Download de presentatie
1
Voorstelling winteractieplan
Kris Van Boven 12/10/2010 Heusden-Zolder
2
Agenda DEEL 1 wat verstaan we onder winterdienst?
Onze organisatie in het kader van de winterdienst Tools en werkwijze Materieel en materiaal Fietspaden Samenwerking met provincies Winterdienst vorig jaar Initiatieven PAUZE DEEL 2 Smeltmiddelen, presentatie door dhr Benny Geukens
3
wat verstaan we onder winterdienst?
De winterdienst is een dienstverlening ten gunste van de weggebruikers en de economie van het gewest. Het behoud van normale verkeersomstandigheden wordt nagestreefd in alle niet uitzonderlijke wintersituaties Hierbij wordt ook nagestreefd de belasting voor het milieu beperkt te houden Gladheidsbestrijding is een inspanningsverbintenis, geen resultaatsverbintenis
4
wat verstaan we onder winterdienst?
Wanneer? De uitvoering van de winterdienst loopt van de 3de maandag van oktober tot de 4de maandag van april
5
Onze organisatie in het kader van de winterdienst
Technische richtlijnen HR POP AOP
6
Onze organisatie in het kader van de winterdienst
Technische richtlijnen betreffende de uitvoering van de winterdienst Dientsorder MOW/AWV 2008/21 Organisatie van de winterdienst beschreven Verschillende rollen en hun taken Hoe te strooien communicatie
7
Onze organisatie in het kader van de winterdienst
Wintertoestand 1(WT1) Verschillende zwaardere wintertoestanden(sneeuwbuien, ijzel) met in de tijd beperkte invloed op het verkeer Beslist op districtsniveau Wintertoestand 2(WT2) Zware en blijvende wintertoestand(langer dan 24u)waarbij vorst en algemene sneeuwval zorgen voor ernstige storingen in het verkeer Coördinatie op afdelingsniveau Wintertoestand 3(WT3) Wanneer wintertoestand 2 een hard en bestendig karakter vertoont met een mogelijke ontreddering van de economie van het land tot gevolg Coördinatie op niveau agentschap
8
Onze organisatie in het kader van de winterdienst
Huishoudelijk Reglement (H.R.) (WT1) Opgemaakt op districtsniveau Het HR bevat: Beurtrol voor verschillende actoren die deelnemen aan winterdienst Lijst van de te bestrooien wegen in volgorde van prioriteit Beschrijving van de wegen- en fietspadentrajecten Lijst met aannemers en hun respectievelijke te strooien traject
9
Onze organisatie in het kader van de winterdienst
Verschillende strooiroutes per district voor gewestwegen en fietspaden
10
Onze organisatie in het kader van de winterdienst
aannemers Externe aannemers die met AWV een contract afsluiten en die hun vrachtwagen met chauffeur ter beschikking stellen Totaal: 295 Antwerpen 46 Vl Br 43 W-Vl 72 O-Vl 80 Limburg 54
11
Onze organisatie in het kader van de winterdienst
Enkele Cijfers Winterdienst 2009 – 2010 +/ ton zout gestrooid Gemiddeld wordt er ton zout gestrooid (gemiddelde over de afgelopen 20 jaar) Begin januari 2010 reeds ton zout gestrooid!
12
Onze organisatie in het kader van de winterdienst
Provinciaal Organisatie Plan (P.O.P) (WT2) Opgemaakt op afdelingsniveau Duidt het prioritair wegennet aan dat bij voorrang moet behandeld worden Vanaf komende winter bevat dit ook de prioritaire strooiplannen Beurtrol provinciaal coördinator
13
Onze organisatie in het kader van de winterdienst
Algemeen organisatieplan (WT3) Opgemaakt op Gewestelijk niveau Beurtrol personeelsleden belast met coördinatie voor de Vlaamse Overheid Beschrijft de noodactieplannen voor verdeling van materieel en smeltmiddelen Beurtrol Communicatieverantwoordelijke
14
Tools en werkwijze Welke tools hebben we om de winterdienst uit te voeren Iceview Meteo Wing Meetstations en voorspellingstations 9 klimatologische zones Andere metereologische sites (KMI) (meteowing) registratieprogramma AWV
15
Klimatologische zones
16
Tools en werkwijze Leidinggevende in district baseert zich op deze tools om de te nemen actie te bepalen. Welke beslissingen? geen interventie beslist Inspectie gepland Lokale bestrooiing gepland Algemene preventieve bestrooiing gepland Algemene curatieve bestrooiing gepland Algemene curatieve bestrooiing met sneeuwruiming gepland
17
Tools en werkwijze Werkwijze bij algemene bestrooiing (preventief of curatief) Aannemers komen toe op het district en plaatsen de strooier op hun vrachtwagen en worden hierna geladen met zout en pekel door onze eigen arbeiders Aannemers rijden de respectievelijke trajecten en onze mensen doen de nodige inspecties Indien nodig zal de aannemer een tweede maal het traject strooien. Na het strooien worden de strooiers afgewassen en teruggeplaatst
18
materieel Aankoop Materieel Zoutstrooiers
Totaal 359 strooiers eigendom van AWV Automatisch strooien In 1999 was er al een prototype dat automatisch werd aangestuurd +/- 180 strooiers uitgerust tegen eind 2010 Voordelen Verhoogde verkeersveiligheid Optimale strooierinstellingen Flexibele personeelsplanning Complexe routes perfect gestrooid Duurzaam en milieuvriendelijk Zoutverbruik beperken (niet teveel laden)
19
materieel Soorten strooiers Droogstrooiers Natstrooiers Combistrooiers
Geen goede aankoop Veel Nacl gaat verloren Natstrooiers Nacl wordt eerst bevochtigd met pekel(*) alvorens het de strooier verlaat (grotere efficiëntie) Enkel sproeien van pekel mogelijk maar met lage autonomie Meerkost t.o.v. droogstrooier is +/- 6000€ Kostprijs: +/ € Combistrooiers Testfase: 1 strooier per afdeling Mogelijkheid tot enkel sproeien met pekel met grote autonomie (+/ liter) Spuitwagen Enkel met pekel (geen markt voor) (*) pekel=water dat bijna of volledig is verzadigd met zout (NaCl)
20
Droogstrooien versus natstrooien
Zout wordt in de aangeleverde vorm op de weg gebracht. Zoutkorrels trekken vocht aan, hierdoor ontstaat pekel. Deze «water-zout» oplossing heeft een lager vriespunt dan water. De pekel smelt het ijs. De pekel lost verder op en het ijs blijft smelten tot het zoutgehalte van het smeltwater te gering is geworden.
21
Droogstrooien versus natstrooien
Het smeltproces kan worden verkort door het dooimiddel voordat het op het wegdek komt met pekel te vermengen. Veel minder snel verwaaiing. Geschikter voor preventief strooien. Grote voordelen voor de strooisnelheid. Strooier uitbreiden met een pekeltank. Calciumchloride blijft langer kleven aan het wegdek.
22
materieel Natstrooier: Droogstrooier:
23
Droogstrooien versus natstrooien
24
materieel Aankoop materieel Sneeuwploegen Wielladers Totaal 177st
Op autosnelwegen best in cascade werken Wielladers Totaal 34st Laden van zout in strooier In het kader van het automatisch strooien voorzien we nu ook in een weegcel.
25
materieel Sneeuwploeg:
26
materieel Wiellader:
27
materiaal Zoutopslag Horizontale silo’s Verticale silo’s
aandachtspunten: Risico op gewelfvorming Na winter leeg maken Vullen met grof zout (% H2O is lager)
28
materiaal Pekeltank/sitern en/of aanmaakinstallatie
Tank van liter Vulling met pomp of gravitair Aandachtspunten: Vultijd laag houden Ringleiding aanleggen Vooraf vullen met pekel
29
materiaal pekeltank
30
fietspaden Materieel:
Ideaal: smalspoorvoertuig met veegcombinatie en pekelstrooier Waarom pekel? Nacl heeft geen afdoende werking op fietspaden omdat fietspaden te weinig worden bereden Pekel is Nacl reeds in oplossing en dus direct werkzaam Bij hevige sneeuwval is volgende combinatie beter: ruimen ïƒ borstelen ïƒ pekelen
31
fietspaden Problematiek
Heel moeilijk aannemers te vinden ïƒ lange trajecten ïƒ lange strooitijd toekomst Vragende partij voor samenwerking met gemeenten en steden Samenwerking met Agro - aanneming
32
Samenwerking met provincie
Op vraag van gouverneurs Per provincie werd een arrondissementscommissaris aangesteld die contact heeft met de vlaamse overheid (AWV) Bijstand geven aan gemeenten en steden bij zouttekort Wordt geïntegreerd in ons winteractieplan Oproep tot geven van eerlijke informatie
33
Winterdienst vorig jaar
Om in de sfeer te komen: Videofragment: Videofragment: (06/01/10)
34
Winterdienst vorig jaar
Ter herinnering: 17/12/09: eerste zware sneeuwval in Vlaanderen 20/12/09: eerste tekenen van schaarste aan zout 06/01/10 tot 10/01/10: zeer zware sneeuwval Acuut tekort aan strooizout Gouverneurs trekken aan de alarmbel 10/02/10(witte woensdag): sneeuwval op cruciaal moment (ochtendspits) en op cruciale as (Antwerpen – Brussel) Na 10/02/10: geen strooizout meer te verkrijgen AWV gaat over tot strooien van enkel de prioritaire wegen
35
initiatieven Na evaluatie van de vorige winterperiode zijn er volgende initiatieven genomen Zoutvoorraad Prioritaire strooiplan winteractieplan
36
initiatieven Zoutvoorraad
Nu reeds voorraad in Vlaanderen op niveau gebracht van januari Hoeveelheid zout voorradig gelijk aan de hoeveelheid om minimaal 10 en maximaal 17 maal alle trajecten te strooien Concreet: +/ ton zout in districten reeds aanwezig i.p.v. +/ ton vorig jaar Tip: voorraadbeheer in steden en gemeenten
37
initiatieven Prioritair strooiplan Van kracht vanaf WT2 Waarom?
Op voorhand communiceren lost veel problemen op Op papier zetten wat we in de praktijk al deden Wat houdt dit prioritair strooiplan in? Voor het eerst overleg op niveau van Agentschap om plan van aanpak bij WT2 op voorhand uit te werken Herschikking van beschikbare middelen Voorrang aan sneeuw- en ijsvrijmaken van A-wegen en R-wegen Onderliggend wegennet zal pas later bediend worden In de praktijk zullen een aantal gewestwegen op dat moment zelfs niet meer gestrooid of geruimd worden
38
winteractieplan Het winteractieplan is in opmaak (finalisering eind oktober 2010) Doelstellingen: Betere communicatie tussen verschillende spelers Meteowing Politie AWV Verkeerscentrum Transportfederaties Automobilistenverenigingen De Lijn VVSG provincies
39
Winteractieplan Opzet
Bij zeer kritische weersomstandigheden die van invloed zijn op verkeersdoorstroming: weersvoorspelling op dag – 2 AWV pleegt overleg met verkeerscentrum voor het bepalen van de maatregelen Indien weersomstandigheden inderdaad van invloed op verkeersdoorstroming: AWV ligt politie en andere diensten in (stil alarm) Tegelijkertijd verscherpt toezicht op weersomstandigheden door meteowing (3x/dag weerupdate) Briefing op dag – 1 Bij aanhoudende wintertoestand Oprichting crisisteam zoals beschreven om de communicatiestromen te verbeteren en te vergemakkelijken
40
aandachtspunten Doe aan voorraadbeheer
Natstrooien ïƒ 20% minder zoutverbruik!!! Fietspaden: borstelen en pekelen efficiënter dan strooien voor meeste weersomstandigheden Paswoord en login verkrijgbaar bij provincie
41
Einde deel 1 Zijn er nog vragen?
42
PAUZE
43
smeltmiddelen presentatie door dhr Benny Geukens over gladheidsbestrijding
44
smeltmiddelen Inhoudsopgave 1. FUNCTIE DOOIMIDDELEN 1.1. Werking
1.2. Eigenschappen 2. DOOIMIDDELEN 2.1. Alternatieve dooimiddelen 2.2. Zouten in vaste vorm 2.3. Zoutoplossingen (pekel) 2.4. Neveneffecten 3. Fluisterasfalt (ZOA) 3.1. specifieke eigenschappen 3.2. gladheidsbestrijding op fluisterasfalt 4. Toekomstvisie
45
smeltmiddelen 1. FUNCTIE DOOIMIDDELEN 1.1. Werking
De werking van een dooimiddel is afhankelijk van de volgende punten : Smeltcapaciteit de hoeveelheid ijs die 1 kg zout kan doen smelten bij een temperatuur van -5°C Smeltsnelheid de snelheid waarmee een dooimiddel in oplossing gaat. vriespuntverlaging : het aantal graden verlaging van het punt waarbij het water na toevoeging van een hoeveelheid zout zal bevriezen.
46
smeltmiddelen 1.2. Eigenschappen
De smeltcapaciteit is zeer afhankelijk van de temperatuur. Bij afnemende termperatuur vermindert de smeltcapaciteit. De smeltcapaciteit van natriumchloride is groter dan die van calciumchloride. Bij temperaturen beneden -10°C zijn beide dooimiddelen minder effectief.
47
smeltmiddelen
48
smeltmiddelen Bij lagere termperatuur zal men, door vermindering van de smeltcapaciteit, de dosering verhoudingsgewijs moeten verhogen om dezelfde dooiwerking te verkrijgen. Het aanwezige vochtgehalte op en in het wegdek is zeer belangrijk, vooral bij preventief strooien. (zie ZOAB)
49
smeltmiddelen De smeltsnelheid wordt beïnvloed of de oplossing endotherm of exotherm wordt gevormd. Onder gelijke omstandigheden werkt calciumchloride sneller dan natriumchloride De korrelgrootte : een fijner product is sneller opgelost dan een grof product, en werkt dus sneller. Het vriespuntverlagend effect speelt enkel een rol bij preventief strooien. Het vriespuntverlagend effect is weergegeven in volgende tabel.
50
smeltmiddelen 2.1. Alternatieve dooimiddelen
Natrium en Calcium chloride de beste oplossing.
51
smeltmiddelen 2.2. Zouten in vaste vorm 2.2.1. Geraffineerd zout
Oplosmijnbouw Zout met een zeer hoge zuiverheid Een kleine en gelijke korrelgrootteverdeling Heeft reeds 2,5% vocht voor een goede hechting aan het wegdek Steenzout Traditionele mijnbouw Zout niet gezuiverd Gehalte natriumchloride is lager Verontreinigingen zijn nog steeds aanwezig Korrelgrootte is gemiddeld grover en onregelmatiger Zeezout Verdamping van zeewater Zeer onregelmatige korrelverdeling
52
smeltmiddelen (*) Op basis van droge stof
(**) Ook grovere fracties zijn te verkrijgen (***) Anti-bakmiddel wordt toegevoegd om klontering te voorkomen. Meestal wordt geel bloedloogzout gebruikt.
53
smeltmiddelen 7cm 7cm Steenzout geraffineerd zout
54
smeltmiddelen Geraffineerd zout versus steenzout en zeezout
Verschillen in korrelgrootte en zuiverheid hebben groot effect op de dooiwerking ïƒ Het percentage werkbare stof 99,9% ïƒ Homogene korrelgrootteverdeling, optimale en zuinige dosering ïƒ Kleinere korrels versus grovere korrels 1. smeltsnelheid ïƒ De kleine korrels van het geraffineerd zout lossen sneller op dan de grotere 2. wegspringen van het wegdek ïƒ Deze «spring»-effecten nemen aanzienlijk af naarmate de korrels kleiner en vochtiger zijn 3. het actiefoppervlak ïƒ Het actiefoppervlak van een fijnzout is ca 6x groter dan van het grof zout 4. contactoppervlakte ïƒ Groter contactoppervlak door meer korrels per m³, de dooiwerking van geraffineerd zout treedt sneller op
55
smeltmiddelen Korrelgrootte mm Bij 15 gram per m²
56
smeltmiddelen 2.2.4. Calciumchloride in vaste vorm
Twee grote voordelen : Een exothermisch oplosgedrag. (warmte komt vrij tijdens het oplossen) Is bij grote koude (-30° C) nog effektief Nadeel : prijs
57
smeltmiddelen Calciumchloride schilfers
58
smeltmiddelen 2.3. Zoutoplossingen (pekel)
Natriumchloride in een 23% oplossing Calciumchloride in 33% oplossing Calciumchloride-oplossingen 33% oplossing is de meest economische voor aanvoer en opslag Toepasbaar tot zeer lage temperaturen
59
smeltmiddelen
60
smeltmiddelen 2.3.2. Natriumchloride-pekel
Concentratie hoger dan 23% dient vermeden te worden Maximaal toepasbaar bij -21° C.
61
smeltmiddelen
62
smeltmiddelen 2.3.3. Eigenschappen van zoutoplossingen
Calciumchloride kan zonder problemen aangevoerd worden in een 33% oplossing Natriumchloride is het beste op te lossen op de plaats van gebruik. Veiligste gebruiksoplossing 16-20% Calciumchloride neemt sneller vocht op uit de atmosfeer waardoor het langer aan het wegdek blijft kleven. Bij relatieve vochtigheid groter dan 35% blijft calcium-chloride vochtig terwijl zout opdroogt en van het wegdek waait. Aanmaken van natriumchloride pekel Concentraties boven de 23,3% dienen vermeden te worden Dehydratatie-vorm, niet reversibel en de kristallen kunnen niet meer in oplossing. De zuiverheid van het gebruikte zout
63
smeltmiddelen Geraffineerd zout het meest geschikt.
Kleinere korrel gaat vlugger in oplossing.
64
smeltmiddelen 2.4. Neveneffecten
Het gebruik van een middel heeft altijd voor- en nadelen. Maar de nadelen wegen niet op tegen de voordelen. Corrosie Het wegenzout is het minst corrosief van alle chloriden
65
smeltmiddelen 2.4.2. Milieu Schade aan planten en andere vegetatie
Belasting oppervlaktewater Belasting grondwater De schade aan vegetatie door wegenzout is beperkt Wegenzout is nog steeds het minst schadelijk voor het milieu Vermindering van zoutverbruik door nieuwe technieken
66
smeltmiddelen
67
smeltmiddelen Kosten Het zout (NaCl) is nog steeds het goedkoopste.
68
smeltmiddelen 3. FLUISTERASFALT (ZOA) 3.1. Specifieke eigenschappen
een afwijkend temperatuurgedrag een afwijkend vochtgedrag een afwijkend gedrag om zout op het wegdek te houden Temperatuurgedrag ZOAB bevriest gemiddeld een half uur vroeger. Temperatuurdaling gaat meestal gepaard met een koude wind. In plaats van een isolerende werking een betere geleider. Bij stijgende temperaturen blijft ZOAB een half uur langer onder 0° C. Relatief hoge isolatiewaarde. Koude ondergrond houdt het wegdek langer koud.
69
smeltmiddelen ZOA ZOA ZOA SMA
70
smeltmiddelen Vochtgedrag Zoutgedrag
Door de holle ruimten kan fluisterasfalt 6x meer water bevatten. Het zout wordt opgelost in dit water, waardoor in plaats van de verwachte 2° C vriespuntverlaging maar ca 0,5° C. is. Zoutgedrag Zout zakt voor een gedeelte in de poriën. Het verkeer zorgt dat het zout naar de oppervlakte wordt verplaatst (zogenaamde airpumping).
71
smeltmiddelen 3.2. Gladheidsbestrijding op fluisterasfalt
Bij ijzel preventief strooien volgens de natstrooimethode : 20 g/m² dooimiddel. Dit is 16 g/m² van vast dooimiddel en 4 g/m² pekel. Bij aanhoudende ijzel strooiacties herhalen met de droogzoutmethode. Na ijzelval de ijzellaag met de natzoutmethode bestrijden.
72
smeltmiddelen * Incl. Zout, gehalte, pekel
73
smeltmiddelen 4. Toekomstvisie Gladheidmeldsystemen
74
smeltmiddelen Vragen? Bedankt voor uw aandacht
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.