragen 7 Doe vragen
23
Discussie Voorbeelden Evaluatie van een examen
24
Evalueren van labo Documenten
25
Doevragen en videovragen
Voorbeelden
26
Vragenbank A Elektriciteit elektrostatica en elektrodynamica
B Magnetisme en elektromagnetisme C Wisselspanning D Mechanica statica , dynamica en evenwicht E Elektronica F Trillingen en golven geluid en em G Kernfysica H Fluida: hydrostatica en hydrodynamica
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.