Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdAnnelies Jacobs Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Laatste deel theorie Belastingrecht
2
Deel nieuwe informatie en deel herhaling van theorie
3
Zorgtoeslag Voorwaarden 18 jaar of ouder zijn (de zorgtoeslag gaat in op de 1e dag van de maand die volgt op de maand waarin u 18 bent geworden); 18 jaar of ouder zijn (de zorgtoeslag gaat in op de 1e dag van de maand die volgt op de maand waarin u 18 bent geworden); een Nederlandse zorgverzekering hebben;Nederlandse zorgverzekering hebben; een inkomen hebben dat niet hoger is dan € 30.939 (voor alleenstaanden) of gezamenlijk niet meer verdienen dan € 42.438 (voor partners);inkomen hebben dat niet hoger is dan € 30.939 (voor alleenstaanden) of gezamenlijk niet meer verdienen dan € 42.438 (voor partners); de Nederlandse nationaliteit of een verblijfsvergunning hebben (uw toeslagpartner moet ook de Nederlandse nationaliteit of een verblijfsvergunning hebben);Nederlandse nationaliteit of een verblijfsvergunning hebben (uw toeslagpartner moet ook de Nederlandse nationaliteit of een verblijfsvergunning hebben); niet meer vermogen hebben dan € 101.139 (voor alleenstaanden) of € 122.278 gezamenlijk (voor partners). (BOX 3)vermogen hebben dan € 101.139 (voor alleenstaanden) of € 122.278 gezamenlijk (voor partners). (BOX 3)
4
Fiscaal partnerschap Voorwaarden/ eisen Niet alleen als je getrouwd bent Informatiebron is te gebruiken bij te examen
5
Fiscale woonplaats De fiscale woonplaats wordt naar de omstandigheden beoordeeld. Hierbij zijn talloze omstandigheden van belang. De plaats waar werkzaamheden worden verricht, de plaats van het gewoonlijk verblijf of waar men is ingeschreven in het bevolkingsregister. Ook van belang is bijvoorbeeld waar kinderen en kleinkinderen wonen, waar men een huis of appartement bezit of huurt of waar men lid is van verenigingen of lidmaatschappen heeft. Doorslaggevend is waar iemands middelpunt van zijn sociale leven zich bevindt.
6
Gemeentelijke belastingen De meest voorkomende gemeentelijke belastingen zijn Onroerendezaakbelasting (OZB); Baatbelasting; Forensenbelasting; Toeristenbelasting; Parkeerbelasting; Hondenbelasting; Reclamebelasting; Precariobelasting; Rioolheffing;
7
Aangiftes Aangifte Inkomstenbelasting T-biljet Aangifte Loon Jaaropgave Aangifte WOZ- waarde Beschikking WOZ ( peildatum 1-1 2012 voor 2013)
8
Erfbelasting De vrijstelling voor partners is € 603.600 De vrijstelling voor kinderen en kleinkinderen is thans € 19.114. Voor een gehandicapt kind dat grotendeels op kosten van de overleden ouder werd onderhouden bedraagt de vrijstelling € 57.342. Ouders hebben een vrijstelling van € 45.270. Voor alle andere verkrijgers is de vrijstelling € 2.012. Voor de erfbelasting is een kind met een handicap een kind dat: voor het grootste deel door de overledene werd onderhouden door lichamelijke of geestelijke ziekte niet in staat is om met werk de helft te verdienen van wat gezonde leeftijdsgenoten kunnen verdienen Het gaat hierbij om werk dat het gehandicapte kind kan doen ondanks zijn ziekte.
9
Fiscale scholingsuitgaven Het bedrag dat als studiekosten of andere scholingsuitgaven mag worden afgetrokken is meestal maximaal € 15.000. Waaronder: lesgeld, collegegeld of instellingscollegegeld kosten voor studieboeken of vakliteratuur kosten voor EVC-procedures (Erkenning Verworven Competenties) U kunt uw competenties laten vastleggen in een verklaring (de EVC-verklaring). Deze moet u laten opmaken door een erkend instituut. afschrijving van duurzame goederen afschrijving van duurzame goederen Bijvoorbeeld een computer of bijbehorende apparatuur. Alleen indien deze speciaal nodig zijn voor studie of opleiding.
10
De volgende kosten mogen niet afgetrokken worden: rente over studieschulden kosten voor levensonderhoud, bijvoorbeeld huisvesting, voeding en kleding reis- en verblijfkosten kosten voor studiereizen of excursies kosten voor (de inrichting van) een werk- of studeerruimte de opslag op het wettelijk collegegeld voor langstudeerders In het studiejaar 2012-2013 is die opslag € 3.063.
11
Reisaftrek De belastingplichtige moet beschikken over een openbaarvervoerverklaring of een reisverklaring. De per openbaar vervoer afgelegde enkele reisafstand moet meer dan 10 kilometer bedragen. De belastingplichtige moet regelmatig (doorgaans minimaal één keer per week of minimaal 40 dagen in 2013) tussen zijn woning en zijn werkplek heen en weer reizen per openbaar vervoer.
12
Enkele reisafstand woon-werkverkeer in km aftrekbedrag in 2013aftrekbedrag in 2012 Meer danNiet meer dan 0 10 - 10 15 € 436 15 20 582 20 30 974 30 40 1.207 40 50 1.574 50 60 1.751 60 70 1.943 70 80 2.008 80 - 2.036
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.