Download de presentatie
GepubliceerdAlfred Brabander Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
STIJLFIGUREN TEKSTSTIJLEN BEELDSPRAAK
2
STIJL EN BEELDSPRAAK. STIJLFIGUREN ZIJN: AFWIJKINGEN VAN DE GEBRUIKELIJKE WOORDKEUS EN ZINSBOUW.
3
STIJLFIGUREN. HERHALING (Voor extra nadruk).
OPSOMMING (Aantal zaken achter elkaar). JE BENT EEN LEUK, LIEF, MOOI EN VERSTANDIG MEISJE.
4
STIJLFIGUREN. 3. CLIMAX EN ANTICLIMAX. LET OP: En dat kost u geen tien euro, geen zeven vijftig, geen 5 euro, maar slechts 2 euro dame. CLIMAX OF ANTICLIMAX???????
5
STIJLFIGUREN. ANTICLIMAX, WANT DE PRIJS WORDT
STEEDS LAGER. 4. ANTITHESE (TEGENSTELLING): WAAR ZIT DE TEGENSTELLING????? Sentimentele romantici genieten vaak van het verdriet dat ze hebben.
6
STIJLFIGUREN. GENIETEN ………..VERDRIET.
DE TEGENSTELLING ZIT IN………… GENIETEN ………..VERDRIET. 5. PARADOX (Schijnbare tegenstelling). ALS JE GOED LUISTERT, KUN JE DE STILTE HOREN.
7
STIJLFIGUREN. 6. HYPERBOOL: De werkelijkheid wordt STERK OVERDREVEN.
IK STA HIER AL EEN EEUW TE WACHTEN. 7. EUFEMISME: Een harde uitdrukking wordt door iets verzachtends vervangen.
8
STIJLFIGUREN. 7. EUFEMISME: Een harde uitdrukking wordt door iets verzachtends vervangen. VRAAG: WAT WORDT VERZACHT???? VOLGENS HAAR ZEGGEN GEBRUIKT HIJ NOGAL WAT.
9
STIJLFIGUREN. VOLGENS HAAR ZEGGEN GEBRUIKT HIJ NOGAL WAT.
Er wordt verzacht dat hij veel drinkt/drugs gebruikt. 8. UNDERSTATEMENT: Vorm van verzachting met humoristisch effect.
10
STIJLFIGUREN. ‘DAT IS EEN LEUK SOMMETJE’,
8. UNDERSTATEMENT: Vorm van verzachting met humoristisch effect. ‘DAT IS EEN LEUK SOMMETJE’, ZEI DE WINNAAR VAN DE PRIJS IN DE STAATSLOTERIJ.
11
STIJLFIGUREN. 9. LITOTES: Dubbele ontkenning. JE ZIET DAT ZE NIET WEINIG OM HAAR FIGUUR GEEFT. VRAAG: WAAR ZIT DE DUBBELE ONTKENNING?
12
STIJLFIGUREN. JE ZIET DAT ZE NIET WEINIG OM HAAR FIGUUR GEEFT. WEINIG = NIET VEEL NIET WEINIG 10. WOORDSPELING. Pedagoochelaars.
13
STIJLFIGUREN. 11. SPOT: * IRONIE: Vriendelijke spot. * SARCASME: Fellere spot. * CYNISME: Bijtende spot. VERDRAAGZAAMHEID – HET INZICHT DAT DE ANDER TOCH TE STOM IS OM TOT EEN BETER INZICHT TE KOMEN.
14
STIJLFIGUREN. BAR EN BOOS IN VUUR EN VLAM
12. TAUTOLOGIE: Een begrip wordt herhaald door een synoniem woord dat tot dezelfde woordsoort behoort. BAR EN BOOS IN VUUR EN VLAM
15
STIJLFIGUREN. DE UITERSTE LIMIET EEN PASSERENDE VOORBIJGANGER
13. PLEONASME: Er wordt een vanzelfsprekend kenmerk vermeld. DE UITERSTE LIMIET EEN PASSERENDE VOORBIJGANGER
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.