Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdDirk Mertens Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Comparatief voordeel Waarom verschillen in opportuniteitskosten ? (verdeling lijkt niet willekeurig, cfr. Handelspatroon OL en MOL) Waarom belangrijk ?
2
Waarom verschillen opportuniteitskosten ?
Enerzijds verklaring niet belangrijk : ongeacht de oorzaak, analyse blijft geldig Anderzijds wel belangrijk : bepaling determinanten comparatief voordeel nationale verdeling welvaartswinst internationale handel
3
Verschillen in opportuniteitskosten : bronnen
Verschillen in technologie ? Ricardiaanse analyse Verschillen in productiefactoren waarover een land beschikt (factorbeschikbaarheden) Heckscher-Ohlinmodel
4
Verschillen in opportuniteitskosten : effect op vorm PMC
Verschillen in technologie opportuniteitskosten vast, PMC = rechte Verschillen in factorbeschikbaarheden opportuniteitskosten afhankelijk van factorinzet, PMC concaaf
5
Effect op vorm PMC
6
Verschillen in technologie
7
Factorallocatie 2 goederen, 2 productiefactoren : Edgeworthbox & contractkromme
8
Factorallocatie & PMC
9
Oorzaak verschillen opportuniteitskosten : geen effect
Analyse analoog & conclusies gelijk: bepaling autarkisch evenwicht : E=P=C bepaling internationaalhandelsevenwicht : PC
10
Autarkisch evenwicht : E=P=C
11
Evenwicht in de open economie : P C
12
Verschillen in opportuniteitskosten wel belangrijk : Heckscher-Ohlinmodel
Veronderstellingen m.b.t. de technologie : gelijke technologie in beide landen constante schaalopbrengsten technologische verschillen goederen: voor alle relatieve factorprijzen M relatief kapitaalintensief & X relatief arbeidsintensief
13
Heckscher-Ohlinmodel
Veronderstellingen vraag en werking economie : gelijke preferenties consumenten in beide landen; perfecte concurrentie goederen – en factormarkten; internationale immobiliteit van de productiefactoren; perfecte internationale mobiliteit goederen (geen transportkosten, geen handelsbarrières,…).
14
Heckscher-Ohlinmodel
Implicaties veronderstellingen : landen verschillen enkel in factorbeschikbaarheden
15
Verschillen in factorbeschikbaarheden : effect op vorm PMC
Relatief arbeidsovervloedig land (A)
16
Verschillen in factorbeschikbaarheden : effect op vorm PMC
Relatief kapitaalovervloedig land (B)
17
Factorbeschikbaarheidsverschillen : bepaling van het specialisatiepatroon
landen even groot verondersteld; vergelijking autarkisch en open economie-evenwicht
18
Factorbeschikbaarheidsverschillen : bepaling van het specialisatiepatroon
19
Factorbeschikbaarheidsverschillen : bepaling van het specialisatiepatroon
20
Heckscher-Ohlintheorema
een land zal het product exporteren intensief in de relatief overvloedige productiefactor en het product importeren intensief in de relatief schaarse productiefactor. comparatief voordeel = product intensief in de relatief overvloedige productiefactor
21
Heckscher-Ohlinmodel
Bepaling comparatief voordeel (Heckscer-Ohlintheorema) Welvaartseffecten internationale handel : intern / nationaal (Stolper-Samuelsontheorema & factorprijsegalisatietheorema) internationaal (bepaling internationale ruilvoet)
22
Heckscher-Ohlinmodel
Factoraccumulatie, technologische vooruitgang & internationale handel (Rybsczynskitheorema, …)
23
Stolper-Samuelsontheorema :
Effecten van internationale handel op de vergoeding van de productiefactoren
24
Stolper-Samuelsontheorema
eenheidswaardenisoquanten van X en M : één gemeenschappelijke raaklijn (eenheidsisokostenrechte) verband tussen relatieve prijzen, relatieve factorvergoedingen & sectorale factorintensiteit;
25
Stolper-Samuelsontheorema
26
Stolper-Samuelsontheorema
27
Stolper-Samuelsontheorema :
Internationale handel : in elk land : de vergoeding van de relatief overvloedige productiefactor zal stijgen de vergoeding van de relatief schaarse productiefactor zal dalen (in reële termen : Jones magnificatie-effect)
28
Factorprijsegalisatietheorema
Hoe ver gaat stijging vergoeding relatief overvloedige productiefactor & daling relatief schaarse productiefactor ?
29
Factorprijsegalisatietheorema
convergentie factorbeloningen tot ze identiek zijn; voorwaarde : factorbeschikbaarheden mogen niet “te veel” verschillen. Grafisch : factorbeschikbaarheden gelegen in diversificatiekegel
30
Factorprijsegalisatietheorema
31
Factorbeschikbaarheidsverschillen : normatieve implicaties
Handel volgens comparatief voordeel is geen Pareto-verbetering (sociale bescherming & globalisering complementair ?)
32
De bepaling van de ruilvoet
Offercurve (vraag- & aanbodcurve) : Wat een land bereid is te exporteren voor elke hoeveelheid import (in ruil aan te bieden) Wat een land verlangt in ruil voor elke hoeveelheid die het exporteert
33
Offercurve : eigenschappen
Concaaf verloop naar de “importas” (stijgende opportuniteitskosten & saturatie-effecten); voerstraal oorsprong-offercurve : internationale ruilvoet (prijslijn)
34
De offercurve
35
Bepaling van de internationale ruilvoet
Snijpunt van de offercurve van land A en de offercurve van land B (= P) XS (A) = MS (B) MG(A) = XG (B) bij ruilvoet r2
37
Wijziging offercurve : landen “even” groot
38
Effect wijziging offercurve : landen verschillende grootte
39
Afleiding van de offercurve
Op basis van : hetgeen een land bij elke ruilvoet bereid is te ruilen (algemeen evenwicht in een open economie); handelsindifferentiecurve ( = transformatie van de sociale welvaartscurve)
40
Handelsindifferentiecurve (TIC)
41
Afleiding offercurve
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.