Wat gaan we doen? • herhalen: werkwoordsspelling

Presentatie over: "Wat gaan we doen? • herhalen: werkwoordsspelling"— Transcript van de presentatie:

1 Wat gaan we doen? • herhalen: werkwoordsspelling
samenvatten, citeren, parafraseren feedback op onderzoek

2 huiswerk vorige keer Oefen zeker twee uur met SNS. Doe wat nodig is.
gelukt? Ik loop meestal een keer langs alle bankjes om te vragen hoe dingen gegaan zijn.

3 … weet je nog?

4 waarom fout? ‘De verdachten slieppen in de verduisterdde cel en wachtte op het oordeel dat door de rechter gevelt zou worden. Tetrwijl zei soezden en aldus wegdroomden, vatte de bewakers het plan op om alle cellen te openden.’ 1. benoem persoonsvorm en onderwerp 2. ga volgens het schema na welke functie en tijd de andere werkwoorden hebben 3. verbeter de fouten.

5 hoe gaat het met de woordenlijst?
• voorbewerken • semantiseren • consolideren vraag nog eens na hoe het gaat met de woordenlijst. Welke lastige woorden ben je de afgelopen week tegengekomen. Wat heb je gedaan om aan je woordenschat te werken.

6 John Verhoeven, ‘Occupy maakt andere wereld mogelijk
John Verhoeven, ‘Occupy maakt andere wereld mogelijk.’ De Volkskrant, 20 oktober 2011. (1. Schrijf een samenvatting in woorden.) 2. Schrijf een reactie op de tekst waarin je de schrijver parafraseert of citeert.

7 Parafraseren en citeren
Schrijf in woorden een reactie op de tekst van John Verhoeven waarin je ingaat op zijn argumenten 1. Bespreek met je buur: ben je het met JV eens. Waarom wel/niet? 2. Onderscheid de 2/3 belangrijkste argumenten 3. Gebruik die voor je reactie vraag nog eens na hoe het gaat met de woordenlijst. Welke lastige woorden ben je de afgelopen week tegengekomen. Wat heb je gedaan om aan je woordenschat te werken.

8 1. Samenvatten 1. Lees de tekst in zijn geheel en markeer centrale woorden. 2. Schrijf een ruwe sneuvelversie in woorden. 3. Controleer of je versie de inhoud dekt en schrap waar nodig. 4. Vergelijk je tekst met je buurman/vrouw. 5. Docent laat antwoord zien op de beamer. In mijn docentsamenvatting vat ik niet alleen samen, maar zitten ook citaten en parafrases. Dit omdat de tekst een aantal aannames doet die ik heb willen expliciteren, vandaar de opmerkingen tussen […]

9 2. Parafraseren en citeren
Schrijf in woorden een reactie op de tekst van John Verhoeven waarin je ingaat op zijn argumenten 1. Bespreek met je buur: ben je het met JV eens. Waarom wel/niet? 2. Onderscheid de 2/3 belangrijkste argumenten 3. Gebruik die voor je reactie vraag nog eens na hoe het gaat met de woordenlijst. Welke lastige woorden ben je de afgelopen week tegengekomen. Wat heb je gedaan om aan je woordenschat te werken.

10 2. Parafraseren en citeren
Let op: • spreek over de tekst van John Verhoeven en formuleer niet aan hem. • Gebruik formuleringen als ten eerste, ten tweede, ten derde .. • parafraseren = para + fraseren = ? Vraag ze dan om voor zichzelf het stukje over parafraseren in de tekst van Warna Oosterbaan te lezen (dat vind je na les 5)

11 2. Parafraseren en citeren
Stel je hebt de volgende zin: ‘Het is een elementaire vraag die niet zo eenvoudig te beantwoorden is.’ Hier kun je het volgende mee doen: Laat dit zien voordat ze aan de slag gaan en verwijs ze naar Warna Oosterbaan.

12 2. Parafraseren en citeren
John Verhoeven stelt: ‘Het is een elementaire vraag die niet zo eenvoudig te beantwoorden is.’ ‘Het is een eenvoudige vraag die niet zo eenvoudig te beantwoorden is’, stelt John Verhoeven in zijn tekst. Laat dit zien voordat ze aan de slag gaan en verwijs ze naar Warna Oosterbaan.

13 2. Parafraseren en citeren
John Verhoeven stelt dat het ‘een elementaire vraag’ is. [je neemt nu niet de hele zin maar een deel van de zin] Laat dit zien voordat ze aan de slag gaan en verwijs ze naar Warna Oosterbaan.

14 2. Parafraseren en citeren
John Verhoeven stelt: Het is een elementaire vraag die niet zo eenvoudig te beantwoorden is. Toen de Russen honderd jaar geleden doodgingen van de honger, wisten ze waar ze moesten zijn met hun klacht. Ik vraag mij af waar hij deze mening op baseert. [je mag dus ook inspringen en een kleiner font gebruiken als je citaat wat langer is] Laat dit zien voordat ze aan de slag gaan en verwijs ze eveneens naar Warna Oosterbaan. Let Op: irritant genoeg zijn de pagina’s weer omgedraaid.

15 3. Bronnenlijst Breng de materialen die je meegenomen hebt bij elkaar en maak een alfabetische bronnenlijst van 5-10 bronnen: 1. Kies een krantenartikel uit. 2. Kies een boek uit. 3. Een artikel uit een huis-aan-huiskrant 4. Een internetbron 5. Een studieboek Benadruk dat het belangrijk is dat ze het gevraagde meenemen naar de les. Ze gaan wisselen, dus ze nemen best geen dierbare bezittingen mee.

16 Bronnenlijst volgens MLA
1. Alfabetiseer op achternaam auteur. Gogh, Vincent van 2. Zet titel cursief. Eventuele subtitel na een dubbele punt. Gogh, Vincent van. Een leven in brieven. 3. Geef informatie over de uitgever. Eerst stad, dan uitgever, dan jaar. Gogh, Vincent van. Een leven in brieven. Amsterdam: Meulenhoff Rainbow Pockets, Download document intranet! Benadruk dat het belangrijk is dat ze het gevraagde meenemen naar de les. Ze gaan wisselen, dus ze nemen best geen dierbare bezittingen mee.

17 Bronnenlijst volgens MLA
4. Vermeld ook: vertalers, editeurs/redacteurs en meerdere drukken. Gogh, Vincent van. Een leven in brieven. Ed. Jan Hulsker. Achtste druk. Amsterdam: Meulenhoff Rainbow Pockets, 1998 (1980). 5. Let op bij boeken met meerdere auteurs. Bij twee auteurs noem je beiden, bij meer dan twee auteurs gebruik je e.a. Küstenmacher, Werner Tiki, Lothar J. Seiwert. Simplify your life: Einfacher und glücklicher leben. München: Knaur Taschenbuch, 2008 (2004). Ja sorry voor het Duits. Erg goed boek trouwens.

18 Bronnenlijst volgens MLA
6. Krantenartikelen behandel je als het kan alfabetisch op auteursnaam. Boogaard, Raymond van den. ‘Sovjet Unie weer terug naar sociaal realistische kunst.’ NRC Handelsblad, 13 oktober Als je geen auteur weet dan alfabetiseer je op de titel van het artikel. Ja sorry voor het Duits. Erg goed boek trouwens.

19 Bronnenlijst volgens MLA
6. Krantenartikelen behandel je als het kan alfabetisch op auteursnaam. Boogaard, Raymond van den. ‘Sovjet Unie weer terug naar sociaal realistische kunst.’ NRC Handelsblad, 13 oktober Als je geen auteur weet dan alfabetiseer je op de titel van het artikel. Ja sorry voor het Duits. Erg goed boek trouwens.

20 Bronnenlijst volgens MLA
7. Internetbronnen Behandel een internetbron zoveel mogelijk als een artikel. Meeusen, Marie. ‘Lijnen op een plein.’ Huiverinkt, 20 oktober huiverinkt.blogspot.com/2011/10/lijnen-op-een- plein.html Als je in zijn algemeenheid verwijst naar een internetbron gaat het als volgt: The Internet Movie Database (IMDb). Amazon.com. Versie augustus september Reclame voor Marie. Mag he.

21 Bronnenlijst volgens MLA
6. Internetbronnen En Wikipedia: ‘De Baarsjes.’ Wikipedia: de vrije encyclopedie. Versie 29 november december We hebben voor deze sheets gebruik gemaakt van: MLA-conventies: Richtlijnen bij het schrijven van een scriptie. Samengesteld door Peter Sonderen. Onderwijsinstituut Wijsbegeerte Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam, november Deze syllabus is te vinden door te zoeken op MLA+UVA. Hierin kun je ook alle andere gevallen opzoeken die we nu niet hebben kunnen behandelen. Verwijs ze door naar de syllabus van de UVA. Ik denk dat we het hiermee maar even moeten doen voor nu. Belangrijkst vind ik dat ze überhaupt verwijzen, hoe de punten en komma’s nu precies staan en of ze wel of niet een uitgever noemen is niet zo belangrijk. Consequent zijn wel overigens!

22 Onderzoeksvaardigheden
Feedback op basis van de ingeleverde rapporten

23 Onderzoeksvaardigheden
Neem je onderzoeksrapport Bekijk of je alle opmerkingen snapt en weet waar je aan moet werken Vorm een groepje van 4 en lees beurtelings elkaars werk Vul een (vereenvoudigd feedbackformulier in): kun je elkaar helpen met de spelling. Weet je een paar inhoudelijke tips? Ik ben hier de vorige week niet aan toegekomen. Hier zou een feedbackformulier handig zijn. Ik kom er niet meer aan toe. Misschien lukt het me morgenochtend?

24 Huiswerk • Neem de volgende week een opzet mee voor je eindversie.
• Pas aan wat je aan moet passen (zie de opmerkingen) • Lees uit de reader de extra theorie bij les 6 en 7.