De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Wout Ultee Hedendaagse sociologische theorieën

Verwante presentaties


Presentatie over: "Wout Ultee Hedendaagse sociologische theorieën"— Transcript van de presentatie:

1 Wout Ultee Hedendaagse sociologische theorieën 19-11-2009
Interdependenties en ongelijkheden Waarom verandert een trend van richting? Wout Ultee Hedendaagse sociologische theorieën Naar aanleiding van Nico Wilterdink, Ongelijkheid en interdependentie, 1993 en Nico Wilterdink, De ontwikkeling van sociaal-economische ongelijkheid in de wereld, 2000

2

3 Wilterdinks onderzoekbevindingen uit 1993 :
Na decennia van daling, nam sinds 1970 in de VS de inkomens- en vermogensongelijkheid toe, in andere industrielanden als het Verenigd Koninkrijk en Zweden was er ook een daling geweest en begonnen deze ongelijkheden toen ook toe te nemen, zij het dat de denivellering in Nederland pas midden 1980 begon en nu al enkele jaren tot stilstand is gekomen

4 Inkomen uit uitkeringen
Meervoudige bevinding voor inkomensongelijkheden: Inkomen uit kapitaal Inkomen uit arbeid Inkomen uit uitkeringen

5 Wilterdinks methodologisch inzicht :
Wilterdinks vraag : Waarom toen deze nivellering en later deze denivellering? Wilterdinks methodologisch inzicht : De omkering moet met dezelfde hypothese worden verklaard als de trend Ultee’s toevoeging : En de late omkering voor Nederland ook

6 Als een land een rechtse regering krijgt, nemen de ongelijkheden toe
De door Wilterdink as oppervlakkig verworpen hypothesen : Als zich in een land een laagconjunctuur voordoet, nemen de ongelijkheden toe In laagconjunctuur, maar bij opleving na 1985 ook toename ongelijkheid Als een land een rechtse regering krijgt, nemen de ongelijkheden toe Ook in links Zweden namen de ongelijkheden toe

7 Hoe diep graaft Wilterdinks eigen hypothese?
Vasthouden : Hoe diep graaft Wilterdinks eigen hypothese? Uitkomst : Wilterdink onderscheidt onvoldoende tussen hoger-niveau en lager-niveau hypothesen Wilterdink plaatst een nieuwe lager-niveau hypothese naast de lager-niveau hypothesen over conjunctuur en politiek

8

9 Elias’ interdependentieBEGRIP
Uitgangspunt van Wilterdinks theoretische overwegingen : Elias’ interdependentieBEGRIP Ultee: maar hoe luidt Wilterdinks interdependentieHYPOTHESE? Verruiming van interdependentienetwerken doet ongelijkheden toenemen, Verdichting van interdependentienetwerken doet ongelijkheden afnemen ‘Deze stellingen zijn echter nog te algemeen’ ‘Een globaal antwoord moet hier volstaan’

10 De bevinding gaat over industrielanden
Vergelijk de bewoordingen van Wilterdinks bevinding met de bewoordingen van Wilterdinks hypothese : De bevinding gaat over industrielanden De hypothese gaat niet over (industrie)landen, maar over interdependentienetwerken De inwoners van een industrieland vormen een interdependentienetwerk, maar ze kunnen natuurlijk ook afhankelijk zijn van de inwoners van andere landen

11 Wilterdinks hypothese herformuleerd als een hypothese over landen:
Hoe sterker de inwoners van een land van elkaar afhankelijk zijn, des te kleiner zijn de vermogens- en inkomensverschillen tussen hen

12 Ga uit van deze hypothese
Welke bijkomende veronderstellingen moet Wilterdink dan maken om zijn bevindingen te verklaren ? Tot 1970 werden de inwoners van elk industrieland van de wereld meer afhankelijk van elkaar, daarna minder afhankelijk

13 Dat is ad hoc Lees Wilterdinks hypothese als een hoger-niveau hypothese en kom met een lager-niveau hypothese Hoe opener de economie van een industrieland, des te groter de ongelijkheden in dit land

14 dan worden de werkgevers en aandeelhouders in dit land
Met welke bijkomende verondersteling van de hoger-niveau naar de laatste lager-niveau hypothese ? Als de economie van een industrieland opener wordt door afschaffing van invoerrechten op eindproducten uit industrialiserende landen met lage lonen, dan worden de werkgevers en aandeelhouders in dit land minder afhankelijk van de werknemers in dat land

15 daarna werden deze rechten verlaagd en soms geheel afgeschaft
Met welke bijkomende veronderstelling van deze lager-niveau hypothese naar Wilterdinks bevindingen ? Tot 1970 was in industrielanden de invoer van eindproducten uit industrialiserende landen met lage lonen door heffingen zo goed als onmogelijk, daarna werden deze rechten verlaagd en soms geheel afgeschaft

16 Nieuwe Wereldhandelsovereenkomst van 1975
Klopt iets van deze bijkomende veronderstelling? Ja Nieuwe Wereldhandelsovereenkomst van 1975 Maar waarom dan VS omkering trend in 1970 en Nederland omkering trend in 1985 ? En waarom daling inkomen uit uitkeringen ?

17 Werden de markten voor eindproducten in de VS al voor 1975 vrijer?
Opgeworpen en door Wilterdink niet beantwoorde onderzoeksvraag : Werden de markten voor eindproducten in de VS al voor 1975 vrijer?

18 De markten van industrielanden voor eindproducten werden opener,
Het hele verhaal ? De markten van industrielanden voor eindproducten werden opener, Maar de wereldmarkt voor olie werd minder vrij door het kartel van de OPEC En daarom werd de voornaamste energiebron en grondstof van de rijke INDUSTRIElanden duurder

19 Tweede lager-niveau hypothese :
Hoe minder vrij de markten voor energiebronnen in een industrieland, des te duurder de prijs van energie er is, des te lager de koers van de munt van dit land, des te groter de schulden van dit land en des te lager de uitkeringen in dit land

20 Wat klopt er van deze bijkomende veronderstelling ?
Bijkomende veronderstelling bij deze tweede lager-niveau hypothese voor Nederland : De inkomsten van de Nederlandse staat stegen door de aardgasbel bij Slochteren, terwijl die van andere industrielanden zonder deze unieke energiebron daalden Opgeworpen vraag: Wat klopt er van deze bijkomende veronderstelling ?

21

22 evenals Elias, Brinkgreve & Korzec, Franke
Wilterdink 1993 evenals Elias, Brinkgreve & Korzec, Franke heel veel aandacht voor de vaststelling van het te verklaren verschijnsel Maar ze toetsen de bijkomende veronderstellingen uit de verklaring zelf nauwelijks

23 wel een toetsing van bijkomende veronderstellingen?
Wilterdink 2003 in tegenstelling tot Wilterdink 1993 wel een toetsing van bijkomende veronderstellingen?

24 Wilterdink verlaat het kader van zijn oude figuratiesociologie
Neen Wilterdink verlaat het kader van zijn oude figuratiesociologie met haar verklaringen voor trends gedurende een eeuw met behulp van hypothesen over de gevolgen van interdependenties binnen landen en tussen landen

25 Wilterdinks vragen blijven gaan over ongelijkheden
Maar nu niet alleen ongelijkheden binnen industrielanden, Ook ongelijkheden tussen landen en ongelijkheden tussen alle inwoners van de aarde en de trends daarin sinds 1800

26

27 En terwijl in 1993 een globaal antwoord moest volstaan,
worden nu suggesties voor een verklaring gegeven En die suggesties hebben niet alleen betrekking op interdependenties Maar tevens op tijden voor 1800 Wilterdink gaat naar Lenski verwijzen en de figuratiesociologie wordt tot een ecologisch en technologisch-ideologisch evolutionisme

28

29 Absolute macht bestaat niet
Volgende keer De Swaan Hoeveel macht A ook over B heeft, A is altijd in een bepaald opzicht en in zekere mate afhankelijk van B Absolute macht bestaat niet


Download ppt "Wout Ultee Hedendaagse sociologische theorieën"

Verwante presentaties


Ads door Google