Download de presentatie
GepubliceerdBertha Desmet Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Caroline Dewilde (Tilburg University)
Neda Delfani (Universiteit van Amsterdam) Je woning als pensioen? Mogelijkheden en beperkingen voor verschillende inkomensgroepen in Nederland
2
Onze bijdrage Vanuit internationaal-vergelijkend sociaal-wetenschappelijk onderzoek kijken naar relatie tussen wonen en pensioenen in verzorgingsstaten NWO AIO-onderzoek: economisch welzijn van ouderen (armoede, ongelijkheid) Achterliggende debat: asset-based welfare state restructuring / eigenwoningbezit als hoeksteen van verzorgingsstaat Opzet: Overzicht What if? Focus op verdelingsvragen
3
Ouder academisch onderzoek: afruil tussen eigenwoningbezit en sociale uitgaven
In landen waar eigenwoningbezit hoog is, zijn sociale uitgaven (vooral voor ouderen) laag Verklaringen: Dure hypotheek op jonge leeftijd: weerstand tegen hoge belastingen (Kemeny) Hypotheekvrije eigendom op latere leeftijd: rondkomen met minder genereus pensioen In landen waar vroeg werd ingezet op eigenwoningbezit / Zuid-Europa: non-beleid, extended familie vangt risico’s op
4
Omgekeerde afruil? Sterke stijging van eigenwoningbezit in veel landen
Pensionering van babyboomcohorten H1. toename housing assets => lagere pensioenen? H2. Lagere pensioenen in de toekomst => meer zelf investeren eigenwoningbezit Weinig empirisch bewijs voor zo’n trend – tot nu toe Op landniveau: stijging van eigenwoningbezit heeft niet geleid tot korting van pensioenvoorzieningen (rekening houdend met privatisering van pensioenen)
5
Waarom niet? Zowel H1 als H2 moeilijk in kaart te brengen
H1.: Beleidsprocessen zijn complex en ‘padafhankelijk’ Wat opgaat in periode van groei, gaat niet noodzakelijk op in periode van krimp Voor landen met andere historische achtergrond Belangengroepen beschermen hun verworvenheden, ook al proberen regeringen ‘stiekem’ te besparen
6
Waarom niet? H2.: Toename onzekerheid leidt niet tot meer sparen of hogere investeringen in eigenwoningbezit Mensen hebben bijgedragen voor hun latere pensioen Keuzevrijheid en inkomen is beperkt, behalve in landen waar verplichte bijdragen voor pensioenen lager zijn
7
Wat aan onderkant? Relatie tussen woonstelsel, pensioenen en armoede bij ouderen Eigenwoningbezit beschermt tegen armoede bij ouderen Hoge pensioenen beschermen tegen armoede bij ouderen Altijd een groep aan de onderkant zonder eigen huis en met een laag pensioen Vergeleken met eigenwoningbezit en generositeit van pensioenregelingen, heeft de aanwezigheid van een grote sociale huursector het grootste negatieve effect op het armoederisico (gemeten op verschillende manieren)
8
Wat kunnen we leren van andere landen?
Hoog eigenwoningbezit in Zuid-Europa: deel van intergenerationeel contract (zorg) Hoog eigenwoningbezit in Oost-Europe: privatisering en restitutie, risico eerder dan asset Hoge mate van eigenwoningbezit op zich betekent niet per definitie dat dit ‘bruikbaar’ is Ingebed in specifieke context of welvaartsregime Geen veralgemeenbare ‘afruil’ of subsitutie van het één door het ander
9
De Nederlandse situatie
De woonsituatie van verschillende leeftijdsgroepen ouderen in Nederland (EU-SILC 2009, gewogen %).
10
De woonsituatie van ouderen (65+) in Nederland uitgesplitst naar inkomenscategorie (EU-SILC 2009, gewogen %)
11
Fictieve huurwaarde voor eigenwoningbezitters (65+, EU-SILC, gestandaardiseerd jaarbedrag in EURO, gewogen).
12
Dus... Eigenwoningbezitters hebben vaker hoog pensioen
Mensen met lager pensioen huren of hebben lagere woonwaarde Woningwaarde inzetten als pensioen vereist: Uitbreiding van eigenwoningbezit Voor lagere inkomens
13
Uitbreiding eigenwoningbezit?
Uitbreiding gefinancierd door hypotheekschuld, deels gefinancierd door overheid Overheidsfinanciering wordt echter ‘opgeslorpt’ door hogere woningprijzen en volatiliteit, grotere toegang was vooral gevolg van deregulering en lage intrestvoeten Te hoge woningprijzen + economische crisis: Negatieve overwaarde Toegang voor starters is erg beperkt geworden Geen garantie op continue en gestage stijging woningprijzen
14
Uitbreiding naar lage inkomensgroepen?
Gezinsverdunning, gezinsdynamieken, geografische en arbeidsmobiliteit Lage inkomens hebben hoge schuld & meer risicovolle hypotheekvormen Slechtere huizen in slechtere wijken => onzekere opbrengsten en hogere onverwachte kosten Hoger risico op negatieve overwaarde (beperkte mobiliteit, grote restschuld) => Risico eerder dan asset?
15
Wie heeft baat bij (sterk) stijgende woningprijzen?
Positieve overwaarde is fictief zolang ze niet ‘gerealiseerd’ is Winst gemaakt door de één, wordt betaald door de ander, met name huishoudens die toegang zoeken tot woningmarkt En deels ook door de overheid Kemeny (1980): perceptie van voor- en nadelen van verschillende woonvormen is vooral ideologisch bepaald – grote mature sociale huursector is maatschappelijk goedkoopste woonvorm
16
Leidt ‘financialisering’ van eigenwoningbezit tot strategisch gedrag?
In termen van beschermen of verhogen van woonwaarde? Eigenaars willen lage belastingen, hoge inflatie, lage interestvoeten Niet-eigenaars willen lage inflatie en hoge interest Meer begoede eigenaars accumuleren en incasseren meer woningwaarde dan minder begoede eigenaars (‘not in my backyard’)
17
Verdelingseffecten?
18
Discussiepunten Is een verdere uitbreiding van eigenwoningbezit wenselijk en/of realistisch? Evolutie van woningprijzen is onzeker – bevolking wenst behoud van goede pensioenregeling? Gevolgen van asset-based welfare voor sociale ongelijkheid en solidariteit/samenleving in het algemeen? Terug naar verleden? ‘Winsten’ zijn sterker geconcentreerd bij bepaalde groepen – met intreders (jongeren) als grote verliezers – versterkt ongelijkheden ontstaan op arbeidsmarkt? Dure optie, mogelijk duurder dan combinatie goede pensioenen en sociale huur?
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.